Een gloeiende witte koepel steekt uit boven de baai van Osaka. Het is het visuele middelpunt van het Nederlands paviljoen op de Wereldtentoonstelling 2025, een futuristisch gebouw met een façade van golvende stalen lamellen.
Architect Thomas Rau heeft elk bouwmateriaal in het paviljoen voorzien van een paspoort en geregistreerd in een digitaal kadaster. Zo wil hij volgen hoe de materialen opnieuw worden ingezet nadat de expo is afgelopen. Duurzaam materiaalgebruik is een van de centrale thema’s van deze Wereldtentoonstelling. „Wij zijn gasten op aarde”, zegt de paviljoenarchitect. „Alles wat je creëert, komt voort uit beperkte bronnen. Dat is wat we duidelijk wilden maken met ons ontwerp.”
Het paviljoen is een etalage van Nederlandse innovaties. Bezoekers maken kennis met installaties die de winning van energie uit golven verbeelden, tot iconische waterwerken als de Deltawerken en de Afsluitdijk. De nadruk ligt op Nederland als ‘waterland’. Bij de start van de wandeling door het paviljoen krijgen bezoekers een boodschap gepresenteerd die Nederland trots uitdraagt: ruim een kwart van het land ligt onder zeeniveau maar blijft dankzij goed waterbeheer droog.
De ervaring begint onder de verlichte koepel zodra bezoekers een orb, een lichtgevende bol, overhandigd krijgen. „Dit zie je normaal alleen in science fiction films”, zegt consul-generaal Marc Kuipers. Hij runt het paviljoen namens Nederland. De lichtgevende bollen kunnen bezoekers op verschillende punten in het gebouw tegen kunstwerken op de muur aandrukken, of nabij die van andere bezoekers houden. Hierdoor veranderen ze van kleur of gaan ze met een nieuw ritme pulseren. De orbs hebben vooral een begeleidende functie: ze moedigen bezoekers aan om op sleutelpunten in het paviljoen stil te staan en Nederland als ‘innovatieland’ in beeld te krijgen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131252838-4fcb50.jpg|https://images.nrc.nl/-9HggfYGFyCTSA_3bWSdNqEaG6Q=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131252838-4fcb50.jpg|https://images.nrc.nl/GSGnS9HiVP6ykqqm-B7r90s-u68=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131252838-4fcb50.jpg)
Franck Robichon/EPA
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131252746-d4a4fc.jpg|https://images.nrc.nl/nvjKPHpoktp5tVCM04U_2X6Tmo4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131252746-d4a4fc.jpg|https://images.nrc.nl/4kske7p-LQD7tLccRTOOVGwtBVQ=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131252746-d4a4fc.jpg)
Foto Hiro Komae/AP Photo
Wereldexpo
Sinds 1851 is de Wereldexpo een internationaal evenement waar landen hun technologische vooruitgang en toekomstvisies presenteren. Het is bedoeld om samenwerking tussen landen te bevorderen rond de grote vraagstukken van de tijd, zoals bij de vorige editie in Dubai: duurzaamheid en mobiliteit. Door de jaren heen zijn er iconische bouwwerken ontstaan, zoals de Eiffeltoren in Parijs (1889), het Atomium in Brussel (1958) en de Space Needle in Seattle (1962).
Nederland heeft sinds de eerste editie van de Wereldtentoonstelling 175 jaar geleden, in London, elke keer meegedaan. Volgens de Rijksdienst van Ondernemend Nederland haalde de vorige deelname in Dubai bijna 170 miljoen euro naan contracten binnen voor Nederlandse bedrijven.
De 35ste editie van de Wereldexpo vindt dit jaar plaats op Yumeshima, een kunstmatig eiland ten zuiden van Osaka. Het thema, Designing Future Society for Our Lives, draait om de rol van technologie in het verbeteren van levenskwaliteit.
Dit jaar doen 158 landen en regio’s mee, op een gebied dat ongeveer drie keer zo groot is als het Amsterdamse Vondelpark. De organisatoren mikken uiteindelijk op in totaal 23 miljoen bezoekers, een bescheiden aantal in vergelijking met de eerste Wereldexpo in Osaka dat in 1970 meer dan 64 miljoen bezoekers trok. Toch is de weg ernaartoe hobbelig. De kaartverkoop loopt achter op schema, meerdere landen kampten met bouwvertragingen en de bouwkosten zijn verdubbeld. Op de eerste dag bleven enkele paviljoens gesloten, terwijl technische storingen en logistieke drukte tot lange wachttijden leidden. De bezoekers zijn vooral recreanten, maar aan de zijlijnen vinden kleinere handelsmissies plaats. Japan gebruikt de expositie om internationale samenwerkingen te versterken.
Het bezoek van premier Dick Schoof aan het Nederlands paviljoen voor de officiële opening, benadrukte deze diplomatieke missie. Tijdens een rondleiding sprak de premier over het bredere belang van samenwerking met Japan, en van de Nederlandse aanwezigheid op de expo: „We zijn twee landen met veel geopolitieke en economische onrust om ons heen”, zei hij, verwijzend naar de groeiende militaire macht van China en de ontwrichtende Amerikaanse importheffingen. „Juist daarom is het nodig elkaar op te zoeken en samen te werken aan het welzijn en de welvaart van onze samenlevingen. Dat is de boodschap hier.”
Nijntje
„Helemaal alleen gaan we geen oplossingen vinden voor internationale uitdagingen zoals pandemieën en klimaatverandering,” zegt consul Kuipers. Hij ziet die samenwerking gesymboliseerd in de orbs, die op hetzelfde ritme gaan pulseren als je ze tegen elkaar houdt, als een gedeelde hartslag. De diepere boodschap is ongemakkelijk. Hoe indrukwekkend de Nederlandse innovaties ook zijn, zonder hulp of kopers van het buitenland blijft de impact beperkt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131252629-fe74e7.jpg|https://images.nrc.nl/Sj-C5GoIA6QjY92OQJGfKAGb0BI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131252629-fe74e7.jpg|https://images.nrc.nl/pXz_tPCUhj05E8K8Y5PYyns8bNM=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131252629-fe74e7.jpg)
Foto Soichiro Koriyama/EPA
Het paviljoen loopt vol. Bezoekers duwen de lichtgevende bollen niet alleen tegen de kunstwerken aan, maar houden ze in de donkere gangen ook als verlichting bij kleine boekjes die door het gebouw heen hangen. Op de voorkant staat een bekend Nederlands tekenfiguur: Nijntje. „Het is ongelooflijk hoe waanzinnig populair Nijntje hier is. Of zoals de Japanners haar kennen: Miffy”, vertelt Kuipers.
Volgens de consul was het de bedoeling met de boekjes in makkelijke taal en met Nijntje-tekeningen complexe concepten als duurzame chemie en waterstoftransport aan kinderen uit te leggen, die al van jongs af aan Miffy-boekjes op school lezen. „Maar ze is inmiddels zo herkenbaar voor Japanners dat zelfs de volwassenen naar de boekjes kijken.”
Ook bij premier Schoof lijkt de handelsgeest de boventoon te voeren. „Ik hoorde dat de gelimiteerde editie Nijntjes op de eerste dag uitverkocht waren”, vertelt de premier over de knuffels die voor omgerekend dertig euro in de souvenirwinkel liggen. Het belangrijkste Japanse woord dat hij daarom heeft onthouden ligt voor de hand: „Miffy”, lacht hij hardop.
