In mijnwerkersstadje Liévin jaagt Van der Poel op ruim vijftig jaar oud WK-record

De cross is halverwege als Mathieu van der Poel de steigerbrug op dendert. Bovenop maakt hij vaart voor een spectaculaire afsprong. In de lucht gooit hij zijn achterwiel opzij, om na een kleine seconde weer recht op de route terecht te komen. Het publiek in Hoogerheide beloont de zesvoudig wereldkampioen met een luide ‘ooooh’ en applaus. Hiervoor zijn ze vandaag gekomen.

Van der Poel kan zich de stunts een week voor het WK veroorloven. Net als in de andere zes veldritten waar hij dit seizoen aan deelnam, wint hij met een ruime voorsprong op de concurrentie. „Ik heb me geamuseerd”, zegt hij na afloop droogjes. Voor de Nederlandse bondscoach Gerben de Knegt is het een vertrouwd beeld. Van der Poel is „de absolute topfavoriet voor het WK”, zegt hij. „Dat kan niemand ontkennen en dat gaan we dan ook niet doen”.

In de voormalige mijnwerkersstad Liévin, gelegen in het noordelijkste puntje van Frankrijk, zal Van der Poel deze zondag minder risico nemen. Het WK is hét doel van deze winter. Als hij voor de zevende keer wereldkampioen wordt, komt de 30-jarige Nederlander op gelijke hoogte met recordhouder Erik De Vlaeminck. De in 2015 overleden Belg won tussen 1966 en 1973 zeven keer de titel.

Mathieu van der Poel vorige week tijdens de wereldbekerwedstrijd in Hoogerheide. Hij gaat zondag voor z’n zevende wereldtitel.
Foto Katrijn van Giel.

Het evenaren van De Vlaeminck vormt voor Van der Poel de grootste motivatie om ook deze winter nog de crossfiets tevoorschijn te halen. Verder valt voor hem in het veld weinig meer te halen, zei hij aan het begin van het seizoen. Wielerjournalisten houden hem al enkele jaren voor dat hij het decennia oude record in de toekomst zou kunnen verbreken, bij hemzelf leeft het pas „sinds vorig jaar”.

Met de gouden medaille van zijn zesde wereldtitel om zijn nek stond Van der Poel in februari vorig jaar de pers te woord in het Tsjechische Tábor. Hij twijfelde openlijk over zijn toekomst als veldrijder. Het zou „een mooi moment” kunnen zijn „om af te sluiten”, vond de renner van Alpecin-Deceuninck. Ja, de liefde voor het veldrijden was er nog steeds. Maar de randzaken rond de cross slurpen energie. Voor Van der Poel na een wedstrijd richting huis kan, moet hij eerst ceremonies bijwonen, journalisten te woord staan, handtekeningen uitdelen en een praatje maken met een sponsor.

Bovendien was zijn focus de afgelopen jaren meer en meer naar het wegseizoen verschoven. In Spanje bereidt Van der Poel zich in de wintermaanden voor op voorjaarskoersen als de Ronde van Vlaanderen en Milaan-San Remo, om tussendoor ‘even’ naar België of Nederland af te reizen voor een rondje door drassige weilanden en modderige zandstroken. „Soms wil ik gewoon een periode hebben waarin ik langer kan trainen”, zei Van der Poel in Tábor.

Mathieu van der Poel met fans na de wedstrijd.
Foto Katrijn van Giel.

Zegetocht uitbouwen

Lang bleef onduidelijk of hij dit weekend het record van De Vlaeminck zou gaan aanvallen. En of Van der Poel nog veel andere veldritten zou gaan rijden. Begin december onthulde de wereldkampioen de route die hij met ploegbaas Christoph Roodhooft had uitgestippeld richting het WK. Elf wedstrijden telde zijn programma, met Liévin als sluitstuk.

In het Belgische Zonhoven stond Van der Poel op 22 december voor het eerst dit seizoen aan de start. Doordat hij de eerdere manches in de wereldbeker had gemist, begon hij in het midden van het startvak. Na een minuut reed hij al op plaats twee, in de beruchte afdaling van de zanderige Kuil van Zonhoven had hij de koppositie te pakken. Op de finish bedroeg zijn voorsprong op nummer twee, Thibau Nys, tot zijn eigen verbazing anderhalve minuut. „Ik lig meer dan op schema”, zei hij. In plaats van hevige intervallen had hij de weken ervoor juist getraind op duurvermogen, om pas rond het WK in topvorm te zijn.

Via Mol en Gavere bouwde Van der Poel zijn zegetocht verder uit. Daags na Kerst kwam hij ook in Loenhout als eerste over de streep, al deed hij dat met een verbeten gezicht. Onderweg was hij tegen een paaltje aangebotst, nu had hij last van een pijnlijke ribbenkast. Toch nam hij twee dagen later nog deel aan de cross in het Franse Besançon, om vervolgens af te zeggen voor Baal, Koksijde en Dendermonde.

Mathieu van der Poel bij de wereldbekerwedstrijd in Hoogerheide.
Foto Katrijn van Giel.

Pas vorige weekend maakte ‘MvdP’ zijn rentree. In Maasmechelen vertelde hij dat de aanvaring met het paaltje een gebroken rib had opgeleverd, die vooral bij het crossen pijn deed. Op de weg had hij desondanks prima door kunnen trainen, terwijl het herstel van de botbreuk met speciale medische apparatuur werd bevorderd.

Voor het Maasmechelse publiek had zijn terugkeer niet langer moeten duren. Door zijn afwezigheid was de tweestrijd met grote rivaal Van Aert al een aantal maal uitgebleven. In Maasmechelen stonden beide veldrijders pas voor de tweede keer aan de start. Het zou ook de laatste keer zijn, want Van Aert had zich met het oog op zijn wegprogramma afgemeld voor het WK.

Ondanks zijn nog niet volledig aangegroeide rib bleef Van der Poel winnen. Van Aert eindigde op meer dan een minuut afstand als tweede, al dacht hij dat het gat zonder technisch foutje in de openingsfase kleiner had kunnen zijn. Na afloop ging Van Aert in gesprek met de Belgische bondscoach Angelo De Clercq en zijn coach Mathieu Heijboer. Hij voelde zich goed, viel het WK nog in te passen?

Dat bleek het geval. Van der Poel was net vertrokken uit Hoogerheide, toen Van Aerts ploeg Visma-Lease a Bike bekendmaakte dat de Belg zondag aan de start staat. De Belgische zender Sporza leek even daarvoor al op de hoogte van het besluit. Na zijn race kreeg Van der Poel de vraag wat hij van een mogelijke deelname van Van Aert zou vinden. „Een aangename verrassing”, zei hij. „Het is toch altijd leuk om tegen zo’n renner te strijden. Ik kijk er dan wel naar uit.”

Zware wedstrijd

Het WK-parcours in Liévin is „een echte Franse cross, met gras en hoogteverschillen”, zegt bondscoach De Knegt. Zelf was hij er in 2012 bij als renner, toen voor het laatst gecrosst werd in de stad. De Tsjech Zdenek Stybar won bij de mannen, Marianne Vos bij de vrouwen. Deze zondag rijden de renners afwisselend over lange stukken en door korte bochten, met tussendoor twee trappen die beklommen moeten worden. „Het wordt een zware wedstrijd”, verwacht De Knegt. „Het parcours ligt er vies bij.”

Donderdag sloot de organisatie nog delen van het parcours vanwege hevige regenval, waardoor renners waarschijnlijk een modderbad en veel loopwerk te wachten staat. Een andere factor die volgens Sporza een rol kan gaan spelen: de scherpe stenen die ooit uit de mijnen zijn gehakt. Hoewel de organisatie spreekt van ‘een schoon parcours’, speculeert de zender over een lekke bandenrace.

Fans wachten op Van der Poel na de wedstrijd.
Foto Katrijn van Giel.

Ook Van der Poel weet dat hij door materiaalpech kan verliezen. Het overkwam hem in 2017 in het Luxemburgse Bieles, waar hij door vier lekke banden zijn koppositie moest afstaan aan Van Aert. „Ik beschik over de beste papieren”, zegt hij over het naderende WK. „Maar de wedstrijd moet altijd gereden worden. Ik heb in het verleden al eens een kampioenschap verloren.”

Bovendien zijn er meer renners dan Van Aert met wie hij moet afrekenen. „Ik denk dat Thibau [Nys] op een kampioenschap boven zichzelf kan uitstijgen”, zegt Van Der Poel. Hij noemt ook Michael Vanthourenhout, die in Hoogerheide het wereldbekerklassement won. Vanuit Nederland lijken Lars van der Haar en Joris Nieuwenhuis de belangrijkste podiumkandidaten.

Het evenaren van De Vlaeminck is één ding. In Hoogerheide krijgt Van der Poel de vraag of hij ook al bezig is met het verbreken van het record – of zelfs met een tiende wereldtitel? „Dan moet ik ze allemaal winnen. En allemaal rijden, dat zal het voornaamste zijn.”

Mathieu van der Poel op de Wereldbekerwedstrijd te Hoogerheide. Voor de wedstrijd.
Foto Katrijn van Giel.