In documentaires ‘Anak Indië’ en ‘Tussen wal en schip’ doorbreken de kleinkinderen van Indische Nederlanders het zwijgen

Je moet even met je ogen knipperen. Is die openingsscène van Anak Indië echt of niet? Schrijver Adriaan van Dis vraagt aan kandidaten van De Slimste Mens: „Wat weet u eigenlijk van Indo’s?” De antwoorden zijn onthutsend. „Eh, India, Indianen, Indonesië!” En nog iets met „palmbomen” en „rijst met stokjes”.

Als presentator Philip Freriks vervolgens aan Van Dis vraagt hoe het komt dat „we” zo weinig weten van de meer dan twee miljoen Nederlanders met een Indische achtergrond, antwoordt hij cynisch: „Dat heeft te maken met ons voortreffelijke onderwijs.”

In de Volkskrant vertelde regisseur en producent Hetty Naaijkens-Retel Helmrich die eerste beelden inderdaad in scène te hebben gezet. Maar er is geen woord aan gelogen. Ze heeft alle antwoorden van de „kandidaten” wel eens in het echt gehoord. En Van Dis heeft ook gelijk. Op veel scholen is het koloniale verleden van Nederland geen belangrijk onderwerp.

Het deze week verschenen Anak Indië – In Nederland door omstandigheden is een van twee nieuwe bioscoopdocumentaires waarin de (klein)kinderen van Indische Nederlanders aan het woord komen. Tussen wal en schip – Geruisloos Indisch van Juliette Dominicus en Sven Peetoom draait al een tijdje. Wie die film nog wil zien, moet snel zijn.

Beide films maken gebruik van poëtische ingrepen. In Anak Indië zijn dat animaties en tientallen optredens van muzikanten en acteurs. De film bestaat verder uit gesprekken met schrijvers en kunstenaars. Naast Van Dis komen onder onder anderen schrijver Yvonne Keuls, illustrator Thé Tjong Khing, componist Mariëtte Hehakaya, cabaretier Jaro Wolff en striptekenaar Peter van Dongen aan het woord.

Naaijkens-Retel Helmrich – onvermoeibare chroniqueur van de verhalen van Indische Nederlanders – keert met Anak Indië onder andere terug naar de verhalen uit haar documentaire Contractpensions (2008). Die ging over de bed, bad, brood-regeling van toen; de verwaarloosde opvangoorden waar de eerste Indische Nederlanders na de verplichte overtocht in de jaren vijftig werden ondergebracht. Ook de indorockers uit Klanken van oorsprong (2018) keren in Anak Indië terug. Zij beïnvloedden de Nederlandse popmuziek. ‘Ramona’, die hit kent een van haar ‘quizkandidaten’ nog wel, maar de naam van de wereldberoemde band Blue Diamonds schiet haar niet te binnen.

Revolusi

De films passen in de culturele inhaalslag van de afgelopen tien jaar , met films als De Oost van Jim Taihuttu en het internationaal bekroonde Sweet Dreams van Ena Sendijarević.

Tussen wal en schip illustreert die toegenomen aandacht met een moderne variant op de reiskoffertjes waarmee de grootouders naar Nederland kwamen. Prominent zichtbaar tussen de foto’s en brieven: Revolusi van David van Reybrouck.

De film zal waarschijnlijk vooral een jongere generatie aanspreken. We volgen drie Indische ‘kleinkinderen’ Benjamin Caton, Jip Dresia en Kyron Olmeyer die hun grootouders kritisch ondervragen. Waarom praten ze nooit over vroeger? Hebben ze zich te veel met de koloniale overheerser vereenzelvigd? En zich in Nederland te veel aangepast? Gaat het integratiedebat van nu niet net als toen eigenlijk over assimilatie, zoals cultureel antropoloog Sinan Çankaya onlangs nog stelde in Galmende geschiedenissen?

Het zijn herkenbare gesprekken. Veel kinderen zijn welbespraakter dan hun ouders en willen dingen te weten komen die door het leven vergeten zijn. Maar behalve deze meer algemene intergenerationele dynamiek, leggen Caton, Dresia en Olmeyer ook de sociaalpsychologische impact bloot van de ‘Indische zwijgcultuur’. Het is een copingmechanisme om de pijn en de schaamte van het trauma van dubbele culturele identiteit, oorlog en de verplichte repatriëring niet te hoeven uiten.

‘Tussen was en schip’ past in de culturele inhaalslag van de afgelopen tien jaar met films als ‘De Oost’ van Jim Taihuttu en het internationaal bekroonde ‘Sweet Dreams’ van Ena Sendijarević.

Cursus aardappels schillen

Een andere sterke vondst van Tussen wal en schip: het projecteren van archiefbeelden in de huizen van de grootouders, op keukenkastjes, trapgaten en haardplaten. Zoals een tenenkrommend journaalfilmpje over een cursus aardappels schillen, dat de Nederlandse houding ten aanzien van migranten in een paar seconden door filmbeelden laat betrappen. Het is dit soort archiefmateriaal dat de stille propaganda blootlegt die we vorig jaar ook zagen in Indië verloren van In-Soo Radstake over de manier waarop Nederlandse overheid de koloniale oorlog in Indonesië aan de man bracht.

Dat die oorlog nog altijd z’n sporen nalaat zien we ook in de weinig vertelde geschiedenis van de Molukse KNIL-soldaten die tegen het einde van Anak Indië wordt gememoreerd. Ze werden verplicht naar Nederland „gerepatrieerd”, bij aankomst uit dienst ontslagen en in voormalige concentratie- en doorgangskampen ondergebracht. Maar wel met de belofte dat ze zodra de Zuid-Molukken een onafhankelijke republiek zou zijn weer terug zouden kunnen. Martin de Jong is lid van een KNIL-re-enactment werkgroep en zet zich in voor zichtbaarheid van de Molukse geschiedenis. Hij vertelt hoe zijn grootouders altijd hun koffer hadden klaarstaan om weer terug te kunnen keren. En dat bij sommige gezinnen die koffer nog altijd ingepakt en dicht staat, zelfs als de grootouders niet meer leven. Anak Indië en Tussen wal en schip vormen onbedoeld een schitterend tweeluik, door de manier waarop ze die koffers openen en de inhoud ervan inventariseren.