‘Als alles naar wens was, dan ontvangen we graag een goede review op onze website.” De tot in de puntjes gestileerde Oostenrijkse satire Peacock is nog geen vijf minuten begonnen of we worden al van onze illusies beroofd. De uiterst beminnelijke en beleefde blonde jongeman die zojuist een gezelschap van culturele snobs heeft betoverd met zijn kennis van de musique concrète instrumentale van Helmut Lachenmann, is ingehuurd als date. Nou ja, niet helemaal een date, hij is een soort uncanny arm candy met hersens. Deze Matthias blijft voorkomend tot aan de voordeur. Zelfs een fooi hoeft hij niet. „Goede service is voor ons vanzelfsprekend.”
Stel je voor dat je voor elke gelegenheid je ideale partner zou kunnen casten, is dat een aantrekkelijk idee? Dat je je eigen leven kunt regisseren alsof het een film is? De vriend die alles van klassieke muziek weet. Het sportmaatje. Iemand om mee te eten die ook nog wat van tekst heeft. Het kind dat je nooit hebt gekregen.
Peacock zegt veel over hoe maakbaar we denken dat de wereld is. En hoe er wordt gekeken naar mensen die niet aan de norm beantwoorden dat je altijd met z’n tweeën moet zijn, aan een plaatje moet voldoen, in een sprookje leven. Denk ook maar aan al die panische Amerikaanse romantische komedies waarin het hoofdpersonage wanhopig op zoek is naar een nepdate om mee te nemen naar de bruiloft van die geslaagde vriend die wel alles voor elkaar lijkt te hebben.
Sociaal wenselijk gedrag
Ook het groepje mensen na het concert in Peacock kijkt meewarig naar een dame die alleen is gekomen: „Zo beschamend.” De concertgangers praten elkaar naar de mond, aanpassen is de norm. In het wereldbeeld dat het speelfilmdebuut van de Oostenrijkse filmmaker Bernhard Wenger (1992) op de hak neemt, draait alles om sociaal wenselijk gedrag. Wat dat betreft heeft hij veel gemeen met de Zweedse filmmaker Ruben Östlund, die groepsdynamieken onder de loep legde in Turist (2014) en The Square (2017). Of met de Griekse regisseur Yorgos Lanthimos. Die voerde in Alps (2011) een groepje acteurs op dat zich verhuurt als dubbelgangers voor overleden familieleden. Zijn we allemaal vervangbaar? In The Lobster (2015) dreef Lanthimos de spot met de datingindustrie en schetste hij een parallel universum waarin alleen-zijn verboden is.
Acteur Albrecht Schuch, die Matthias speelt in Peacock, lijkt zelfs wel een beetje op Colin Farrell uit The Lobster, met dezelfde radeloze blik in de ogen, niet helemaal op één lijn met de ongeschreven wetten van een kille, perfectionistische wereld.
En dan is Schuchs Matthias nog wel degene die de regels maakt. Hij blijkt mede-eigenaar van het bedrijf My Companion waar je vrienden en familieleden kunt huren voor elke gelegenheid. Het is allemaal zo clean, steriel en seksloos dat de gedachte aan een escortbureau geen seconde in je opkomt. Het kost niet veel moeite in de zwarte komedie een offline variant te zien van de manier waarop beeldvorming en cybervriendschappen op sociale media alle verschillen tussen individuen gladstrijken.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134318747-e4fbc2.jpg|https://images.nrc.nl/7uEY1HirVd_Mdos22llBHMYyyiM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134318747-e4fbc2.jpg|https://images.nrc.nl/PknIQy3cssMSiGK55TuwKUWdS5Q=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134318747-e4fbc2.jpg)
Stel je voor dat je voor elke gelegenheid je ideale partner zou kunnen casten, is dat een aantrekkelijk idee?
Pygmalion
De rent-a-friend-film is een klein maar fijn genre. Het heeft z’n wortels natuurlijk in de Griekse mythe over beeldhouwer Pygmalion. Ingewikkelde man die Pygmalion, prototype miskend mannelijk genie met een enorme hekel aan vrouwen. Tot hij op een dag een vrouw uit ivoorwit alabaster hakte die in zijn ogen zo perfect was, dat hij bad dat ze tot leven zou komen. De minnegodin Aphrodite was hem goed gezind. Ze liet zijn wens uitkomen. Pygmalion en zijn Galatea schijnen nog lang en gelukkig te hebben geleefd, met kinderen op de koop toe.
De film My Fair Lady (1964), waarin het volkse bloemenmeisje Eliza Doolittle dankzij professor Henry Higgins leert spreken en zich gedragen als een dame, is gebaseerd op dit Pygmalion-motief dat je uit elk blok ruw graniet een echte dame kunt modelleren. Gelukkig is Eliza minder plooibaar dan op het eerste gezicht lijkt.
De echte grondlegger van het genre is Eddy Terstalls Rent-a-Friend uit 2000, een lowbudget romkom die in al z’n gruizigheid terug te zien is op Prime. Heel veel internationale impact had hij waarschijnlijk niet, maar hij had de tijdgeest te pakken en de beste titel die er is. Goed te googelen. Er bestaat inmiddels zelfs een Amerikaans bedrijf met dezelfde naam.
Terstalls film volgt kunstschilder Alfred die met lede ogen moet aanzien hoe zijn scenarioschrijvende vriendin hem tot soappersonage heeft omgetoverd en vervolgens hun break-up in de serie schrijft. Omdat hij niet van zijn schilderijen kan leven besluit hij zich als vriend te verhuren. Een gat in de markt.
Overigens niet helemaal aan de fantasie van Terstall ontsproten. De eerste vriendenverhuurservices ontstonden in de jaren 1990 in Japan, als reactie op het uiteenvallen van traditionele familiestructuren.
Illusoire wereld
Werner Herzog maakte er de film Family Romance, LLC. (2019) over. Hierin volgt hij in geënsceneerde scènes de Japanse acteur Yuichi Ishii, die zich ook in werkelijkheid als vader of zoon laat verhuren. Herzog trekt deze praktijken door naar wat hij als een grotere culturele omwenteling ziet. Mensen geven steeds meer de voorkeur aan een illusoire wereld boven een tastbare werkelijkheid. Dat we rollen spelen is natuurlijk zo oud als de verhalen die we elkaar vertellen, concludeert ook Herzog. Maar door digitale mediatechnologieën wordt het wel steeds lastiger de wens van de werkelijkheid te onderscheiden. Waar ligt het omslagpunt?
Zo bezoekt hoofdpersoon Ishii een robothotel in Tokio om te onderzoeken of robots in de toekomst wellicht een rol in zijn bedrijf zouden kunnen spelen. Een toekomstbeeld dat met de hausse in persoonlijke AI’s als Replika, Kindroid of Nomi eigenlijk al is ingelost. En ook dat is door de filmgeschiedenis al eens voorspeld, bijvoorbeeld in de film Her (2013) van Spike Jonze, waarin Joaquin Phoenix verliefd werd op het AI-besturingssysteem van zijn computer. Troost in je borstzak. Een lichaam is niet eens per se meer nodig.
Peacock speelt daar handig op in doordat Matthias in een identiteitscrisis verzeild raakt. De Duitse ondertitel van de film is niet toevallig ‘Bin Ich echt?’ Als zijn relatie wegens te veel ceremoniële hoffelijkheid op de klippen is gelopen, wordt hij verliefd op een vrouw die net zoveel van componist Lachenmann lijkt te weten als hij. Maar is zíj wel echt? Net als in Family Affair, LLC. liegen niet alleen de huurvrienden maar ook hun klanten en is echte liefde verboden. Bedrijfsbeleid. Het enige wat overblijft is een stand-in voor ons verlangen. Maar wel de perfecte stand-in.
