Vier haakse bochten. Daarmee wil de organisator van de kasseienklassieker Parijs-Roubaix, die dit weekend verreden wordt, de gevaarlijkste plek in het toch al behoorlijk gevaarlijke parcours neutraliseren.
Het gaat om secteur nummer 19, op 164 kilometer van de finish: Trouée d’Arenberg, beter bekend als het Bos van Wallers. De ingang van het bos is al decennia lang dé plek waar menig renner in de ambulance eindigt. Het peloton komt er aanrijden in een afdaling, 60 kilometer per uur of sneller, waarna de weg versmalt én de allergruwelijkste kasseienstrook van de wedstrijd begint. In een koers waarin iedereen zit te dringen voor een plekje voorin, is dat een garantie voor valpartijen. „Een soort helleput”, noemde oud-renner Koen de Kort de entree van ‘het Bos’ ooit in NRC.
Vorig jaar greep Roubaix-organisator ASO voor het eerst in, op verzoek van rennersvakbond CPA. Aan de rand van het bos werd door middel van dranghekken een ‘chicane’ aangelegd – een kunstmatige bocht van 180 graden waardoor de renners gedwongen werden vaart te minderen.
Dat leidde tot de nodige controverse: zo’n U-bocht, vonden renners en ploegleiders, zou de wedstrijd alleen maar gevaarlijker maken. Of op z’n minst zorgen voor een oneerlijke situatie: ‘voetje aan de grond’ voor wie niet voorin het peloton zit, en daarmee de kans op een goede klassering verkeken. „Is dit een grap?”, twitterde kasseienkoning Mathieu van der Poel een paar dagen voor de koers. Toch leek de ingreep te werken: ernstige valpartijen bleven uit, voor het eerst in jaren. (En klager Mathieu van der Poel won.)
Langs de oude mijnschacht
In de editie van dit jaar heeft de chicane plaatsgemaakt voor een andere oplossing. Een paar honderd meter voor de entree van het Bos gaan de coureurs links-rechts een ventweg op, langs de oude mijnschacht van Arenberg, om even later rechts-links de kasseienstrook op te draaien. Op die manier worden de renners „op een wat meer vloeiende manier afgeremd”, aldus parcoursbouwer Thierry Gouvenou van ASO.
Voorzitter Adam Hansen van rennersvakbond CPA is „heel blij” met de aanpassing van het parcours. Deze route had hij vorig jaar ook al onder de aandacht gebracht bij de organisatie, zegt hij. „Maar toen kon het niet, omdat er gaten in het wegdek zaten en er onvoldoende tijd was om het asfalt te repareren. De chicane was een kortetermijnoplossing.”
Koen de Kort, tegenwoordig materiaalmanager bij wielerploeg Lidl-Trek, vindt de ventweg-route een „iets minder stuntelige oplossing” dan vorig jaar – en goed voor de veiligheid. „De renners komen door die vier haakse bochten nog steeds met veel minder hoge snelheid de kasseienstrook opgereden.”
Risico op vallen bestaat er in de nieuwe opzet nog steeds, zegt De Kort, maar de gevolgen zullen minder dramatisch zijn. En er is nóg een potentieel voordeel: „Als je de kasseien met minder hoge snelheid opdraait, heb je minder kans om lek te rijden.”
