In dit museum over ‘de Jan Steen van de 21ste eeuw’ lopen mensen grinnikend door de zalen

Marius van Dokkum (1957) schildert portretten, stillevens en genrestukken, dat zijn in dit geval scènes waarin situaties uit het dagelijks leven op een grappige manier licht uit de hand lopen. In 2015 organiseerde Stadsmuseum Harderwijk een tentoonstelling van zijn werk, Van Dokkum naar Harderwijk. De expositie trok een recordaantal bezoekers, die grinnikend door de zalen liepen.

Negen jaar later. Voor de 17de-eeuwse Snijkamer van de voormalige Universiteit van Harderwijk staat een rij bezoekers te wachten tot ze naar binnen kunnen: Marius van Dokkum Museum vermeldt de gevel. Binnen: opnieuw een rij, nu voor de lift waar als er een rollator mee moet, maar één persoon tegelijk in kan. Anders passen er twee, hooguit drie bezoekers in. Aantal bezoekers per dag: 150 à 200. Op topdagen 400.

Hoe dat museum er is gekomen?

Directeur Corien van der Meulen van Stadsmuseum Harderwijk had in 2015 van het gemeentebestuur te horen gekregen dat ze ‘cultureel ondernemer’ moest worden. Afgaande op de recente bezoekcijfers, zou ze Stadsmuseum Harderwijk permanent kunnen vullen met werk van Marius van Dokkum. „Maar dat wil je natuurlijk niet. Het stadsmuseum vertelt de geschiedenis van de stad, we houden er wisseltentoonstellingen, het is een podium voor lokale kunstenaars.” En precies toen kwam de oude snijkamer van de universiteit leeg te staan. En zei Marius van Dokkum ‘ja, graag’.

Dus heeft Harderwijk er nu een klein museum bij, dat zich „het enige geregistreerde museum in Nederland van een levende kunstenaar” noemt.

Eén dag in de week – afhankelijk van de dag waarop hij daar zin in heeft – kan de bezoeker kennismaken met de kunstenaar. Marius van Dokkum komt dan van zijn woonplaats Ugchelen naar Harderwijk. In het museum haalt hij dan het schilderij tevoorschijn waar hij aan werkt, bindt een schort voor en gaat aan de slag.

André van Duin

Als je het kleine museum binnenloopt, is bij de balie meteen de winkel: puzzels, kaarten, agenda’s en kalenders van zijn werk, prentenboeken (Opa Jan, ook uitgebracht in het Duits), een biografie (in drie talen). Op de eerste verdieping: genrestukken, stillevens, een video waarin Van Dokkum vertelt hoe hij werkt en waarin je ook de opening van het museum nog een keer ziet. Die werd op 25 mei 2018 verricht door André van Duin.

Corien van der Meulen: „Ik vroeg: wie zou je willen dat je museum opent? Eerst wist hij het niet, maar toen gingen zijn ogen stralen: ‘André van Duin’. Ik heb Van Duins management een brief geschreven, de biografie meegestuurd en drie dagen later al had ik antwoord.” Op de video lijk je te zien dat ze een klik hebben, de komiek en de maker van al die grappige, zachtaardige schilderijen.

De tweede verdieping is de atelierzolder, ook daar hangen schilderijen, verder staan er een paar in brons gegoten bustes die hij begon te maken tijdens de corona-lockdowns. Deze middag is hij aanwezig, mensen kijken mee of stellen vragen.

Het Marius van Dokkum Museum in Harderwijk is gevestigd in de Snijkamer van de voormalige Universiteit.

Foto’s: Dieuwertje Bravenboer

Hoe is het om zo te werken? Marius van Dokkum: „Ik stop altijd even als mensen wat willen weten. Maar meestal stellen ze dezelfde vragen: hoe doe je het, hoe lang ben je bezig, hoe kom je op je onderwerp?”

Waar nog bij komt: hij was het wel gewend om tussen de mensen te werken. „Ik doe vrijwilligerswerk in verzorgingstehuizen. En daar teken ik ook portretten.” Die tekeningen vormen vaak de inspiratie voor de personages op zijn schilderijen.

Wat wil hij laten zien met zijn werk? „Mijn schilderijen zijn grappig, maar zonder iemand bespottelijk te maken: ik probeer mensen met respect neer te zetten. Soms zet ik de kijker ook een lachspiegel voor. Of het werk is maatschappijkritisch.” Dat zie je, zegt hij, bijvoorbeeld op het schilderij Turbo met de vrouw op de e-bike: talloze vliegtuigstrepen in de lucht, op de grond droge bladeren door een te warme zomer.

Volgend jaar verhuist het Marius van Dokkum Museum naar een groter, beter toegankelijk pand – de renovatie is al begonnen. Het is de bedoeling om dan meer context te bieden. Corien van der Meulen: „We willen laten zien uit welke traditie hij voortkomt. Marius van Dokkum is de Jan Steen van de 21ste eeuw. Hij hoort bij de kunstenaars die je meteen raken, waar je blij en vrolijk van wordt.”