In Europa zelf batterijen maken? Die ambitie hapert, want de praktijk blijkt weerbarstig

In Borlänge hadden ze er wel zin in. Het Zweedse stadje, ongeveer 200 kilometer ten noordwesten van Stockholm, was een paar jaar geleden een grote batterijfabriek van Northvolt beloofd. Dat was een opsteker: de papierfabriek was er net dicht, en Northvolt gold als dé hoop van de Europese batterij-industrie. „Het is alsof we Messi gerekruteerd hebben voor de lokale voetbalclub”, zei lokale politicus Erik Nises destijds.

Borlänge dacht te gaan meeliften op het succes van de Zweedse start-up, een van Europa’s best-gefinancierde jonge ondernemingen (in totaal haalde Northvolt meer dan 10 miljard euro op) en hét voorbeeld van de Europese batterijambities. Northvolt had al een grote fabriek in Noord-Zweden, bij de nieuwe locatie in Borlänge zouden 1.000 mensen gaan werken.

Nu lijkt het erop dat de fabriek in het stadje er helemaal niet gaat komen. Northvolt zit in de problemen, en het kijkt kritisch naar de plannen in Borlänge. „Het voelt als een persoonlijke nederlaag”, zei Northvolt-topman Peter Carlsson eerder deze zomer tegen lokale media.

De kwestie-Borlänge staat voor een Europabreed probleem: de pogingen om een eigen batterij-industrie op te bouwen, om zo minder afhankelijk te worden van Aziatische leveranciers, haperen.

De afgelopen maanden is bijna wekelijks sprake van tegenvallers. Begin deze week bleek dat het Duitse Varta – bekend van consumentenbatterijtjes, maar ook van grote autobatterijen – noodgedwongen deels gered wordt door klant Porsche. ACC, een bekende batterijsamenwerking van Mercedes, Fiat en Jeep, zei in juni tijdelijk het werk aan twee fabrieken te pauzeren. Een handvol andere projecten is voorlopig ook stopgezet, zoals een fabriek van Volkswagen-dochter PowerCo en een fabriek van Italvolt.

Ondertussen verloor Northvolt een belangrijke opdracht van BMW à 2 miljard euro aan het Koreaanse Samsung. Bij Northvolt schoot de boel niet op, vonden de Beierse autobouwers.

Dit alles is precies hoe het juist níét bedoeld was. Met miljardenbedragen van investeerders, autofabrikanten en overheden probeert de Europese Unie een eigen batterij-industrie op te zetten. Op dit moment is de Europese auto-industrie sterk afhankelijk van Aziatische, vaak Chinese fabrikanten, zoals CATL, Samsung en LG Chem. Zij dreigen in de toekomst het meest waardevolle onderdeel van de autoketen te domineren. En dan gaat het nog niet over de geopolitieke afhankelijkheid die hiermee ontstaat.

Wat is er gebeurd? Nog maar een paar maanden geleden zagen de perspectieven er heel anders uit. Northvolt had grote plannen voor een handvol fabrieken in Europa. En ook andere fabrikanten presenteerden overal op het continent schetsen voor nieuwe ‘gigafactories’, zoals batterijfabrieken wel genoemd worden.

Allereerst is de markt voor elektrische auto’s fors afgekoeld, na jaren van extreme groei. In het eerste halfjaar, bijvoorbeeld, groeiden in de Europese Unie de verkopen van batterijauto’s met slechts 1,3 procent: in de context van veel grotere groei van de afgelopen jaren is dit erg weinig.

Dit resoneert direct in de batterijketen, zo blijkt. Umicore, een Belgisch chemieconcern dat grondstoffen voor batterijen levert, meldde in juni dat het uitbreidingsplannen in Europa afzwakt. Het schrapte alle winstverwachtingen voor 2024.

Van oudsher geen expert

Deze trend baart autofabrikanten zorgen en dwingt ze om nieuwe elektrische modellen uit te stellen. Maar het speelt ook de jonge batterijmakers parten. Zij zien minder bestellingen binnenkomen van automakers dan verwacht. „De orders zijn er gewoon niet”, zei Andy Leyland eerder tegen de Financial Times. Leyland is directeur van SC Insights, een onderzoeksbureau dat in juli becijferde dat er voor ongeveer 158 gigawattuur aan batterijprojecten in Europa is gepauzeerd of geannuleerd: dat komt neer op batterijen voor jaarlijks zo’n 2 miljoen auto’s.

Ondertussen is er ook nog een ander probleem dat met name Northvolt dwarszit: batterijen maken is heel erg moeilijk. De plannen van Europese fabrikanten, die veelal weinig ervaring hebben ten opzichte van hun Aziatische concurrenten, waren altijd al erg ambitieus: complexe fabrieken bouwen in een sector waar het continent van oudsher geen expert in is.

Om op te schalen en efficiënt te produceren moeten bedrijven in EU door leer-momenten heen

Ron Stoop
analist HCSS

„Bij het uit de grond stampen van een sector heb je te maken met allerlei kinderziektes”, zegt Ron Stoop, strategisch analist bij The Hague Center for Strategic Studies (HCSS), met specialisatie in industriebeleid. „Een fabriek kan je onder gunstige omstandigheden wel neerzetten in twee tot vier jaar. Maar om de productie helemaal op te schalen, efficiënt te produceren zonder al te veel afval… die leermomenten, daar moeten de Europese bedrijven nog doorheen.”


Lees ook

In de bossen van Skellefteå probeert Europa de batterijoorlog te winnen

In de bossen van Skellefteå probeert Europa de batterijoorlog te winnen

Bij een bezoek aan de hoofdfabriek van Northvolt in maart van dit jaar in Skellefteå in Noord-Zweden, ruim 500 kilometer ten noorden van Borlänge, trof NRC een tamelijk chaotische situatie aan. Honderden personeelsleden sleutelden daar aan machines, overal lagen testbatterijen of afgekeurde exemplaren. Het is geen geheim dat het concern het erg zwaar heeft met het betrouwbaar opschalen van productie. Klanten, zoals BMW, lopen weg, of klagen openlijk, zoals truckfabrikant Scania.

Het leidde er uiteindelijk toe dat het bedrijf in juni bekendmaakte een „strategische herziening” te gaan doen. Topman Peter Carlsson zei dat in september besluiten zullen vallen over de huidige enorme uitbreidingsplannen. Northvolt werkt aan nieuwe fabrieken in Duitsland, Zweden en Canada, maar het vermoeden is dat het deze ambitieuze projecten gaat terugschroeven of pauzeren. De focus moet dan komen te liggen op het goed draaiend krijgen van het vlaggenschip in Skellefteå.

Nikkel en kobalt

En dan is er nog een derde factor die de Europese plannen dwarszit. Veel fabrikanten focusten op hoogwaardige batterijen, met onder meer nikkel en kobalt. „Maar je ziet nu een switch naar lithium iron phosphate batterijen, zogenoemde LFP-batterijen”, zegt Stoop van HCSS. Die zijn goedkoper, en worden steeds beter. Maar vooral de Chinese bedrijven zijn hier goed in. „Die omslag moeten Europese bedrijven nog gaan maken.”

Dit is onder meer de reden achter de pauze in de bouw van de fabrieken van ACC – nog niet heel lang geleden beschouwd als de meest veelbelovende fabrikant in Europa na Northvolt. Nu staan projecten in Duitsland en Italië on hold, terwijl ACC uitzoekt of het niet met andere technologieën aan de slag moet.

Waar gaat dit heen? De recente ontwikkelingen mogen er dan somber uitzien, er zijn ook lichtpuntjes voor de Europese bedrijven in de inhaalrace. Zo blijken Aziatische fabrikanten het af en toe ook lastig te vinden om hun productie in Europa succesvol opgestart te krijgen. Het is bekend dat LG Chem veel moeite heeft bij een Poolse batterijfabriek, waar het veel lokaal personeel moet trainen.

Niet alle hoop verloren

Ook volgens Ron Stoop van HCSS is nog niet alle hoop verloren. Er lopen veel projecten, en met sommige ingrepen kan de Europese industrie flink geholpen zijn. Voor de hand liggend: meer financiële steun. Stoop: „Maar het belangrijkste is dat er een goede afzetmarkt blijft voor elektrische auto’s.” Daar moeten overheden voor zorgen, met een duidelijke visie en eventueel subsidies. „Nu heb je in veel landen nog politieke schermutselingen over de mate waarin ze voor elektrische auto’s willen gaan.”

En als het Europese batterijbedrijven uiteindelijk toch niet lukt? Dan is er wat Stoop betreft ook nog een ‘second best’-scenario. Daarbij komen er wel batterijfabrieken in Europa, maar zijn deze overwegend van Aziatische bedrijven. Op z’n minst is er dan sprake van hoogwaardige banen, onderzoek en kennisopbouw. Stoop: „Het slechtste scenario is dat de hele keten buiten Europa ligt. In dit geval houd je in ieder geval een ecosysteem. En wie weet ontstaan daar dan weer westerse spin-offs uit.”

In Borlänge hebben ze daar in ieder geval geen boodschap aan. In het Zweedse stadje van 50.000 inwoners overheerst de teleurstelling over de uiteenspattende batterijdroom, nu Northvolt weg dreigt te blijven. Politicus Erik Nises – van het Messi-gejubel – zei eerder deze zomer tegen batterijvakblad BEST dat hij hoopte dat Northvolt nog eens goed over het besluit zou nadenken. „Mijn angst is dat er nu een datacentrum komt. Dat zou zo zonde zijn van deze locatie.”