In het klaslokaal van juf Rozanne Mak heerst een verpletterende rust. Ze geeft er ‘effectief les’, maar wat houdt dat in?

Reportage

Effectief lesgeven Op de Bloeiende Perelaar wordt effectief lesgegeven, constateerde de Onderwijsinspectie. „Jullie kunnen dit gewoon al.”

Leerlingen op de Bloeiende Perelaar in Zuidoostbeemster. De openbare basisschool scoort goed in het woensdag gepubliceerde onderzoek van de Onderwijsinspectie.
Leerlingen op de Bloeiende Perelaar in Zuidoostbeemster. De openbare basisschool scoort goed in het woensdag gepubliceerde onderzoek van de Onderwijsinspectie.

Foto Simon Lenskens

Hebben de kinderen alles op tafel liggen wat ze nodig hebben voor taal? Ja, dat hebben ze. En verder niets? Nee. „Waarom is het belangrijk om niets anders op tafel te hebben?”, vraagt juf Rozanne Mak. „Omdat je dan wordt afgeleid”, zegt Siep.

Er heerst een verpletterende rust in het kleine lokaal van groep vier. 28 kinderen van zeven jaar zitten achter hun tafels en luisteren naar Rozanne Mak. Die praat luid en helder en herhaalt telkens de opdrachten. „Waarom is het belangrijk dat je goed spelt”, vraagt Rozanne aan de klas. „Zodat we later een goeie brief kunnen schrijven”.

Deze school, de Bloeiende Perelaar in Zuidoostbeemster met 485 kinderen uit de Beemster en Purmerend, scoort goed in het woensdag gepubliceerde onderzoek van de Onderwijsinspectie. Inspecteurs bezochten drie tot vijf lessen op 198 willekeurige basisscholen met de vraag: „Wordt hier effectief les gegeven?”

Maar wat is dat? In het beste geval voldoet de leraar aan 25 criteria. Van „de leraar bepaalde wat er gebeurde tijdens de les” tot „de leraar legde de lesstof zo uit dat de leerlingen het snapten”.

Juf Rozanne Mak doet dat. „We gaan nu woorden maken met lange en korte klanken. Als ik zeg ‘haar’ (ze strekt haar arm uit om te laten zien dat háár een lange klank is) „hoe schrijf je dan het meervoud, haren?” De klas zegt op: „Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg.” Een jongetje loopt naar het bord en schrijft: ‘Haren’. Correct – hij heeft gewoon een letter weggehaald.

En lak dan, is het laken of lakken? En krab? Hoe weet je of krab met een p eindigt of een b? „Dan maak je het woord langer. Krabben. Schubben. Dan weet je het.”

De kinderen gaan nu op een taal-speurtocht door het lokaal. Overal hangen beschrijvingen die moeten leiden tot één, goed gespeld, woord. Rode briefjes zijn voor iedereen, groene briefjes voor de snellere leerlingen. Mak: „Maar je mag ook groen proberen als je wilt.” Ze voldoet aan criterium 21: ‘Als leerlingen het al snapten dan liet de leraar hen moeilijkere opdrachten maken.’

Open sollicitaties

Je zou het alle kinderen in Nederland gunnen – een plek op de Bloeiende Perelaar. Landelijk dalen de reken- en taalprestaties van leerlingen. De oorzaken zijn legio: kinderen lezen gemiddeld minder en kijken meer naar een scherm. Er zijn te weinig leerkrachten, waardoor er op sommige scholen voortdurend invallers voor de klas staan. Sommige klassen zijn groot en enigszins chaotisch. Basisscholen moeten meer vakken geven dan vroeger binnen hetzelfde aantal uren.

Onderwijsinspecteur Lesley de Groot die de hele dag het lesgeven observeert: „Ik woon ook wel eens lessen bij die echt níet effectief zijn.” Dan is het heel rommelig in de klas.

Toegegeven, de omstandigheden op de Bloeiende Perelaar zijn goed. De school heeft geen last van het lerarentekort. Directeur Judith den Otter: „We krijgen nog steeds open sollicitaties”. In dit gebied, op 20 minuten rijden van Amsterdam, kun je nog een betaalbaar huis kopen of huren. Leraren uit de grote stad strijken hier neer. Het verloop is laag. Den Otter is er al tien jaar directeur.

Neem juf Anja Frikkee, die al 43,5 jaar les geeft, sinds 5 jaar op de Bloeiende Perelaar. Vandaag geeft ze rekenles aan groep acht. Ook weer klassikaal – de hele klas van negentien 11- en 12-jarigen doet hetzelfde. Inspecteur Lesley de Groot kijkt mee en maakt aantekeningen. Een uur lang werkt de groep actief mee aan de berekening van omtrek en oppervlakte van cirkels. Eigenlijk stof voor de brugklas, zegt juf Anja later tegen de groep. „Maar jullie kunnen dit gewoon al.”

Als Anja vraagt waarom je de omtrek van een cirkel zou willen weten, antwoordt een jongen: „Om te weten hoe groot een kaas is”. Haha, lacht de directeur, die erbij zit: „Dit is de Beemster.” Anja voldoet met haar vraag aan criterium 9 („De leraar vertelt waarom de leerlingen iets gaan leren”).


Lees ookDeze reportage over discussie in groep 8

Rode, oranje en groene vakjes

Eén meisje is onlangs ingestroomd van een andere basisschool, vertelt Den Otter. „Ze zat heel laag voor rekenen. En nu, binnen een half jaar zit ze vele niveau’s hoger.” Het recept? „Duidelijke uitleg. Herhaling. De hele klas erbij betrekken. Zeggen dat ze het kunnen. Uitleggen waarom ze het doen.”

De directie, naast Den Otter adjunct Sander Korver, komt elke week in elke klas. Ze houden ook bij hoeveel elke leerling vordert per vakgebied. Korver laat dat zien op zijn computer: in een programma worden de toetsresultaten per kind afgezet tegen de verwachtingen voor dat kind. Rood betekent: onder verwachting. Oranje: volgens verwachting. En groen: boven verwachting. Als er in een klas te veel rode vakjes op het scherm verschijnen, dan wordt er kennelijk niet effectief genoeg lesgegeven. „Wij gaan dan kijken waarom dat zo is.” Zijn er heel veel groene vakjes, dan wordt er kennelijk heel effectief les gegeven.

Het heeft iets schijn-exacts: want hoe weet je wat je precies kunt verwachten van een kind? Daar zijn, verzekert Korver, echt goede intelligentie-meetinstrumenten voor.