In een tijd van schokken wordt navigeren voor centrale banken steeds moeilijker

Jackson Hole-conferentie De rente kan nog verder stijgen en zal lang op een hoog niveau blijven, zo klonk het tijdens de jaarlijkse monetaire conferentie in Jackson Hole, Wyoming. Opvallend open waren de centrale bankiers over wat ze allemaal níet weten.

Jerome Powell (links), voorzitter van de Amerikaanse centrale bank de Federal Reserve, praat met hoofdeconoom van de Fed Philip Jefferson tijdens een pauze tijdens ‘centralebankiersconferentie' Jackson Hole in Wyoming.
Jerome Powell (links), voorzitter van de Amerikaanse centrale bank de Federal Reserve, praat met hoofdeconoom van de Fed Philip Jefferson tijdens een pauze tijdens ‘centralebankiersconferentie’ Jackson Hole in Wyoming. Foto: Amber Baesler/AP

Modern leiderschap gaat over het tonen van kwetsbaarheid, zo valt de laatste jaren in managementboeken te lezen. De alwetende leider die geen fouten maakt, is een mythe. En dus kun je maar beter open zijn over de grenzen van eigen kennis en kunnen.

Zelfs centrale bankiers, die vooral gezag moeten uitstralen – ze bewaken immers de prijsstabiliteit –, blijken vatbaar voor deze trend. De laatste jaren zijn ze wat opener geworden over hun eigen onzekerheid.

Het was de voorbije dagen goed merkbaar tijdens de jaarlijkse monetaire conferentie in Jackson Hole. Eind augustus bespreken centrale bankiers en academici daar, in een lodge met uitzicht op de bergen in de Amerikaanse staat Wyoming, de grote ontwikkelingen in de wereldeconomie.

„Zoals vaak het geval is, navigeren we op de sterren, onder een bewolkte hemel”, zei Jerome Powell, chef van de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, vrijdag tijdens zijn openingsspeech in Jackson Hole. Net als andere centrale banken probeert de Fed de inflatiegolf te stoppen die begon in de nasleep van de coronapandemie. Maar na de schokken van de pandemie en van de oorlog in Oekraïne is de wereldeconomie flink door elkaar gehusseld. De inflatie blijkt traag te reageren op de renteverhogingen van centrale banken, de arbeidsmarkt blijft verrassend krap, en welke nieuwe schokken eraan komen weet niemand. „Onzekerheid” en „risico’s” zijn de woorden die domineerden in Powells speech.

Gezien alle onzekerheden is „het voeren van monetair beleid een stuk complexer geworden”, zei Ben Broadbent, vicevoorzitter van de Britse centrale bank, Bank of England, in Jackson Hole.

Nederigheid bij Lagarde

Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, wilde het in haar toespraak nog wel wat scherper zeggen: „We moeten duidelijk zijn over de grenzen van wat we nu weten en van wat ons beleid kan bereiken.” Ze pleitte voor „nederigheid” bij centrale banken, naast „duidelijkheid” en „flexibiliteit”.

De moeizame soul searching door centrale bankiers in Jackson Hole komt voort uit het huidige inflatiebeeld. De inflatie, die begin 2021 begon in de Verenigde Staten en snel oversloeg naar Europa, is nog steeds niet onder controle. Centrale banken streven naar 2 procent inflatie. Hoewel de piek van zo’n 10 procent inflatie van vorig jaar is bedwongen, blijft de inflatie hoog: ruim 3 procent in de VS, gemiddeld ruim 5 procent in de eurozone en krap 7 procent in het Verenigd Koninkrijk. Zorgwekkend is dat de ‘kerninflatie’ – waar volatiele energie- en voedselprijzen uit zijn gefilterd – overal hoog blijft (4,7 procent in de VS, 5,5 in de eurozone, 6,9 in het VK). Het betekent dat de onderliggende inflatiedruk in de economie hardnekkig is.

Beleggers kijken altijd met spanning uit naar ‘Jackson Hole’. Zij zijn vooral gespitst op aanwijzingen in de speeches over de aankomende rentebesluiten. Powell en Lagarde kozen dezelfde lijn: de rentetarieven, die de laatste tijd fors omhoog zijn geschroefd, gaan mogelijk verder stijgen en zullen ook lange tijd niet worden verlaagd.

Verbazende arbeidsmarkt

Renteverhogingen zijn het geijkte middel voor centrale banken om de inflatie te bevechten. Burgers en bedrijven kunnen dan moeilijker geld lenen. Dit remt de economische activiteit – wat uiteindelijk de prijsstijgingen een halt moet toebrengen.

Maar die klassieke monetaire logica wordt op de proef gesteld door hoe de economie zich de laatste jaren gedraagt, namelijk niet volgens de economische leerboeken. Het doet centrale bankiers tasten in het duister.

In de VS blijft de economie – ondanks renteverhogingen van de Fed van in totaal bijna 5,5 procentpunt – maar doorgroeien. En de arbeidsmarkt blijft heel krap: de Amerikaanse werkloosheid (3,5 procent) wil maar niet dalen, wat des te verbazender is omdat het aantal nieuwe vacatures wel daalt, zei Powell. Dat betekent dat de taak van de Fed om de inflatie terug te brengen lastiger wordt: hoe lager de werkloosheid, hoe meer banen, hoe meer er wordt geconsumeerd, dus hoe hoger ook de inflatiedruk. „Deze veranderende dynamiek kan doorzetten, of niet”, zei Powell. „Deze onzekerheid onderstreept de nood aan flexibiliteit in het beleid.” 

Ook de arbeidsmarkten van eurozone en VK blijken weerbaar tegen renteverhogingen – hoewel in Europa de economische groei vrijwel tot stilstand is gekomen. De lonen stijgen veel harder dan waarmee centrale banken rekening hielden. Dat betekent: meer geld in de portemonnee van burgers, meer consumptie, en dus: kans op verdere inflatie. Lagarde zei rekening te houden met een „meer aanhoudend inflatieproces”.

Lees ook de bespreking van Jackson Hole vorig jaar: Het monetaire dilemma: banen opofferen om inflatie te temmen?

In Jackson Hole passeerde een trits ontwikkelingen de revue die het werk van centrale bankiers compliceren. Door geopolitieke spanningen fragmenteert de wereldeconomie. Handelsbelemmeringen nemen toe, waardoor de prijs van import, onder meer van energie, omhoog kan schieten, vaak schoksgewijs. De energietransitie vergt intussen gigantische investeringen en kan sommige prijzen (van grondstoffen) opdrijven, maar andere (van groene energie) juist verlagen. Lagarde sprak in dit kader van „relatieve prijsschokken”. Kunstmatige intelligentie lijkt de arbeidsmarkt te gaan ontwrichten, maar hoeft niet noodzakelijkerwijs leiden tot meer werkloosheid, zei Lagarde ook nog.

Verouderde modellen

Voor een belangrijk deel liggen deze ontwikkelingen buiten de monetaire invloedssfeer. Geopolitiek, energietransitie en kunstmatige intelligentie passen ook niet in de modellen op basis waarvan centrale banken hun inflatieprognoses doen, en die, tot voor kort, bepalend waren voor rentebesluiten. Die inflatiemodellen zijn in diskrediet geraakt toen Fed, ECB, Bank of England en andere centrale banken in 2021 en 2022 zowel de hoogte als de duur van de inflatie volledig bleken te hebben onderschat. Centrale banken, zei Lagarde, moeten minder stellig worden over hun ramingen en ook opener over de gemaakte „voorspelfouten”.

Steeds belangrijker worden recente data over hoe de economie zich daadwerkelijk hééft gedragen. Alleen is het vervolgens lastig om rentebesluiten te nemen: zekerheid over hoe de economie precies functioneert, is er immers steeds minder. Om met Powell te spreken: de wolken onder de sterrenhemel worden steeds dikker.

Lees ook: De ECB merkt de ‘klimaatflatie’. Maar zélf iets doen voor het klimaat? Dat blijkt lastig