In het kleine Oekraïense dorp weet iedereen al lang wie collaboreerde. ‘Ik haat hem. Hoe kon hij de Russen steunen?’

In de tuindeur zitten gaten door granaatscherven, net als bij omliggende woningen. De deur zelf zit op slot. De bewoner doet niet open of is niet thuis. Hier woont, zeggen inwoners van het Zuid-Oekraïense dorp Tsjornobajivka, een collaborateur. Die nog altijd vrij rondloopt. Hij stemde, vertellen ze, tijdens de Russische bezetting van het dorp in een nep-referendum voor aansluiting bij Rusland en liet zich met Russische symbolen fotograferen.

Natalija Stepanenko vraagt zich af waarom deze dorpsgenoot onbestraft blijft. Ze draagt een wit shirt met het wapen van Oekraïne en zonnebloemen erop. In Tsjornobajivka weeft Stepanenko (54) samen met andere vrouwen van rond haar leeftijd in een houten gebouwtje camouflagenetten in opdracht van legerbrigades. In de lente en zomer maken ze groene netten, in de herfst bruine en in de winter witte. Aan de muur hangen vlaggen van brigades als dank.

Stepanenko komt die ene dorpsgenoot weleens tegen op straat, zegt ze frutselend aan het net. „Hij slaat dan zijn ogen neer. Want hij begrijpt dat hij schuldig is. Hij is meerdere keren meegenomen door de veiligheidsdiensten, maar ze lieten hem gaan wegens gebrek aan bewijs. Nou goed, het is niet aan mij om te beslissen of hij schuldig is.”

In Tsjornobajivka weven vrouwen in een houten gebouwtje camouflagenetten in opdracht van legerbrigades
Foto Kostyantyn Chernichkin

Niet alleen in Tsjornobajivka, in de zuidelijke provincie Cherson, zitten de Oekraïense overheidsdiensten achter vermeende collaborateurs aan. Door heel Oekraïne jagen ze intensief op hen. Voortdurend berichten het Openbaar Ministerie en de SBOe, de Oekraïense geheime dienst, op sociale media over arrestaties en vonnissen.

Voorzichtig in vervolgen

Collaborateurs vormen van binnenuit een gevaar en ondermijnen de Oekraïense soevereiniteit. Tijdens de Russische bezetting, in het oosten en zuiden van Oekraïne, sloten Oekraïners zich aan bij de Russen en werkten voor hen in het lokale bestuur, onderwijs en veiligheidsdiensten. Anderen gaven informatie door over de Oekraïense krijgsmacht. Ze werkten mee uit angst, voor het geld of omdat ze pro-Russische sympathieën koesterden. Eind januari verklaarde de hoofdonderzoeker van de Oekraïense politie in een interview met persbureau Interfax dat er tot dan toe ongeveer 3.500 gevallen van collaboratie waren gedocumenteerd.

Stepanenko mag er zelf volledig van overtuigd zijn dat haar dorpsgenoot collaboreerde, de overheidsdiensten gaan niet zomaar over tot vervolging. Zonder op de kwestie in Tsjornobajivka in te gaan, vertelt Anastasia Vesilovska dat de Oekraïense autoriteiten voorzichtig zijnin het vervolgen van collaborateurs, verraders en anderen die Rusland helpen. Vesilovska werkt als woordvoerder van het Openbaar Ministerie van de provincie Cherson. De ingang van het OM is gebarricadeerd met zandzakken. Voor hun veiligheid verblijven Vesilovska en haar collega’s in de kelder. Het OM in de provincie Cherson heeft momenteel 1.900 strafzaken lopen. Tot nu toe kwam het tot 68 vonnissen, zegt Vesilovska, variërend van vijf jaar cel tot levenslang.

Anastasia Vesilovska, woordvoerder van het Openbaar Ministerie van de provincie Cherson
Foto Kostyantyn Chernichkin

Voordat ze de werkwijze toelicht, legt Vesilovska uit wanneer het OM iemand beschouwt als een collaborateur. Bij Oekraïense politieagenten die werken voor de Russen is dat duidelijk. Net als bij een bestuurder die deel uitmaakt van de Russische bezettingsmacht. Maar een leraar die in Cherson lesgeeft op een school onder Russisch bewind? Een arts die doorwerkt? Beiden worden betaald door de Russische overheid.

Om de definitie van collaborateur vast te stellen, heeft Oekraïne het wetboek van strafrecht sinds de grootschalige Russische invasie in februari 2022 aangepast, omdat het niet eerder met zulke gevallen van collaboratie te maken had. Collaboratie gaat van het steunen van de Russen, zoals het verspreiden van propaganda, tot het doden van Oekraïners, zegt Vesilovska. Onder wetsartikel 111 komt dat neer op het ondernemen van activiteiten tegen de Oekraïense staat door een Oekraïense burger. Vesilovska: „We hebben het over mensen die door hun daden schade toebrengen aan onze soevereiniteit.”

Een leraar maakt zich schuldig aan collaboratie, legt Vesilovska uit, als die ermee instemt uitbetaald te krijgen in roebels en in het Russisch les te geven volgens de Russische wetgeving en onderwijsmethodes, zonder aandacht te besteden aan de Oekraïense identiteit. „Stuk voor stuk zijn dit allemaal misdrijven.” Zo ook, zegt ze, het uitwissen van Oekraïne als zelfstandig land. „De geschiedenisverhalen worden in het Russische onderwijs herschreven. Dat is propaganda.”

Vesilovska voegt eraan toe dat docenten ervoor konden kiezen om te vertrekken naar gebied waar Oekraïne de macht heeft. „Dat is iedereen aangeraden. Leraren konden daar een baan krijgen. Het is een keuze die je maakt. Ook ik ben weggegaan.”

Dan het ziekenhuispersoneel. „Als een arts of een verpleger iemand behandelt volgens de eed van Hippocrates, is dat geen probleem. Maar geeft een arts bij een behandeling of het geven van medicijnen voorrang aan een bezetter of een gewonde Russische soldaat, dan is dat een misdaad tegen Oekraïners en de Oekraïense staat.”

Collaboreren in een dorp

Voor Oekraïners in een dorp is het allang zeker wie collaboreerde. Iedereen weet van elkaar wat die heeft gedaan tijdens de bezetting. Het frustreert hen als een vermeende collaborateur vrij rondloopt en niet wordt vervolgd. Het voedt het gevoel van onveiligheid in een dorp als Tsjornobajivka, dat voor de Russische invasie elfduizend inwoners telde, en ook in omliggende plaatsen. Onbestrafte collaborateurs kunnen vroeg of laat informatie over doelwitten doorspelen aan de Russen. Die beschieten de regio Cherson dagelijks met drones en artillerievuur. Het is voor de dorpsbewoners leven in een dodelijke roulette.

De aan de camouflagenetten werkende vrouwen vertellen dat de meeste collaborateurs zijn vertrokken met de Russen toen de Oekraïners in november 2022 hun dorp na zes maanden bezetting bevrijdden. Anderen zijn wel degelijk bestraft. Maar de collaborateur van de tuindeur met gaten, die nog vrij rondloopt, snijdt door Stepanenko’s ziel. „Hoe valt er met zo’n iemand te leven? Ik haat hem, natuurlijk. Hoe kon hij de Russen steunen? Ze hebben in ons mooie leven ingebroken. De kinderen in het dorp moesten vluchten.”

Voor de oorlog voelde iedereen zich in Tsjornobajivka als goede buren van elkaar. Sinds de Russische bezetting is alles anders. De vrouwen die de netten maken, wantrouwen onbekenden. Angst overheerst. Ze weten niet wat er in de hoofden van anderen omgaat. Wie is er de vijand? Ze praten eigenlijk alleen met mensen die ze kennen. Ook de Nederlandse verslaggever wordt argwanend bekeken. Werkt die misschien voor de Russen?

Dat de argwaan in Tsjornobajivka is toegenomen, ziet ook burgemeester Ihor Doedar (56) in zijn kantoor. „Wie kan je nog vertrouwen? We weten niet wie wat heeft gedaan tijdens de bezetting. Nog niet iedereen is onderzocht. Het zou roekeloos zijn om iedereen die langskomt te vertrouwen. Er is een oorlog gaande.”

In zijn dorp lopen momenteel twintig mensen rond die collaboreerden met de Russen, weet hij. Tegen tien daarvan zijn strafzaken geopend. Zij liepen rond met Russische vlaggen. Zijn zij strafbaar? Doedar vindt van niet. „We hebben pluralisme. Wij hebben een democratie. Je mag van een land houden. Daarmee overschrijd je de wet niet.”

Vesilovska van het OM maakt onderscheid tussen kleine en grote overtredingen. Zonder de zaak in Tsjornobajivka te kennen, kwalificeert ze het op straat zwaaien met een Russische vlag als „een onbeduidende” overtreding. Maar, voegt ze eraan toe, je moet kijken wat er verder mee gebeurt. Worden foto’s ervan op sociale media gezet, dus het verspreiden van propaganda? En gebeurt dat systematisch? Dan ziet ze dat als een zwaarder misdrijf.

Ze laat zich niet uit over iemand die bij het nep-referendum stemde voor aansluiting bij Rusland. Daar moet per individu naar worden gekeken. Vooralsnog zijn er geen rechtszaken over geweest.

Werken voor de Russische politie

Een andere vrouw (34), die anoniem wil blijven vanwege haar veiligheid, loopt in Cherson rond met vragen over waarom een collaborerende kennis van haar niet in de gevangenis zit. Voor de Russische invasie, vertelt ze in haar flat in de Zuid-Oekraïense stad, voerde de kennis klussen uit voor het autoservicebedrijf van haar man, waar zij ook werkte.

Toen de Russen Cherson bezetten, kwam hij naar haar toe als politieagent in een officieel Russisch uniform en had hij een Russisch paspoort. Hij probeerde de 34-jarige vrouw, die voor de bezetting werkte bij de Oekraïense politie, te verleiden om ook voor de Russische politie te werken. Ze weigerde. De vrouw verdenkt hem er van haar vervolgens te hebben willen ontmaskeren als pro-Oekraïense partizaan. Ze vluchtte de stad uit voor haar veiligheid.

Na de bevrijding van Cherson in november 2022 keerde de 34-jarige vrouw terug en kwam ze de kennis weer tegen. Ze deed aangifte bij de SBOe in Cherson. Daarna werd hij twee keer opgepakt en steeds vrijgelaten, vertelt ze met verbazing in haar stem. Nog altijd loopt hij vrij rond, zegt de vrouw. „Helaas voorziet het wetboek van Oekraïne in bepaalde procedures en vereist het bewijsmateriaal. Mijn woorden tegen hem hebben niets opgeleverd.” Ze hadden geen ruzie voor de oorlog, zegt ze.

Haar verhaal valt voor NRC niet te verifiëren. De kennis is ondanks een bezoek aan zijn flat en verzoeken via Facebook niet bereikbaar voor commentaar. De 34-jarige vrouw gaat niet in op de vraag of ze zijn telefoonnummer kan geven. Wederzijdse kennissen hebben hun relatie met hem beëindigd, voegt ze toe. „Niemand communiceert met hem. Hij leidt een teruggetrokken levensstijl.” Ze weet niet of anderen ook een verklaring over hem hebben afgelegd. Vragen over de kwestie aan overheidsdiensten, zoals het OM van Cherson en de geheime dienst SBOe, leveren niks op.

Links: de 34-jarige vrouw uit Cherson die benaderd werd om voor de Russische politie te werken, voor haar appartement met haar zoon. Rechts: de vrouw laat haar politie-insigne zien.

Foto’s Kostyantyn Chernichkin

Vesilovska snapt dat vrij rondlopende collaborateurs leiden tot angst, wantrouwen en frustraties onder de bevolking. Maar het OM wil niet, benadrukt ze, overhaast te werk gaan, voordat het besluit tot vervolging. We zijn geen Rusland, zegt ze, waar mensen op basis van valse gronden vervolgd kunnen worden en zonder eerlijk proces in de cel verdwijnen. Het kost tijd, soms wel tot een jaar, voordat iemand voor de rechter verschijnt. „Er zijn gevallen waarin iemand een ander belastert. Daarom is het noodzakelijk om het bewijs te controleren. Geen enkele rechter neemt een zaak op zich waarin het bewijs rammelt.”

Het OM voelt ook dat het Westen over de schouder meekijkt. „Oekraïne wil laten zien aan de westerse partners dat het een goed functionerende rechtsstaat is. Als de verkeerde persoon wordt veroordeeld kan die naar een internationale rechtbank stappen. Dat straalt negatief af op het imago van Oekraïne als land en op de werking van ons juridisch systeem. Daarom moeten we er alles aan doen om te zorgen dat we op een correcte wijze werken.”

Iedere zaak, zegt Vesilovska, moet op zichzelf worden beoordeeld en ook dat kost tijd. „Sommigen zeggen dat ze gedwongen waren om voor de Russen te werken. Als je gedwongen werd, kun je niet worden vervolgd. Maar dat moet bewezen worden. Voor alle gevallen geldt: er is geen one-size-fits-all-aanpak.”

In haar door een Russische aanval beschadigde flat wacht de anonieme vrouw uit Cherson met smart op het moment dat haar vermeende collaberende kennis wordt bestraft. Vroeg of laat, verwacht ze, wordt hij gearresteerd. Ze gelooft in het boemerangeffect, zoals ze dat noemt. „Wanneer je iets slechts hebt gedaan, zal je daar op een dag voor boeten.”