N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Festival Zeeland Klassiek Zeeland komt relatief weinig voor op de tourschema’s van klassieke ensembles. Daarom is Festival Zeeland Klassiek van violiste Lisa Jacobs voor Zeeuwen een uitkomst. Op de Keti Koti herdenking in Middelburg klonk zaterdag Surinaamse klassieke muziek.
Er hangt een gemoedelijke, verwachtingsvolle sfeer onder de grote oude bomen op het historische Abdijplein in Middelburg. Ook al heeft het de hele ochtend flink geregend, toch staan er nu in het waterige zonnetje zo’n 150 mensen. Ze kletsen, geven eten door, werpen een blik in een bibliotheekbakfiets op de mobiele fototentoonstelling (‘Zeeland bekent kleur’), en vooral: wachten af. Zo meteen zal een liveverbinding met Amsterdam ze de toespraak van de koning laten horen, en die gaat waarschijnlijk excuses voor het Nederlandse slavernijverleden aanbieden. De hoop is voelbaar.
Maar het duurt nog even voor de koning gaat spreken. Om de tijd in te vullen staat er een ensemble op het podium: violiste Lisa Jacobs met musici van haar dit weekend begonnen Festival Zeeland Klassiek, dat een ruime week klassieke concerten organiseert in Zeeland. „Heel belangrijk” vind ze het om vandaag op deze Keti Koti herdenking te zijn, zegt ze tegen de toeschouwers. En ook heel belangrijk om klassieke muziek te spelen van een Surinaamse componist. Jacobs koos Johan Victor Dahlberg (1915-1946), en uit vanaf het podium haar frustratie over hoe moeilijk het was om bladmuziek van zijn muziek te vinden. Uit vijf strijkers, een klarinet en een fagot klinkt een kort, maar mooi en overtuigend gespeeld stuk: zijn Gavotte en Musette, een stuk in klassieke stijl. Het middendeel is voor een licht vioolduo, met een melancholische ondertoon, aangezet door de druppels die plots weer even vallen. Mensen kruipen wat dichter bij elkaar onder de bomen. Het laatste deel herhaalt het thema van het eerste; net zo klassiek, maar met een Beethoviaanse passie. Deze muziek zou voor iedereen gewoon vind- en speelbaar moeten zijn, zegt Jacobs nadien, terecht.
Contrabas als subwoofer
Festival Zeeland Klassiek opende vrijdag, de avond ervoor, in de galmende Grote Kerk in Veere met de vioolsolo La Melodie Passagère (2009) van de Zeeuwse componist Daan Manneke. Mannekes lange introductie vanaf het podium stond het vrije associëren bij de muziek in de weg, maar Jacobs speelde mooi; behoedzaam, alsof het stuk uiterst breekbaar is, op haar vriendelijke, zachtwollig klinkende viool.
Daarna klonk Schuberts Octet in F-groot, een flink stuk van zes delen en een uitdaging in zulke galm: speel samen te hard en je speelt ‘tegen jezelf’ in de naklank van wat jij of een collega een seconden geleden speelde. Speel te zacht en het geheel gaat wollig en ongedefinieerd klinken. Deze Schubert neigde naar het laatste. Maar het leverde wel een interessante nieuwe klank op: viool en klarinet, normaal de focusinstrumenten in dit stuk, waren vaak moeilijk te onderscheiden. Maar instrumenten die normaal in de achtergrond klinken, waren nu hoofdpersoon: de contrabas hoefde maar nauwelijks aan te zetten om zo intens te klinken als een subwoofer. De hoorn was de protagonist die uit de muren leek te komen.
Pech had de avond wel, want de middendelen werden ontsierd door een zieke toeschouwer die ook na aandringen nog weigerde om hulp te aanvaarden. Schubert is sterk, maar niet sterker dan een om de zoveel tijd kokhalzende man, bij wie dan maar door rennende mensen een teiltje op schoot wordt gezet. Dat was jammer, want je gunt Zeeland dit festival enorm. De provincie staat op weinig tourschema’s van grotere musici, ensembles of orkesten. Lisa Jacobs is een van de weinigen die met een mooi programma in dat gat springt.