In Plœuc-l’Hermitage zijn de zieken veroordeeld tot digitale dokters

Reportage

Medische woestijn Frankrijk In grote delen van Frankrijk is een nijpend tekort aan huisartsen. Het plaatsje Plœuc-l’Hermitage in Bretagne zit zonder en ligt midden in een ‘medische woestijn’. „We worden hier gedwongen onszelf te verzorgen.”

De apotheker van Plœuc-L’Hermitage laat de apparatuur voor teleconsultatie zien.
De apotheker van Plœuc-L’Hermitage laat de apparatuur voor teleconsultatie zien.

Foto’s Mouna Saboni

Het is een ijskoude winterdag in Plœuc-l’Hermitage. Afgelopen nacht heeft het gesneeuwd in het Bretonse stadje – ongewoon in deze regio. Auto’s glibberen over de wegen, langs de straten liggen hoopjes sneeuw. De paar mensen die over straat schuifelen, raden elkaar aan voorzichtig te doen.

Plœuc-l’Hermitage is zo’n Frans provinciestadje waar twee keer per dag een bus stopt; het dichtstbijzijnde treinstation is 25 kilometer rijden. Naast de kerk staat een groot winkelpand al maanden leeg. In de buurtkroeg om de hoek drinkt om elf uur een drietal oudere mannen een borrel.

Zo rustig als het deze koude woensdag op straat is, zo druk is het in de plaatselijke apotheek. Om de paar minuten loopt wel iemand onder het flikkerende, groene kruis naar binnen. Een oude man verlaat de apotheek met twee tassen vol medicijnen. Ook Anna-Lucia Leca (15) uit het plaatsje Hénon, zo’n tien kilometer verderop, meldt zich vandaag met haar moeder bij de apotheek. Ze is een dag eerder op school door haar enkel gegaan, vertelt ze. Ze kan nog lopen, maar haar gezicht vertrekt bij iedere stap. „Mijn enkel is dik en het doet best wel zeer, en morgen moet ik weer naar school…” Ze kijkt weifelend naar haar in een sneaker gestoken voet. „Ik weet niet hoe dat zal gaan.”

Anna-Lucia en haar moeder, technicus Magali Feuillet (51), wilden eigenlijk naar een huisarts, maar dat was onmogelijk. Hun eigen dokter heeft pas over twee weken plek en de paar andere huisartsen in dorpen in de buurt hadden evenmin tijd. „Dus nu speel ik maar voor dokter, we gaan een brace en pijnstillende zalf halen”, zegt Feuillet. „We worden hier gedwongen onszelf te verzorgen.”

Want Plœuc-l’Hermitage ligt midden in een medische woestijn. Het stadje (4.200 inwoners) heeft geen enkele huisarts; ook in omliggende dorpen zijn artsen schaars.

In grote delen van het Franse platteland zijn nijpende artsentekorten. Ruim 30 procent van de Fransen woont momenteel in een désert médical, een medische woestijn, waar het „moeilijk of onmogelijk is zorg van een zorgprofessional te krijgen vanwege de afwezigheid van artsen in de omgeving”. Meer dan één op de tien Fransen heeft geen eigen huisarts. In veel gebieden zijn ook tekorten aan specialisten als gynaeocologen en tandartsen. Door heel het land hangen daarom banners langs autowegen waarop wanhopig wordt gevraagd om medisch personeel. Alle artsen samengenomen heeft Frankrijk volgens de laatste cijfers van de OESO momenteel 3,2 doktoren per duizend inwoners – onder het OESO-gemiddelde van 3,6 per duizend inwoners. Het aantal huisartsen per hoofd van de bevolking is lastiger te vergelijken, vanwege de verschillende zorgsystemen.

„Sinds 2000 is het aantal artsen stukje bij beetje afgenomen, een proces dat is versneld sinds het begin van de jaren 2010”, zegt econoom Julien Mousquès van het Franse Instituut voor Onderzoek en Documentatie van Gezondheidseconomie (IRDES). De belangrijkste oorzaak is dat er simpelweg minder Fransen met een geneeskundediploma zijn: tussen de jaren zeventig en 2000 is het aantal studenten dat werd toegelaten tot geneeskundeopleidingen fors ingeperkt in reactie op de oliecrisis. Het idee was dat de zorgkosten zouden dalen als er minder artsen zouden zijn. In 1978 konden jaarlijks nog bijna 8.300 mensen medicijnen studeren in Frankrijk, in 1993 waren dat er maar 3.500.

Frans artsentekort voert terug op inperking geneeskunde


Deze numerus fixus wreekt zich nu de artsenrijke generatie van babyboomers met pensioen gaat – gemiddeld op hun 67ste, maar uiterlijk op hun 72ste. Dat terwijl de forse vergrijzing in Frankrijk leidt tot een hogere zorgvraag. En artsen zijn, anders dan bijvoorbeeld verpleegkundigen, fysiotherapeuten en vroedvrouwen, volledig vrij in de keuze waar ze zich willen vestigen. En hun voorkeur gaat doorgaans uit naar grote(re) steden en bijvoorbeeld het zuiden van Frankrijk.

De medische verwoestijning heeft geleid tot fors langere wachttijden voor medische afspraken, met het risico dat patiënten niet op tijd geholpen worden. Ook neemt de druk op de spoeddiensten toe – terwijl die urgences al ernstig onder druk staan door personeelstekorten en uitputting bij het personeel sinds de coronapandemie. Verder krijgen patiënten hun zorg niet of maar ten dele vergoed als die niet via hun eigen huisarts verloopt, wat grote financiële consequenties kan hebben voor chronisch zieken zonder huisarts. Dit alles in een land waar men ook met bescheiden klachten de dokter bezoekt en geneigd is veel medicijnen te gebruiken.

In twee jaar tijd is één arts met pensioen gegaan, één verhuisd en de derde is plotseling gestopt

Thibaut Guignard burgemeester van Plœuc-l’Hermitage

Ook voor Anna-Lucia’s moeder Magali Feuillet is het niet voor het eerst dat ze de gevolgen merkt van het wonen in een désert médical, vertelt ze. De familie is nu ingeschreven bij een huisarts, maar het duurde maanden om haar te vinden nadat hun vorige dokter was gestopt. De nieuwe huisarts bevindt zich op tien kilometer rijden. Anna-Lucia zal voorlopig dus niet alleen kunnen gaan.

Het artsentekort is een van de belangrijkste thema’s voor de burgemeester van Plœuc-l’Hermitage, Thibaut Guignard (41) – zelf zoon van een dokter. „Tot voor kort hadden we het prima voor elkaar met drie artsen. Maar in twee jaar tijd is één met pensioen gegaan, één verhuisd en de derde is eind vorig jaar plots gestopt”, vertelt hij in het stadhuis.

Het vertrek van de drie artsen was als „een elektroshock”, zegt Guignard. „Weten dat geen arts meer in de buurt zorgt voor angst onder de bevolking. En die wordt soms geuit in boosheid.” Er komen geregeld mensen naar het stadhuis om verhaal te halen. „Die vragen me: wat moet ik doen zonder arts? Er was iemand die zei dat ik incompetent ben omdat ik nog geen nieuwe artsen heb geregeld.”

Verontwaardigde reacties

Wie op straat in ‘Plœuc’ begint over het artsentekort, krijgt ook gauw verontwaardigde reacties. Zo vertelt een medewerkster van het plaatselijke bejaardentehuis, die haar naam niet in de krant wil omdat ze de burgemeester „al kent sinds hij een klein jongetje was”, dat ze vindt dat de gemeente „niets doet”. „Hij hangt niet eens banners op aan de autowegen! Het enige wat je hier kunt doen om gezond te blijven, is niet ziek worden”, zegt ze cynisch.

Maar de burgemeester is wel degelijk op zoek naar oplossingen. Afgelopen zomer heeft Guignard zorgmedewerkers in Plœuc-l’Hermitage aangespoord een „gezondheidscollectief” te vormen. „Er moet meer en makkelijker overleg komen tussen artsen en mensen met paramedische beroepen, iets waar jonge artsen veel waarde aan hechten.”

Daarna gaat de gemeente actief artsen werven via onder meer sociale media. Uiteindelijk hoopt de burgemeester in Plœuc-l’Hermitage een gezondheidscentrum op te richten waarin onder anderen artsen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen samenwerken. „We hebben inderdaad geen borden geplaatst. Ik denk dat die nergens toe leiden. Omdat artsen zo schaars zijn, moeten we er eerst voor zorgen dat we een zo aantrekkelijk mogelijke omgeving bieden.”

Instrumenten en snoertjes

Verder stopt Guignard meer geld in preventiecampagnes omtrent zaken als hydratatie en kindervoeding en doet de apotheek mee met twee experimenten om cliënten beter te kunnen helpen.

Apotheker Anne Rault laat de cabine de téléconsultation zien. In een kamertje staat een apparaat met een groot scherm en instrumenten aan snoertjes. „De patiënt voert zijn zorgverzekeringspasje in, gaat zitten en de arts verschijnt op het scherm”, vertelt Rault. „Met deze apparatuur”, ze houdt één voor één een bloedrukmeter, hartslagmeter en otoscoop omhoog, „kan de patiënt op aanwijzing van de arts zijn hartslag en bloeddruk meten en de dokter in zijn oor laten kijken”. Wekelijks maken in Plœuc-l’Hermitage tientallen mensen gebruik van zo’n teleconsult.

Bij een dorpje in de gemeente Louannec is een banner opgehangen met de oproep voor een arts.

Ook is Raults apotheek aangesloten bij het initiatief Osys, waarbij vijftig Bretonse apotheken experimenteren met het diagnosticeren en behandelen van simpele ziektebeelden. Het gaat onder meer om tekenbeten, eerstegraads brandwonden en constipatie. Rault: „Onze rol in de gemeenschap wordt steeds groter.”

Ook elders in Frankrijk vinden zulke initiatieven plaats om de gevolgen van het artsentekort te verzachten. Zo zijn er sinds het begin van de eeuw tweeduizend gezondheidscentra geopend en bestaan er talloze experimenten waarbij apothekers en paramedici meer zorgtaken krijgen. Ook politiek Parijs begint deze kant op te bewegen: onlangs werd een wetsvoorstel gepresenteerd dat het makkelijker moet maken om zonder tussenkomst van een arts geholpen te worden door verpleegkundigen, fysio- en spraaktherapeuten.

Deze herverdeling van zorgtaken kan een deel van de oplossing zijn, zegt econoom Mousquès. Maar het leidt ook tot verzet onder artsen. „Het professionele monopolie van artsen wordt bevraagd. Dat ligt erg gevoelig. Velen vinden dat er een fundamentele scheiding moet zijn tussen alles wat medisch is, van diagnoses stellen tot het voorschrijven van medicijnen, en wat niet medisch is.”

Hoopgevende ontwikkelingen

Naast de experimenten, in de woorden van burgemeester Guignard een vorm van „knutselwerk”, zijn er meer hoopgevende ontwikkelingen. De numerus fixus voor geneeskundestudenten is verhoogd tot bijna 10.000 en vanaf 2030 zullen er weer genoeg artsen opgeleid zijn om het hele land van zorg te voorzien. „Maar dat betekent niet dat het probleem van medische verwoestijning is opgelost”, benadrukt Mousquès. „Dat meer artsen worden opgeleid, garandeert niet dat zij zich ook in onderbezette regio’s zullen vestigen.”

De komende jaren blijft het in elk geval nog behelpen. En alle goede bedoelingen ten spijt, het blijkt in Plœuc-l’Hermitage dat improviseren niet altijd werkt. Zo is de thermometer in het hokje van de téléconsultation afgebroken. En omdat in heel Frankrijk maar 25 artsen aan de andere kant van het scherm zitten, kan de wachttijd voor een teleconsult uren oplopen.

Ook Anna-Lucia en haar moeder doen een poging gebruik te maken van de téléconsultation. Maar omdat Feuillet haar zorgverzekeringspasje niet bij zich heeft, kunnen ze niet inloggen. „Een echte dokter zou een foto van mijn carte vitale en mijn paspoort wel accepteren, maar een robot is niet zo coulant.”

En dus laat ze haar dochter onderzoeken door de apotheker, die haar een brace van 47,80 euro voorschrijft – een bedrag dat niet vergoed zal worden. Terwijl Feuillet afrekent benadrukt de apotheker dat Anna-Lucia de komende tijd niet mag sporten. Maar om zich af te melden voor schoolgym heeft ze een officiële attestation de maladie nodig. En zo’n briefje mag alleen een huisarts uitschrijven. Feuillet zucht en kijkt naar haar ingezwachtelde dochter. „Oké”, zegt ze. „Dan gaan we morgen verder zoeken naar een dokter.”