In Servië houden de protesten aan: ‘Ons land valt letterlijk uit elkaar van corruptie’

Elke dag is er protest. Soms met honderden, soms duizenden en steeds vaker met tienduizenden tegelijk blokkeren demonstranten kruispunten en snelwegen en staan ze voor de deuren van overheidsgebouwen. Afgelopen vrijdag lag het leven in Belgrado zelfs even helemaal plat. Scholen, restaurants, boekwinkels en theaters waren dicht. Maar stil was het absoluut niet.

Urenlang liepen duizenden demonstranten door de straten van de Servische hoofdstad. Op hun protestborden is vaak een rode handafdruk te zien. Met dit symbool willen de demonstranten zeggen: onze regering heeft letterlijk bloed aan de handen. Er wordt gejoeld en geroepen, maar elk protest kent ook een moment van stilte, precies om 11.52 uur. Dat is het tijdstip waarop op 1 november de luifel van het treinstation in de noordelijke stad Novi Sad instortte. De studenten en beroepsgroepen die hen steunen, houden vijftien minuten stilte voor de vijftien dodelijke slachtoffers.

Docenten, studenten en andere burgers fluiten tijdens een demonstratie op 20 januari in Belgrado. De protesten tegen de regering houden aan.
Foto Oliver Bunic/AFP

„We zijn de situatie hier echt zat”, zegt Todor Sostar, een 21-jarige student aan de faculteit voor elektrotechniek. „We zijn boos dat de instellingen hun werk niet doen, en dat willen we veranderen.” Sostar benadrukt dat dit geen anti-Vucic protest is. Het aftreden van de president staat niet eens in de eisen van de studenten. „We zijn verenigd in tragedie. Iedereen herkent het gevoel van angst, dat je zelf onder de volgende instortende luifel kunt zitten. Ons land valt letterlijk uit elkaar van corruptie.”

De voornaamste eis van de studenten is dan ook dat álle overheidsdocumenten met betrekking tot de renovatie van het treinstation in Novi Sad worden vrijgegeven. Hoewel er wel enige openheid van zaken gegeven is, ontbreken bijvoorbeeld de bouwlogboeken en de informatie over geldtransacties. „Iemand moet verantwoordelijkheid nemen”, zegt Sostar. Een handjevol betrokkenen, inclusief de voormalig minister van Infrastructuur werden gearresteerd, maar zijn inmiddels weer allemaal vrijgelaten. Dinsdag maakte de Servische premier Milos Vucevic bekend af te treden vanwege de protesten.

Todor Sostar (21), student elektrotechniek
Foto Marjolein Koster
Vanja Sevic (22), student dramaturgie
Foto Jeanne Frank/Divergence

We willen gerechtigheid en we willen dat de instituties hun werk doen

Vanja Sevic
Student dramaturgie

De studentenprotesten gaan inmiddels over veel meer dan het dodelijke incident. „Wij focussen ons op de ruim twintig mensen die onze studenten hebben aangevallen”, zegt Vanja Sevic (22), student dramaturgie. „Sommige automobilisten werden agressief, omdat ze er niet langs konden. Wij bleven rustig, gingen niet in op de provocaties, maar toch werden sommigen van ons geslagen.”

De studenten deden aangifte en er lopen inmiddels een paar zaken, maar tot nu toe is niemand veroordeeld. Eén van de verdachten heeft een publieke functie namens de SNS, de regerende partij van president Vucic. „Uitgerekend zijn verhoor wordt telkens uitgesteld”, zucht Sevic. „Eigenlijk zijn onze eisen dus net als die van de andere faculteiten: we willen gerechtigheid en we willen dat de instituties hun werk doen.”

Geweld neemt toe

Hoe langer Vucic niet op de eisen ingaat, hoe luider het protest wordt. Door het hele land verzamelen mensen zich, soms met meer dan vijftigduizend tegelijk. Ze stonden voor het gebouw van staatsomroep RTS, voor ministeries en het Constitutioneel Hof. Tegelijkertijd neemt het geweld tegen de demonstranten toe. Vorige week raakte een twintigjarige student ernstig gewond toen een auto op de blokkade inreed.

Veel mensen houden president Vucic indirect verantwoordelijk. Eerder zei hij over een vergelijkbaar incident dat de dader niet vervolgd zou worden. „Het maakt mensen woedend”, zegt politicoloog Srdjan Cvijic. „Ik vind hem politiek en moreel verantwoordelijk voor het geweld tegen onze studenten. Dit is niet het gedrag dat je verwacht van een leider die in het toetredingsproces tot de EU zit.”

Demonstraties tegen overheidscorruptie in Belgrado, 16 en 17 januari. Het getal 15 verwijst naar het aantal doden bij de ramp in Novi Sad.

Foto’s: Oliver Bunic/AFP, Andrej Cukic/EPA

Aan de algemene staking die afgelopen vrijdag plaatsvond, namen niet alleen studenten en mensen uit het onderwijs deel, maar ook advocaten, sommige journalisten, medisch personeel, taxichauffeurs en medewerkers van het staatselektriciteitsbedrijf. „Zo gaat het elke keer”, zegt politicoloog Srdjan Cvijic. „Actie, reactie. We zitten in een vicieuze cirkel, waarvan de overheid op dit moment niet weet hoe ze het moet stoppen.”

Volgens historicus Luka Filipovic zijn deze protesten „radicaal anders” dan eerdere protesten. Er wordt vaak een vergelijking gemaakt met 1968, toen er in Servië ook grootschalige studentenprotesten plaatsvonden. „Maar die demonstraties mislukten, omdat de studenten er niet in slaagden de arbeiders, boeren en soldaten aan hun kant te krijgen.” Dat is nu anders. Volgens een recente peiling steunt 60 procent van de Serviërs de studentenprotesten. „De haat richting Vucic en de SNS is de afgelopen tien jaar enorm toegenomen”, zegt Filipovic. „Destijds steunden mensen hem omdat hij een pad richting de EU beloofde, een sociaal beleid. Maar in plaats daarvan zien we nu een langzaam oprukkende dictatuur.”

Democratische neergang

Onder leiding van Vucic, die sinds 2014 aan de macht is, zit Servië volgens meerdere onderzoeken in een democratische neergang. Op de wereldwijde corruptie-index van Transparency International staat Servië op plek 104, de score is sinds 2016 geleidelijk aan gezakt. Freedom House schrijft dat de partij SNS „politieke rechten en burgerlijke vrijheden gestaag heeft uitgehold, waardoor er druk ontstaat op onafhankelijke media, de politieke oppositie en maatschappelijke organisaties”.

Servië is kandidaat-lidstaat van de EU. Volgens het laatste rapport van de Europese Commissie maakt het land onvoldoende voortgang op het gebied van de rechtsstaat. Daarnaast zijn er zorgen over de banden van Servië met Rusland en over de houding ten opzichte van Kosovo. Om deze redenen stemde minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp afgelopen december tegen de volgende stap in het EU-proces.

Video AFPTV/Getty Images

„Alle andere middelen om je als burger uit te spreken zijn door de regerende partij gekaapt”, zegt politicoloog Cvijic. „Het rechtssysteem, het parlement, de media. Het enige wat mensen nog kunnen doen, is de straat op gaan.” De studenten distantiëren zich van welke politieke partij dan ook. Dat verklaart mede waarom deze protestbeweging mensen verenigt en zo lang aanhoudt.

Vucic probeerde de studenten om te kopen door hen goedkoper openbaar vervoer en studentenverblijven te beloven. Toen de studenten dat weigerden, volgden intimidaties, bijvoorbeeld door paspoortgegevens van demonstranten via de staatsmedia te verspreiden en hen als spionnen of landverraders neer te zetten. „We denken dat er een complete interne chaos is in de regering van Vucic”, zegt Filipovic. „Hij gedraagt zich als een gewond dier in een hoek, dat niet weet waar het naar toe moet.”

Waar de president zijn pijlen tijdens vorige protesten kon richten op de oppositie, kan hij nu geen ‘schuldige’ aanwijzen. De studentenprotesten hebben namelijk geen leider. Alles wat ze doen, is gezamenlijk besloten tijdens openbare bijeenkomsten. „Elke student is welkom”, zegt Sostar terwijl hij een rondleiding geeft op zijn faculteit, die vol hangt met posters voor het protest. „Iedereen kan zijn of haar zorgen uiten en stemmen. Omdat we met zoveel zijn en onze verschillende meningen geven, komen we meestal tot een mooi compromis over wat we willen van onze regering.”

Op een van de muren in de faculteit is een collage gemaakt van allerlei krantenknipsels. „Hier zie je de desinformatie en propaganda van het regime”, zegt Sostar. „We laten ons er niet door intimideren, het maakt ons juist trots en strijdbaar. Omdat dit protest zo enorm is, laten we zien dat ze eigenlijk machteloos zijn. Ze kunnen alleen maar blaffen, niet bijten.”

Duizenden Serviërs demonstreren tegen overheidscorruptie in Belgrado, 12 januari.

Foto’s Oliver Bunic/AFP

Land in opstand

De studenten zijn erg voorzichtig in hun woordkeuze en blijven weg van voorspellingen. Maar historicus Filipovic heeft daar wel een uitgesproken idee over: „We zijn een land in opstand en zullen dat blijven tot de val van Vucic. Die kan morgen, volgende maand of pas over een jaar plaatsvinden, maar het zal gebeuren.”

Ook politicoloog Cvijic denkt dat deze protestgolf niet meer gaat liggen en zegt dat Servië in een „serieuze politieke crisis” zit. „Die kan alleen worden opgelost door een overgangsregering.” Die zou volgens Cvijic als doel moeten hebben de overheidsdiensten te ontdoen van politieke invloed en controle van de SNS, alle nationale frequenties op radio en tv vrij te geven, andere media toe te laten en de voorwaarden te creëren voor vrije en eerlijke verkiezingen.

„Het is zwaar, we worden aangevallen en geïntimideerd en uitgemaakt voor luie studenten die geen zin hebben om onderwijs te volgen”, zegt Sevic. Ze is slechts één examen verwijderd van haar afstuderen, maar door de blokkades is dit uitgesteld. „Dit protest is belangrijker, dit gaat over de toekomst van ons leven.”