Niet thuis. Niet thuis. Niet thuis. Wel thuis, weet het nog niet. Niet thuis. Niet thuis. Wel thuis, neigt naar Labour. Labour-raadslid Jill Pidgeon gaat met een clubje partijgenoten de deuren langs in een buitenwijk in het oosten van Glasgow. Zij zet alle gegevens (‘nummer 45, niet thuis’) in een app in haar telefoon.
Ze wil de kiezers laten zien dat ze bereid is om loopwerk te doen deze campagne, zegt Pidgeon, en te horen wat er speelt. „En het is natuurlijk ook fijn om een idee te krijgen hoe we ervoor staan.” Dit is Mount Lockhart, een rustige wijk in Glasgow. De huizen zijn vrijstaand of twee onder één kap met veel tuin en meer dan genoeg parkeerplek voor de deur. Stemmenjagen is hier best lastig overdag, geeft Pidgeon toe, aangezien de meeste mensen naar hun werk zijn.
Op 4 juli zijn er verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk en Schotland is strategisch heel belangrijk voor oppositiepartij Labour. De Schotse Nationale Partij (SNP) was hier jarenlang veruit het populairst. Labour deed het de afgelopen jaren niet best; en haalde bij de Lagerhuisverkiezingen in 2015 en 2019 zelfs maar één zetel. Nu vertellen de peilingen een ander verhaal en wordt Labour waarschijnlijk de grootste.
Maar meer dan een bijzondere wederopstanding van Labour is dit een verhaal over de neergang van de SNP. En over het verloren gaan van momentum voor een onafhankelijk Schotland.
Politietent in de tuin
Taxichauffeur Joe O’Connor woont in Mount Lockhart en hij neigt dit keer naar Labour. Niet omdat hij partijleider Keir Starmer zo goed vindt, maar omdat de Conservatieve Partij in Londen en de SNP op regionaal en lokaal niveau er volgens hem een zootje van hebben gemaakt. Allebei. „De publieke voorzieningen zijn er vreselijk aan toe. We moesten dit jaar zelfs 50 pond extra betalen om onze vuilcontainer te laten ophalen. Dan kreeg je een grote sticker om op je kliko te plakken. Ik heb dat niet gedaan en inderdaad, ze lieten hem gewoon staan.”
Een stem op Labour zou voor O’Connor vooral een keuze bij gebrek aan beter zijn – zoals dat voor meer Schotten geldt. Eerder stemde hij op de SNP, maar die partij is sinds Nicola Sturgeon vorig jaar vertrok als premier en partijleider te veel met zichzelf bezig, vindt hij. „Als Nicola praatte, dan luisterde iedereen. Zij sprak zo goed en kon uitleggen waar het heen moest met het land.” Maar vorig jaar, twee maanden na haar aftreden, werden Sturgeon en haar man gearresteerd. Hun huis werd doorzocht, in de tuin stond een grote witte politietent. Sturgeon werd alleen maar ondervraagd, maar haar man – hij was jarenlang SNP-partijvoorzitter – is verduistering van partijgelden ten laste gelegd.
Ook Sturgeons opvolger Humza Yousaf is inmiddels alweer geschiedenis. In april zette hij de Groenen aan de kant, waar de SNP in het Schotse parlement een coalitie mee vormde. Maar Yousaf pakte het zo onhandig aan dat hij uiteindelijk zelf moest opstappen. Nu is een oudgediende, premier en partijleider, John Swinney. In hem heeft Joe O’Connor weinig vertrouwen. „Ik zie graag iemand met goede ideeën die het land een bepaalde kant op trekt, en dat is hij niet.” Swinney gaf in een verkiezingsdebat vorige week toe dat zijn partij „vertrouwen moet terugwinnen”.
Naast dit personele gehannes heeft de Schotse Nationale Partij een fundamenteler probleem. Het vooruitzicht op Schotse onafhankelijkheid, het unieke verkoopargument van de partij, is de afgelopen jaren weggezakt.
SNP is vastgelopen
Het is alweer tien jaar geleden, maar voor veel Schotten voelt het nog dichtbij. In 2014 stemde 55 procent van de bevolking in een referendum vóór onderdeel blijven van het Verenigd Koninkrijk, 45 procent wilde onafhankelijk worden. Vooraf noemden politici dit een eens-in-een-generatie-referendum, maar Nicola Sturgeon en de SNP probeerden na hun verlies toch een tweede referendum te regelen. En daar hadden ze, vonden zij, genoeg reden voor na de Brexit, die tegen de wil van de meeste Schotten plaatsvond.
Sturgeon probeerde meermaals om de verkiezingsoverwinningen van de SNP te interpreteren als impliciete steun om een tweede referendum uit te roepen. Ze had zelfs al een datum bedacht: 19 oktober 2023. Maar het liep anders. De hoogste rechter in Londen bepaalde dat de Britse overkoepelende regering ook moet instemmen met een nieuw referendum. Sindsdien is de SNP vastgelopen. Zowel de Conservatieven als Labour willen dat Schotland bij het VK blijft en zouden pas akkoord gaan als de peilingen overduidelijk een meerderheid voor onafhankelijkheid laten zien. En dat is niet het geval. De verhouding voor-tegen schommelt al jaren rond de 45-55 procent, zoals tijdens het referendum.
Nu een nieuwe stemming er de komende jaren dus niet van komt, is een deel van de kiezers politiek afgehaakt. In Dennistoun, een arme buurt in Oost-Glasgow, wijst Michelle Primrose naar de woonblokken. De buitenmuren zijn bekleed met kiezelsteentjes, in de tuinen ligt zwerfafval of staan groepjes tuinkabouters. Hier zie je politici nou nooit flyeren of aanbellen, zegt Primrose. „Dan zouden ze de hele dag bezig zijn met één blok. Al is dat natuurlijk eigenlijk precies wat ze zouden moeten doen.”
Michelle Primrose werkt al bijna twee jaar niet, zoals voor meer mensen in deze buurt geldt. Ze zat in de jeugdzorg en verzorgde gehandicapte kinderen, maar aan het einde van de coronacrisis werd het werken met invalpersoneel dat weinig respect voor de kinderen had, haar te veel. Ze kreeg angstaanvallen. Inmiddels gaat het beter en organiseert ze wandelingen en zwemsessies in open water voor wie eenzaam is en wat aanspraak kan gebruiken. „Er is verder weinig te doen hier.” Betrokkenheid genoeg dus, maar stemmen gaat ze niet op 4 juli. „Dat geldt voor veel mensen om me heen. Ik zie het nut er niet van in. Van al die beloften komt toch niets terecht. Anders waren we nu misschien onafhankelijk geweest.”
Symbolische waarde
Wat betekent Schotland voor Labour? „Zonder Schotland geen verandering, zonder Schotland geen Labour”, zei partijleider Keir Starmer eerder deze campagne. Als het lukt om hier de meeste zetels te halen, zou dat een grote symbolische waarde voor Labour hebben. Kijk, kan Starmer zeggen, we hebben ons in vijf jaar tijd van één zetel terug weten te vechten tot de grootste partij.
Maar een overwinning in Schotland maakt vooral uit omdat Labour simpelweg véél kiesdistricten moet binnenhalen om een meerderheid in het Lagerhuis te krijgen. In 2019 behaalde Labour onder leiding van Jeremy Corbyn het slechtste resultaat sinds 1935, terwijl de Conservatieven juist enorm succesvol waren met Boris Johnson als partijleider. Voor een kleine meerderheid (dus: 326 zetels) zou volgens deskundigen nu 12,7 procent van de stemmers naar Labour moeten overstappen. Klinkt laag? Het zou een record zijn. Bij de verkiezingen van 1997 haalde de toen populaire Labourleider Tony Blair een swing van 10,2 procent.
Nu de steun voor de SNP zoveel minder vanzelfsprekend is, zijn zetels in Schotland voor Labour relatief makkelijker binnen te halen en dat verlaagt de druk op kiesdistricten in Engeland. De Conservatieven zijn in Schotland maar in een paar districten populair: in het noordoosten, waar inwoners het van olie- en gasinkomsten moeten hebben, en in het zuiden, aan de grens met Engeland. Veel Schotten raakten in de tijd van de Conservatieve premier Margaret Thatcher vervreemd van de partij. Ze verloren hun werk in de industriële sector die onder Thatcher werd uitgekleed en hadden steeds minder op met de patriottische Tories.
Hoofdthema’s: zorg en onderwijs
In een nieuw hip koffiezaakje in Dennistoun – een koffie verkeerd kost 4 pond, 4,95 euro – zou barista Tim Andrews best een onafhankelijk Schotland willen. Maar het komt er voorlopig niet van, denkt ook hij. „En het is al helemaal niet zeker of we dan ook weer lid van de Europese Unie zouden kunnen worden.” De Brexit zit hem nog steeds dwars: Schotland is financiële hulp voor onderwijs en het vrije verkeer door Europa door de neus geboord, omdat een meerderheid in Engeland en Wales wel uit de Europese Unie wilde stappen.
Voor 4 juli kijkt Andrews naar andere thema’s. „De gezondheidszorg. Onderwijs. Zelfs basisdingen als de wegen en stoepen, overal is wel iets mee mis.” Dit geldt voor meer Schotten: de wachtlijsten bij de landelijke gezondheidsdienst NHS en de economie staan bovenaan hun lijstje verkiezingsthema’s, onafhankelijkheid komt pas op plaats zes of zeven.
Eerlijk is eerlijk, zegt Andrews, waarschijnlijk wordt het Labour. Einddoel voor hem en veel van zijn vrienden deze verkiezingen is toch om een einde aan de regeringsmacht van de Conservatieve Partij te maken. „Veel slechter dan onder hen kan het niet worden. Ik hoop maar dat ik daarin gelijk krijg.”