In Duitsland ontbreekt het aan ruimte voor de rivieren. In de bergen is dat een probleem, zegt de hoogleraar waterbeheer

Grote delen van Zuid-Duitsland raakten vorige week overstroomd na extreme regenval, her en der werden hele dorpen geëvacueerd. In Beieren en Baden-Württemberg vielen zeker zes doden, verscheidene mensen worden nog altijd vermist.

Op bezoek in het getroffen gebied, afgelopen maandag, herinnerde kanselier Olaf Scholz (SPD) eraan dat dit al het vierde overstromingsgebied was dat hij dit jaar bezocht. Kort na de jaarwisseling was hij op bezoek in het centraal gelegen overstroomde Saksen-Anhalt. Later in januari stond een deel van Nedersaksen, in het noorden, onder water. In mei veroorzaakte sterke regenval in het zuidwestelijke Saarland voor overstromingen en aardverschuivingen.

Doet Duitsland genoeg aan hoogwaterbescherming, en is er wel geleerd van de watersnood in het Ahrdal, die in 2021 aan ruim 180 mensen het leven kostte? Holger Schüttrumpf is hoogleraar aan de universiteit van Aken en directeur van het instituut voor waterbouwkunde en waterbeheer. Ook adviseert hij de regering bij de wederopbouw van het Ahrdal. „Bij ieder hoogwater valt natuurlijk op welke maatregelen er níet zijn genomen.”

Wat ging er mis in Beieren, rond de kleine rivieren de Ilm, de Mindel, de Zusam?

„In 2002, in 2013, en ook in de decennia daarvoor waren er steeds weer overstromingen in Beieren, dus het is geen nieuw fenomeen voor de regio. Maar in Beieren zijn niet alle maatregelen geïmplementeerd die sindsdien gepland zijn. Het ontbreekt er aan ruimte voor de rivieren.”

Moeder en kind kijken naar een hoogwaterkering in Regensburg, afgelopen dinsdag. In deze Beierse stad is de noodtoestand uitgeroepen door de overstromingen.
Foto ANNA SZILAGYI / EPA

In hoeverre is hoogwaterbescherming in heuvelachtig of bergachtig gebied, zoals in Beieren, anders dan in vlak gebied?

„Als alles vlak is, zoals in Nedersaksen en ook in Nederland, is de stroomsnelheid van rivieren relatief laag. De rivieren treden buiten hun oevers, maar het waterpeil stijgt niet zeer snel. In bergachtig gebied ontstaan uit kleine beekjes plotseling vernietigende stromen. Of er komen modderlawines los, zoals we nu in Beieren hebben gezien.

„De hoogwaterbescherming in Nederland en Duitsland laat zich dus maar beperkt vergelijken. Ten eerste omdat Nederland qua oppervlak zo groot is als de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Maar ook omdat de stortvloeden die in middelgebergtes kunnen ontstaan, in Nederland niet voorkomen.”

Als de rivier meer ruimte nodig heeft, waar zoek je die dan in bergachtig gebied?

„Voor bergachtig gebied zijn dat met name zogeheten retentiebekkens. Die worden om de rivier heen aangelegd, met een stuwdam die de doorloop kan reguleren. Daarin kan het water worden opgeslagen en beheerst weer de rivier in worden gelaten. Want juist in smalle bergdalen fungeren de bergwanden bij wijze van spreken als dijken. Maar tussen die dijken staan dan opeens woonhuizen. Dat zien we ook in het Ahrdal. Dan heb je eigenlijk geen andere mogelijkheid dan het water stroomopwaarts een tijdje vast te houden in zo’n bekken.”

Over het Ahrdal is gezegd dat de huizen te dicht bij de rivier staan.

„Veel huizen staan daar laag in het dal, en daarom worden langs de Ahr ook van die retentiebekkens gepland. Maar het is waar, er is steeds meer dicht bij de rivier gebouwd. Door bevolkingsgroei en omdat dorpen zich richting de rivier uitbreidden. Maar van oudsher vestigden mensen zich natuurlijk ook uit praktische en economische redenen aan de rivier, voor drinkwater, visserij, voor energie: in Duitsland hebben we veel meer watermolens dan in Nederland. In een bergdal zou je niet op het idee komen een windmolen te bouwen.”

Een collega van u, Daniel Bachmann van de hogeschool in Maagdenburg , zei in een interview in januari dat Duitsland passief op rampen reageert, en Nederlanders meer proactief hoogwaterbescherming bedrijven. Ziet u dat ook zo?

„Ik denk dat er in Nederland nog een collectief trauma van 1953 bestaat, dat ook het waterbeheer sterk bepaald heeft. Duitsland bestaat uit zestien deelstaten, dat maakt de zaak gecompliceerder. Ook omdat er grote geografische verschillen zijn. Toch zou ik zeggen dat de hoogwaterbescherming in beide landen in de meeste opzichten ongeveer op hetzelfde niveau is.”

Ruim tien jaar geleden besloot de regering in Berlijn tot een nationaal plan hoogwaterbescherming. Van de 168 programmapunten zijn er inmiddels negen gerealiseerd. Is dat niet veel te langzaam en veel te weinig? Of moet zoiets vijftig jaar duren?

„Ja, dat gaat een paar decennia duren. Dat is niet iets waar ik me erg over opwind. Er zijn naar mijn weten ook nog 26 programmapunten in aanbouw. Hoogwaterbescherming is een langetermijnopdracht, dat kun je niet even van vandaag op morgen realiseren. Daarvoor zijn de bedragen te hoog en de planningsprocessen te lang.”