In Egypte botsen strategische belangen van de regering met pro-Palestijns sentiment van de bevolking

„Voor mij als Egyptenaar zijn de Palestijnen een model voor verzet”. De Egyptische journalist Mahmoud (34), die om veiligheidsredenen niet met zijn achternaam in de krant wil, was donderdag bij een demonstratie voor het gebouw van de Egyptische journalistenvakbond in Caïro. Tientallen Egyptenaren kwamen hier samen om hun solidariteit te betuigen aan Gaza en de aandacht te vestigen op journalisten die daar en in Libanon afgelopen week omkwamen.

„Ook wij werden gekoloniseerd door Israël”, vertelt Mahmoud. Hij verwijst naar de oorlog van 1973, vorige week vijftig jaar geleden, die hij uit de verhalen van zijn vader kent. Tijdens die laatste oorlog probeerde Egypte de door Israel bezette Sinaï te heroveren. „Als ik Israëliërs hoor zeggen dat ze werden aangevallen door Palestijnen, denk ik: je pakt iemands land af, maar je wilt niet dat hij zijn recht gebruikt om het land terug te nemen.”

Demonstreren is bij wet verboden in Egypte. Desondanks waren er deze week op diverse plekken in het land samenkomsten voor Palestina, zoals in Caïro op de campus van de Amerikaanse Universiteit en in Alexandrië. Ook tijdens het vrijdaggebed in de al-Azharmoskee in Caïro werden leuzen geroepen. De moskee stond onder streng toezicht van de autoriteiten; sommige Palestijnse vlaggen werden verwijderd.

Biedt de Palestijnse zaak een kleine opening voor activisme in Egypte? Volgens Mahmoud is het mogelijk dat de Egyptische regering de demonstraties toelaat om de aandacht af te leiden van mogelijke onrust in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in december.

„De regering realiseert zich heel goed dat zij niet anders kan dan openlijk Palestina steunen”, denkt Mahmoud. Hij koestert geen illusies over de mogelijkheid voor oppositie in Egypte en benadrukt dat er talloze activisten gevangen zitten. „Toch kunnen de samenkomsten voor Palestina van de afgelopen dagen Egyptenaren wel degelijk de hoop geven dat zij de straat op kunnen gaan om hun stem te laten horen.”

Humanitaire hulp

Het Israëlische militaire evacuatiebevel van afgelopen vrijdag brengt Egypte in een lastig parket, met name rond de vraag of het land zijn grens met Gaza zal openstellen voor Palestijnse vluchtelingen. Egypte houdt de grens dicht sinds Israël in 2007 een strenge blokkade instelde rond Gaza, nadat Hamas daar de macht had overgenomen. Slechts in uitzonderlijke gevallen en na toestemming, bijvoorbeeld voor een speciale medische behandeling, mogen Palestijnen Egypte binnen. De invoer van goederen naar Gaza vereist Israëlische toestemming.


Lees ook
dit artikel over repressie in Egypte

Lang leve Egypte, staat er bij een foto van de Egyptische president Abdel Fattah El-Sisi in Caïro. Foto Amr Abdallah Dalsh/Reuters

Israël bombardeerde afgelopen week de Rafah-grensovergang met Egypte, maar de Egyptische regering liet daarop weten dat het Egyptische deel van de overgang nog steeds open is. Op beelden die de organisatie Sinai for Human Rights zaterdag deelde op X was echter te zien dat de grensovergang versterkt is met muren van cement. Op de luchthaven van Arish in de Sinaï liggen inmiddels tonnen internationale humanitaire hulp opgeslagen.

Na zijn ontmoeting met Sisi liet de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken zondagavond weten dat de grensovergang in Rafah opengaat voor humanitaire hulp. Maandagochtend volgden berichten dat er in het zuiden van Gaza een wapenstilstand is bereikt voor de doorgang van hulpgoederen en buitenlandse ingezetenen van Gaza. Rond het middaguur werd dit door zowel Israël als Hamas ontkend. Vooralsnog blijft de grens gesloten.

Vluchtelingen

De Egyptische president Sisi had er donderdag op aangedrongen dat Palestijnen „op hun land” moesten blijven. Het Egyptische ministerie van Buitenlandse Zaken noemde de evacuatie van Palestijnen uit het noorden van Gaza „een grove schending van het internationaal recht”.

De onafhankelijke Egyptische nieuwswebsite Mada Masr berichtte op zondag echter dat Egypte „geneigd” was om onder druk van de VS, de EU en verschillende Arabische landen Palestijnse vluchtelingen op te nemen in ruil voor financiële steun. Het onderzoeksrapport werd later op de dag weer verwijderd nadat de Hoge Raad voor Mediaregulering in Egypte haar zorgen had geuit over de gevolgen van het rapport voor „Egyptes nationale veiligheid”.

Hoewel de Egyptische regering publiekelijk de Palestijnse zaak steunt, staan – zeker met de naderende verkiezingen – nationale veiligheidsbelangen voorop.

Het land verkeert in een diepe economische crisis. Hamas vormt, als vertakking van de Moslimbroederschap, een veiligheidsrisico. In de noordelijke Sinaï is de Egyptische regering verwikkeld in een strijd tegen verschillende gewelddadige islamistische groeperingen.

Hoewel de Egyptische regering publiekelijk de Palestijnse zaak steunt, staan nationale veiligheidsbelangen voorop

Daar kan ze niet ook nog grote aantallen vluchtelingen bij hebben. Zeker omdat de situatie in Jordanië en Libanon laat zien dat het moeilijk voorstelbaar is dat ze weer zullen terugkeren.

Gedeelde bevrijdingsstrijd

De Egyptische spagaat tussen strategische belangen van de regering en het sentiment onder de bevolking heeft diepe historische wortels. „In de koloniale tijd stonden Egypte en Palestina onder Brits bestuur. Hierdoor gingen Egyptenaren en Palestijnen zichzelf zien als onderdeel van een gedeelde bevrijdingsstrijd”, zegt Reem Abou-El-Fadl, onderzoeker vergelijkende politiek van het Midden-Oosten aan de School of Oriental and African Studies (SOAS) in Londen. Ze is specialist op het gebied van de buitenlandse politiek van Egypte.

„Onder het Arabisch-nationalistische bestuur van president Gamal Abd Al-Nasser in de jaren vijftig en zestig werd solidariteit met de Palestijnen zelfs staatsbeleid,” vertelt Abou-El-Fadl. Dat veranderde onder zijn opvolger Sadat, toen Egypte in 1979 het eerste Arabische land was dat vrede sloot met Israël. Sadat kreeg in ruil voor de akkoorden militaire steun van de VS, maar moest het met zijn leven bekopen: hij werd in 1981 vermoord door een extremist.

„Egyptische leiders hebben sinds het vredesakkoord altijd autoritaire maatregelen moeten nemen om hun beleid ten aanzien van Israël en Palestina voort te zetten, omdat hun positie zo uit de pas loopt met de publieke opinie”, zegt Abou-El-Fadl.

In alle geledingen van de Egyptische bevolking is veel steun voor de Palestijnen, benadrukt ze. „De meerderheid van de Egyptenaren is woest over wat er gebeurt in Gaza, maar door de economische malaise en inflatie in Egypte hebben velen niet de luxe om de straat op te gaan en de staat te trotseren.”

Pro-Palestina demonstratie bij het gebouw van de Egyptische journalistenvakbond in Caïro, 11 oktober.
Foto Mahmoud Khaled, AFP

Binnenlands verzet

Palestina-activisme is in Egypte ook verbonden met binnenlands verzet. In de jaren 2000 bouwde de oppositie tegen president Hosni Mubarak voort op het netwerk en de ervaring van Egyptische Palestina-activisten. Ook tijdens de revolutie van 2011 was Palestina een centraal thema. „Mubarak liet het Palestina-activisme toe als politieke uitlaatklep”, ziet Abou-El-Fadl.

Dat is onder Sisi niet langer het geval. „Demonstraties zijn verboden, Palestijnse vlaggen in de publieke ruimte worden verwijderd en de regering bewijst slechts lippendienst aan de Palestijnse zaak. In 2016 gebruikte Sisi de term ‘warmere vrede’ om de ‘koude vrede’ met Israël sinds 1979 te laten ontdooien.” Maar sinds de Abraham-akkoorden, die Israël na Amerikaanse bemiddeling sloot met Bahrein, de Verenigde Arabische Emiraten, Marokko en Soedan, en de recente toenadering tussen Israël en Saoedi-Arabië, verdwijnt Egypte volgens Abou-El-Fadl als vredesbemiddelaar tussen Israël en de Palestijnen onder Sisi steeds meer naar de achtergrond.


Lees ook
dit artikel over de economische crisis in Egypte

Een man verkoopt brood op straat in Nazlet El-Semman.

Dat het regime nu toch pro-Palestijnse protesten toelaat, is vooral omdat het die niet hard durft te onderdrukken nu het vanwege de slechte economie en de naderende verkiezingen toch al onrustig is. Maar de protesten boezemen het regime wel degelijk angst in, denkt Abou-El-Fadl. En er speelt nog iets: „Mogelijk wil de regering ook de boodschap geven aan de VS en Israël: kijk, je kunt me niet onder druk zetten om de bevolking van Gaza binnen te laten. De Egyptische bevolking zal in opstand komen als wij onderdeel worden van het vernietigen van de Palestijnse zaak.”

Nieuwe Nakba

Onder Egyptenaren wordt volop gediscussieerd over de gebeurtenissen van afgelopen week in Gaza en Israël, ziet Abou-El-Fadl. Sommige Egyptenaren uiten op sociale media openlijk kritiek op Egyptes medeplichtigheid in de Gaza-blokkade. „Maar de meesten verzetten zich tegen de acties van Israël in Gaza. Veel Egyptenaren zouden de evacuatie van Palestijnen naar Egypte zien als een nieuwe Nakba [de Arabische benaming voor de verdrijving van Palestijnse inwoners van hun land bij de stichting van de staat Israël], mede mogelijk gemaakt door Egypte.”

Ook Mahmoud vindt niet dat de Egyptische regering moet toegeven aan de internationale druk om de grens te openen voor een humanitaire corridor: „Iedereen die zegt dat het oké is om deel te nemen aan de evacuatie van Palestijnen naar de Sinaï, neemt deel aan de overname van Palestijns land en steunt het Israëlische beleid. Wij steunen het recht van Palestijnen om hun eigen land te hebben.”

Abou-El-Fadl benadrukt dat er in de discussie over Egyptes grens niet vergeten moet worden wat de Palestijnen in Gaza zelf vinden: „De meesten willen helemaal niet weg omdat ze de les hebben geleerd van 1948, dat hun huis verlaten betekent dat ze nooit meer terug kunnen komen.”