In Hoyerswerda is te zien hoe de Duitse eenwording is mislukt. ‘Het gat is nooit meer gedicht.’

‘Ik heb mijn hele leven gezien hoe deze stad altijd maar kromp. Hoe flats leeg stonden, werden afgebroken, hoe alles kleiner werd en ophield te bestaan, hoe buren links en rechts alleen maar ouder werden.”

Toni Züchner (1990) is geboren en getogen in Hoyerswerda, een stadje in de Lausitz, een regio in Oost-Saksen in het oosten van Duitsland. Hoyerswerda bestaat uit een middeleeuws stadscentrum en een ‘nieuwe stad’ die vanaf de jaren vijftig uit de grond werd gestampt voor werknemers van het nabijgelegen Schwarze Pumpe, de energiecentrale van de DDR.

De ‘Neustadt’ van Hoyerswerda werd in de jaren zestig gezien als een socialistische modelstad, van waaruit de DDR-burgers driemaal per dag per bus naar de omringende bruinkoolgroeves of de gas- en brikettenfabrieken in Schwarze Pumpe werden gereden. De kinderen van de jonge arbeidersstaat konden ondertussen op het gras tussen de typisch Oost-Duitse ‘Plattenbauten’ spelen, onder toeziend oog van de moeders die even geen dienst hadden. De wijken in de ‘nieuwe stad’ werden ‘wooncomplexen’ (‘WK’s’) genoemd en waren genummerd van één tot en met tien.

Toni Zürcher werkt als programmamaker bij cultureel centrum Kulturfabrik in Hoyerswerda. „Er zijn hier nog altijd een paar goeie kroegen, hoewel je goed moet zoeken.”
Foto: Matthias Schumann

Tot 1990 groeide Hoyerswerda explosief. In de jaren na de val van de Muur werden de brikettenfabrieken en de energiecentrales van Schwarze Pumpe stilgezet, verloren zo’n 70.000 mensen hun baan, en begon de grote leegloop. Tussen 1990 en 2008 kromp Hoyerswerda, dat in 1990 zo’n 72.000 inwoners telde, met ruim 43 procent. „Dat gat”, zegt Züchner, „is nooit meer gedicht.”

Ook Züchners vader, die in de bruinkooldagbouw werkte, stond begin jaren negentig op straat, en vond gelegenheidswerk in het voormalige West-Duitsland. „Verhuizen was bij ons altijd onderwerp van gesprek: op een dag zouden we mijn vader achterna reizen. Dat mijn ouders dat niet deden – ze moesten altijd de eindjes aan elkaar knopen – had er uiteindelijk mee te maken dat ik en mijn zusje het hier fijn hadden op school.” Tot in zijn tienerjaren, vertelt Züchner, woonde het gezin in ‘WK 10’. Het flatgebouw is inmiddels gesloopt.


Gulaschkanone

Anno 2024 is de ‘Neustadt’ van -Hoyerswerda een wat droefgeestige gatenkaas, waar ooit modern ogende flats en winkelcentra worden afgewisseld door bergen puin van net gesloopte WK’s, groene vlaktes waar de sloop al een tijd terug ligt, en fors vervallen flats die goeddeels leegstaan. Voor de Lausitzhalle, een groots opgezette concertzaal uit de jaren tachtig die de belangrijkste musici en ensembles uit de DDR een podium moest bieden, staat op een doordeweekse dag in december een ‘Gulaschkanone’, een grote legergroene warmhoudpan op wielen, waar plastic bordjes met macaroni en goulash te koop zijn.

In de tien verdiepingen tellende flat WK 5 – waar in de jaren tachtig een lokale Dadaïstische beweging de kop opstak (‘Hoyerswerdada’) – staat inmiddels een derde van de woningen leeg. Ongeveer de helft van de overige woningen wordt nog bewoond door de eerst generatie van arbeidskrachten. In de hele stad is maar liefst een derde van de inwoners ouder dan tachtig jaar, en ook in de flat is de gemiddelde leeftijd van witte Duitsers hoog. In de andere helft van de woningen in WK 5 wonen migranten, vooral uit Afghanistan, Syrië en Venezuela. De woningen in de flat zijn voor veel mensen de eerste eigen plek na het azc. „In Hoyerswerda is niet veel te doen”, zegt een jonge man uit Venezuela schouderophalend. Verder vindt hij het er oké, en de oudere Duitsers zijn niet onvriendelijk, zegt hij.

Mozaïek op een muur van de Lausitzhalle, in het centrum van Hoyerswerda. Het mozaïek, ontworpen door Fritz Eisel, komt uit 1984, toen de hal werd geopend als het Huis van Mijnwerkers.
Foto: Matthias Schumann

In Hoyerswerda was de krimp en de vergrijzing in de afgelopen decennia immens, maar vrijwel alle regio’s in Saksen kampen met dezelfde problemen. Alleen de steden Leipzig en Dresden groeien. Halverwege de jaren tien werd de grote krimp een halt toe geroepen door de honderdduizenden vluchtelingen die in 2015 en 2016 naar Duitsland kwamen en die over alle deelstaten en gemeentes werden verspreid.

In dezelfde periode, zegt geograaf Tim Leibert van het Leibniz-Institut für Länderkunde, trok ook de economie aan in het voormalige Oost-Duitsland, wat zorgde voor meer banen en betere perspectieven voor jonge mensen uit de regio. Toch zijn de gevolgen van de massaontslagen uit de jaren negentig en de daaropvolgende krimp nog altijd merkbaar, zegt Leibert. „De jonge vrouwen die in de jaren negentig als eersten hun biezen pakten, hebben elders kinderen gekregen; die kinderen, op hun beurt, zijn nu weer in de leeftijd om een gezin te beginnen – maar dus niet in Hoyerswerda.”

Helft woningen gesloopt

De burgemeester van Hoyerswerda, de sociaal-democraat Torsten Ruban-Zeh, zit ondanks de neergaande trend niet bij de pakken neer. Energiek vertelt hij hoe de flats in Neustadt nu eenmaal gesloopt moeten worden omdat de leegstand anders te groot zou worden. „Hele blokken die leegstaan – dat doen we niet.” Volgens Ruban-Zeh is al bijna de helft van de woningen in Neustadt gesloopt. Hij wijst er op dat het aantal mensen dat naar Hoyerswerda komt iets hoger ligt dan degenen die er vertrekken, en dat ook het geboortecijfer iets stijgt; helaas doet het hoge sterftecijfer die positieve ontwikkelingen teniet. „De krimp moeten we voorlopig accepteren, daar valt niets tegen te doen.”

Tegelijkertijd doet de stad veel om het tij te keren, en de deelstaat Saksen investeert fors om de regio nieuw leven in te blazen. Ruban-Zeh wil met eigentijdse, duurzame woningen – „en niet zo uniform als in de Platte, drie kamers op zestig vierkante meter” – jonge gezinnen aantrekken. In de Lausitz moet een nieuwe campus ontstaan voor astrofysica en aan de rand van Hoyerswerda werkt de Technische Universiteit van Dresden aan een nieuw instituut dat de mobiliteit van de toekomst onderzoekt. Het bruinkoolgebied moet worden omgeturnd in een kenniseconomie – rest de vraag of er genoeg mensen kunnen worden geworven om de nieuwe banen in te vullen. De bruinkoolgroeves om Hoyerswerda heen zijn in ieder geval al grotendeels getransformeerd tot meren.

De ‘Neustadt’ van Hoyerswerda gold ooit als socialistische modelstad, nu worden flatgebouwen daar gesloopt. Veel tussen de jaren 50 en 80 verrezen gebouwen staan door de extreme krimp leeg.
Torsten Ruban-Zeh, burgemeester van Hoyerswerda, in zijn werkkamer. „Mensen verlangen naar erkenning voor waar hun leven uit bestond, en dat wordt door de AfD handig uitgespeeld.”

Foto’s: Matthias Schumann

Franz Bleck en Vanessa Tietz, allebei zestien jaar oud, zitten in de jeugdgemeenteraad van de stad, en maken zich hard voor de belangen van de jongere generatie. Zo wordt er al jaren gepleit voor een skatepark in de stad. Bleck: „Ik geloof niet dat er heel veel mensen in Hoyerswerda skaten, er zijn er een paar, maar het is ook niet alleen voor skaters bedoeld. Het moet een trefpunt worden.” Na hun eindexamen zullen ze allebei vertrekken om te studeren. Bleck „sluit niet 100 procent uit” dat hij ooit terugkomt naar Hoyerswerda. Vanessa Tietz acht de kans erg klein: „Ik wil iets internationaals doen. Dat wordt van hieruit moeilijk.”

De krimp is niet alleen tekenend voor Hoyerswerda en Saksen, maar, zo schrijft socioloog Steffen Mau in zijn boek Ungleich Vereint, gaat op voor alle voormalig Oost-Duitse deelstaten, en staat in sterk contrast tot de West-Duitse deelstaten.

In het voormalige West-Duitsland wonen 60 procent meer inwoners dan voor de Tweede Wereldoorlog; in het gebied van de voormalige DDR is het 15 procent minder, waardoor het inwoneraantal er terug is op het niveau van 1905 (Berlijn niet meegerekend). Dit groei-schisma tussen Oost en West is volgens Mau overal in Europa aan weerszijden van het IJzeren Gordijn terug te zien.

Vanessa Tietz, lid van de jeugdgemeenteraad, bij haar middelbare school in Hoyerswerda. „Ik wil iets internationaals doen. Dat wordt van hieruit moeilijk.”
Foto: Matthias Schumann



Lees ook

Duitsland is ongelijk verenigd – en zal dat ook blijven

In de Duitse gemeente Hötensleben is een deel van de voormalige muur bewaard gebleven.

Jonge vrouwen

In de landelijke regio’s in het voormalige Oost-Duitsland zijn het met name jonge vrouwen die verhuizen, wat leidt tot een mannenoverschot. In sommige gemeentes is de verhouding in de leeftijdsgroep van 20 tot 29 jaar maar liefst honderdveertig mannen tegenover honderd vrouwen.

Geograaf Leibert: „Vrouwen zoeken vaker een baan in de dienstverlening, vaker in stedelijke gebieden. Bovendien zijn vrouwen minder traditioneel in hun beroepskeuze, en volgen zij vaker hun eigen pad, ook omdat ze minder vaste rolmodellen hebben. Mannen volgen meer de beroepen van de mensen om zich heen, hun mannelijke familieleden bijvoorbeeld, en zijn ook vaak meer geworteld in hun dorp of regio, door bijvoorbeeld hun sportclub.”

Voor de achterblijvers is de krimp vaak een bron van onvrede. „Enerzijds worden sociale verbindingen verbroken. Maar degene die vertrekt drukt ook uit geen toekomst meer te zien en te vrezen ooit zo te eindigen als de mensen die hij of zij iedere dag op straat ziet”, zegt Leibert. „Het maakt mensen woedend als hun kinderen vertrekken. Moeders die ik voor een onderzoek een paar jaar geleden sprak, zeiden dat het arbeidsbureau hun kinderen heeft afgepakt. Destijds was de werkloosheid groot, en voor werk moesten veel mensen verhuizen. Die mensen worden natuurlijk gemist, en de achtergebleven mensen blijven die wonden voelen.”

Volgens onderzoek is de extreem-rechtse partij Alternative für Deutschland (AfD) juist sterk in de gebieden die krimpen, vergrijzen en waar een mannenoverschot is. Ook in Hoyerswerda is de AfD al jaren de sterkste kracht in de gemeenteraad. „Dat was al zo voordat ik burgemeester werd”, zegt Ruban-Zeh gelaten. „Maar bij ons is de AfD niet zo extreem als elders.”

In de tien verdiepingen tellende flat WK 5 staat inmiddels een derde van de woningen leeg.

Wapens voor Oekraïne

Het succes van de partij wijt Ruban-Zeh meer aan het beleid van de regering in Berlijn dan aan de demografie. „Met name wat betreft het buitenlandbeleid en het gebrek aan vredesbesprekingen tussen Oekraïne en Rusland. Dat houdt de mensen hier erg bezig.” Ruban-Zeh is tegen de Duitse wapenleveranties aan Oekraïne. Hij is zelf opgegroeid in Moskou, waar zijn vader op de ambassade werkte, is getrouwd met een Russische vrouw, en heeft nog een huis in Rusland, al is hij daar jaren niet meer geweest. „Mijn schoonvader bekommert zich er nu om.”

De socialistische modelstad Hoyerswerda is 35 jaar na de val van de Muur een soort schoolvoorbeeld van hoe de ‘Wende’ is mislukt, maar ook een voorbeeld van hoe er stapje bij beetje een uitweg uit de neergang wordt gezocht. Ruban-Zeh: „Natuurlijk, mensen voelen zich gekrenkt omdat alles wat er vóór 1990 hier was opgebouwd, van de ene op de andere dag waardeloos werd verklaard. Mensen verlangen toch een beetje naar erkenning voor waar hun leven tot dan toe uit bestond, en dat wordt door de AfD handig uitgespeeld. Tegelijkertijd zijn de mensen in het oosten misschien een beetje gevoeliger voor crises, omdat ze al eens hebben meegemaakt hoe ze in één klap alles verloren.”

Toni Züchner, die als programmamaker werkt bij cultureel centrum ‘Kulturfabrik’, woont graag in Hoyerswerda. „Er zijn nog altijd een paar goeie kroegen”, zegt Züchner, „hoewel je goed moet zoeken. Als je hier altijd al woont, bekijk je het van de positieve kant: ‘oh, die bestaat nog’. Als je van buitenaf hierheen komt ben je, denk ik, in shock.” Mensen van buiten, zeker die uit het westen, associëren Hoyerswerda bovenal met de neonazi’s die in 1991 dagenlang een migrantenverblijf met molotov-cocktails bestookten, zegt Züchner. „Dat is zo’n sterk stigma.” Voorlopig blijft hij: „Het is ook spannend wat hier allemaal gebeurt hè, politiek en maatschappelijk. Er is weer een soort ‘Wende’ gaande, maar nu is er wel geld en wordt er geïnvesteerd om alles enigszins gestructureerd en met een plan te laten verlopen.”


Lees ook

In onze hoofden staat de muur nog overeind

Nynke van Verschuer (rechts) halverwege de jaren 90 met haar broer op weg naar de basisschool in Sternberg.