David Omondi Ouma (26) en Peter Omondi Oduor (52) zijn „zeker geïnteresseerd” in de Amerikaanse verkiezingen. De financieel adviseurs, allebei gekleed in een wit overhemd en met een zwarte aktetas op de heup, staan even stil in een van de twee straten die het dorpscentrum van Nyang’oma Kogelo vormen. Ouma kijkt nog eens goed naar de foto’s van de twee presidentskandidaten en knikt terwijl hij naar de beeltenis van Kamala Harris wijst. „Hillary Clinton, toch?”, zegt hij aarzelend.
Rond deze tijd in 2008 was Nyang’oma Kogelo, ter hoogte van de evenaar in het heuvelachtige westen van Kenia, compleet in de ban van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Zou Barack Obama kunnen winnen? De Democratische presidentskandidaat, wiens vader uit dit dorp kwam, heet hier „onze zoon”. Journalisten en toeristen uit de hele wereld vonden ineens een nieuwe Keniaanse bestemming, naast de safariparken of hoofdstad Nairobi.
Alles deed de Keniaanse regering om de nieuwe bezoekers een goed beeld van het land te geven. De modderige wegen werden geasfalteerd. Mensen kregen geld om hun rieten daken te vervangen door golfplaat, er kwam een politiebureau, er kwam stromend water. Twee dagen na Obama’s verkiezing kreeg Nyang’oma Kogelo elektriciteit.
Volgens zijn stieftante Marsat Onyango, die er nog altijd woont, was dat omdat iedereen vanaf dat moment de Amerikaanse politiek wilde volgen. Zij vloog in 2009 met haar moeder naar Washington om bij de inauguratie te zijn. „Ik had me altijd klein als een pinda gevoeld”, zegt ze in een huisje in de tuin van haar moeder. „Ik had nooit kunnen denken dat een wit persoon mijn hotelkamer zou schoonmaken.”
Lees ook
over de huidige relatie tussen de VS en Kenia
Afgebrokkeld
Op de hoge poort aan de rand van het Siaya-district, waarin Nyang’oma Kogelo ligt, staat dat men het ‘Huis der helden’ betreedt. Hier kwam Barack Obama voor het eerst in 1987, een jonge man op zoek naar zijn Keniaanse wortels. „Voorbij een rotsachtige helling, met kinderen zonder schoenen” die een kudde geiten hoedden, schreef hij in zijn boek Dreams From My Father, zag hij voor het eerst zijn grootmoeder die ‘mama Sarah’ werd genoemd, de stiefmoeder van zijn vader. Twee lokale scholen kregen zijn naam toen hij, inmiddels senator, in 2006 opnieuw kwam. Op de Senator Obama Kogelo Primary School en de Senator Obama Kogelo Secondary School zitten nog altijd leerlingen die naar hem zijn vernoemd.
Nadat hij het presidentschap in 2017 overdroeg aan Donald Trump, bezocht Obama Nyang’oma Kogelo voor het laatst in 2018. Mama Sarah overleed in 2021. Misschien komen er nu nog vijf bezoekers per week naar haar huis, schat Marsat Onyango, vooral Kenianen. Dat waren er ooit wel eens driehonderd per dag.
Dankzij donaties van de bezoekers kon de stichting van mama Sarah ooit weeskinderen opvangen en naar de basisschool, middelbare school en soms universiteit sturen. Nu kan Onyango er alleen nog wat schoolspullen van betalen. De universiteit die in het dorp gebouwd zou worden, werd nooit gebouwd. De weg wordt niet langer onderhouden. Planten woekeren in de berm, het asfalt zit vol gaten.
Op de binnenplaats van het Kogelo Resort and Spa staan gipsen beelden van Obama, mama Sarah en de Keniaanse oppositieleider Raila Odinga. De handen van Obama en Raila, ooit in elkaar grijpend voor een begroeting, zijn afgebrokkeld. Het zwembad van het hotel ligt vol puin, de Panasonic-telefoons uit de kamers zijn op een hoop gegooid. Op de gevel van het hoge, witte restaurant is in afgebladderde rode verf nog net ‘White House’ te lezen. Tussen de losgeschroefde deuren en stukken muur ligt een leeg glijmiddelzakje.
Budgetteren
Op de Senator Obama Primary School begrijpen ze niet dat alwéér naar Obama wordt gevraagd. „Waarom is het nog interessant?”, vraagt onderdirecteur Teresa Oduor. „Kunnen we het niet over de school hebben?” In de lessen gaat het nauwelijks over de Amerikaanse politiek, en niet over de presidentsverkiezingen van volgende maand. Met Obama’s vertrek uit het Witte Huis verdween de interesse van de Amerikanen in Nyang’oma Kogelo, en verdween ook de interesse van het dorp in de Amerikaanse politiek.
Sinds een jaar zit er een internetcafé in Nyang’oma Kogelo. ‘Je verbinding met de digitale wereld’, staat op de gevel. Toeristen ziet de eigenaar „af en toe”, zegt hij, klanten komen „soms”. Vandaag is zijn zaak leeg. Mensen komen voor wifiverbinding, legt hij uit, en „die is er nu niet”.
Financieel adviseur Peter Omondi Oduor zegt dat hij beslist op Kamala Harris zou stemmen. „Vrouwen kunnen goed budgetteren. Hier kun je zien hoeveel ze kunnen doen met weinig geld.” Zijn collega David Omondi Ouma is het met hem eens: „Mama knows best”.
Ook Ibraham Odhiambo Olum, de buurman van het vervallen Kogelo Resort, wijst naar Harris als hij zou kunnen kiezen. „Ik ken haar niet, maar toch”, zegt hij. Donald Trump, die hij meteen herkent, „verwaarloost alle stammen behalve zijn eigen stam”. En dat is precies het soort gedachtengoed dat er ooit voor zorgde dat mensen van dit continent als slaven naar de Verenigde Staten zijn gebracht, zegt hij.
Obama’s halfbroer Malik Obama sprak in september opnieuw zijn steun uit voor Donald Trump. Zijn hotel, het Barack H. Obama Recreation and Rest Center, lijkt het laatste tastbare overblijfsel van de toerismegolf uit de Obama-jaren. In de gang staat een aan de randen afgepeld reclamebord voor het boek dat Malik in 2012 schreef over zijn en Baracks vader. Mannen lopen in en uit, er wordt druk geschilderd; het hotel wordt voorbereid op de komst van mensen die met Kerst hun familie komen opzoeken, zegt een bewaker.
De jongen die tandenborstels en beltegoedkaarten verkoopt in de Pioneer Mini Shop wil graag rechten studeren, al heeft hij daar geen geld voor. Maar hij houdt hoop. „Er was ook niemand die had verwacht dat Obama president zou worden.”
Eén telefoontje van Barack Obama volstond in 2012 om de Rwandese president Paul Kagame tot inkeer te brengen. Na slechts een week van bezetting verlieten de door Rwanda gesteunde M23-rebellen de strategische Oost-Congolese stad Goma. Één simpele vingerknip vanuit Washington bleek voldoende.
Intussen heeft Kagame zich internationaal gepositioneerd als onmisbare strategische partner, jaarlijks gesteund met meer dan 1 miljard euro aan buitenlandse hulp. Sinds januari heeft M23 opnieuw steden onder controle als Goma en Bukavu, en Rwanda verstevigt stilzwijgend zijn greep op Oost-Congo, zonder tekenen van terugtrekking.
Vrijdag hopen onderhandelaars in Washington een vredesverklaring tussen Congo en Rwanda te bezegelen. Europa bezigde in de afgelopen maanden veel retoriek over mensenrechten, maar wist dat niet in concrete actie om te zetten. De aanstaande deal kwam vooral tot stand onder aansporing van de VS, die hopen te profiteren van de vele grondstoffen in de regio. In de tekst van de vredesverklaring zetten de VS vooral in op een eigen grondstoffenakkoord met Kinshasa als hefboom voor stabiliteit, in de geest van Trumps transactie-denken.
Rwanda heeft als geen ander geleerd de wereld te lezen, zegt Kristof Titeca, hoogleraar aan het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid van de Universiteit Antwerpen. „Het weet precies hoe het zijn internationale relaties moet beheren, terwijl het zijn eigen agenda doorzet in Congo.”
Hoe verhouden Europa en de VS zich tot Rwanda en wat zegt hun soepele opstelling richting Rwanda, terwijl de schendingen van mensenrechten doorgaan, over de internationale diplomatie?
Europese Unie
De Europese Unie sloot vorig jaar óók een akkoord over grondstoffen met Kigali, dat de delving daarvan ‘eerlijker en duurzamer’ moest maken. Dat was toen al omstreden. In het oosten van Congo klonken al geweerschoten en VN-rapporten spraken toen al van systematische uitbuiting van Congo’s natuurlijke rijkdommen. Toch hield de Europese Commissie hieraan vast en werd ook de hulp aan Rwanda (zo’n 900 miljoen euro) voortgezet.
In Brussel geldt het kleine land als modelstaat: economisch efficiënt, bestuurlijk strak, militair doortastend. Via ontwikkelingshulp, handelsverdragen en defensiesamenwerking groeide Rwanda uit tot een sleutelpartner én toonbeeld van post-conflicttransformatie na de genocide van 1994. „Ze zien het land als een visionair Afrikaans model”, zegt politicoloog Kristof Titeca. „Geen wonder dat invloedrijke stemmen binnen de EU het Kagame-regime ten alle koste blijven verdedigen.”
Ontheemde burgers reizen te voet naar hun dorpen in Goma.Foto Hugh Kinsella Cunningham/Getty
Pas in maart volgde een eerste diplomatieke berisping. Een Europees sanctiepakket trof hoge Rwandese generaals, M23-leiders en de Rwandese mijnbouwautoriteit. De hulp aan het land blijft intact, een manier voor Europa om Rwanda aan boord te houden als strategische bondgenoot. „Het is opmerkelijk hoe timide deze reacties zijn”, zegt Phil Clark, hoogleraar internationale politiek aan SOAS in Londen. „Het gaat vooral om een signaalfunctie: we sturen een boodschap, maar we willen de relatie niet echt beschadigen.”
Lees ook
Tijdens de protestmars richting het Internationaal Strafhof klinkt de roep om gerechtigheid voor Congo
Erg eensgezind is de EU niet. Sommige lidstaten trekken hun eigen lijn. België verbreekt alle diplomatieke banden met Rwanda en ook het VK en Duitsland nemen maatregelen. Maar Frankrijk, Luxemburg en Portugal houden veel verder gaande sancties tegen, uit angst hun economische en veiligheidsbelangen te ondermijnen.
Critici wijzen op de dubbele moraal: wel sancties tegen Rusland, maar aarzeling tegenover een bondgenoot met soortgelijke modus operandi.
Meer dan ooit is Europa een pragmatische macht geworden, zegt Anjan Sundaram, regio-expert en auteur van Bad News, een boek over de dictatuur onder Kagame. „De oorlog in Oekraïne heeft dat proces versneld. Morele principes worden ingeruild voor strategisch comfort, zelfs als dat betekent dat Europees belastinggeld indirect de oorlogskas van Rwanda financiert.”
Frankrijk
Toen jihadisten in 2020 de gasinstallaties van het Franse TotalEnergies in Mozambique bedreigden, was het niet het Franse leger dat in actie kwam, maar Rwandese militairen. Die wending mag op zijn zachtst gezegd verrassend worden genoemd, want jarenlang was de relatie juist ronduit slecht.
De ommekeer kreeg vaart onder Emmanuel Macron, president sinds 2017. In 2021 erkende Macron – zonder schuld te bekennen – de „verpletterende” Franse verantwoordelijkheid bij de Rwandese genocide in 1994. Mede om die reden was Kagame jarenlang „fel anti-Frans”, zegt Phil Clark. „Maar vandaag is de verhouding een van de hechtste diplomatieke allianties voor Rwanda”. In eenzelfde adem sloten de landen nieuwe militaire en economische akkoorden.
Als op één na grootste hulpdonor speelt Frankrijk een sleutelrol in het versterken van Rwanda’s diplomatieke positie op het wereldtoneel. Dankzij de invloed binnen de EU slaagt Parijs er vooralsnog in Rwanda de politieke rugdekking te verlenen die nodig is om haar aanzienlijke Europese hulpbudgetten veilig te stellen.
Lees ook
Gedekt door slimme diplomatie kan Rwanda zijn agressieve gang gaan
Kigali is bovendien een militaire macht die niet meer te negeren valt. Met bijna zesduizend blauwhelmen is Rwanda de op twee na grootste leverancier aan VN-vredesmissies, en heeft het zich bewezen als een belangrijke strategische pion in Afrika. „Kagame wordt gezien als degene die orde schept waar internationale missies falen”, zegt Lidewyde Berckmoes, universitair hoofddocent aan het Afrika-Studiecentrum in Leiden. „Voor Frankrijk, dat in Afrika militair onder druk staat, is dat aantrekkelijk.”
Ontheemde burgers reizen in Goma in een vrachtwagen langs het vluchtelingenkamp van Mugunga op weg naar het Masisi-gebied.Foto Hugh Kinsella Cunningham/Getty
België
In Kigali stond de Belgische vlag al scheef nog voor ze werd neergehaald. Toen Rwanda afgelopen maand abrupt de diplomatieke relaties met België verbrak, was dat geen verrassing meer, maar een uiteenspatting van jarenlang oplopende spanningen. Aanleiding: Belgische druk ten behoeve van Europese sancties tegen het Rwandese regime voor zijn bijdrage aan de oorlog in Oost-Congo.
België was een drijvende kracht achter het EU-sanctiepakket. Ook de mineralendeal met Rwanda werd mede op Belgisch aandringen officieel „onder herziening” geplaatst. Voor de Belgische buitenlandminister Maxime Prévot komt die houding voort uit „respect voor het internationaal recht”. Want, zo zei hij eerder dit jaar in de Kamer, „wie de territoriale integriteit van een buurland schendt, moet dat voelen”.
Maar zonder bredere steun binnen de EU dreigt het bij symboliek te blijven, zegt politicoloog Kristof Titeca. „De Belgische houding is moreel helder, maar politiek kwetsbaar. Een kleine speler met een grote mond is voor Rwanda des te makkelijker aan te vallen.”
Lees ook
Is de belofte van vrede voor Oost-Congo meer dan een charmeoffensief?
Volgens hoogleraar Phil Clark speelt de grote Congolese diaspora in België een rol: die dwingt het land tot een scherpere houding. „Belgische diplomaten lijken het koloniale verleden zelf grotendeels achter zich gelaten te hebben. Maar Kigali speelt er gretig op in.”
Met een giftige sneer over de bekoelde relaties beschuldigde Kigali België van „zielige pogingen om neokoloniale illusies in stand te houden.” Rwanda (eveneens een oud-kolonie, red.) benut het Belgische koloniale verleden als retorisch wapen, zegt emeritus hoogleraar Filip Reyntjens. „De voormalige kolonisator is ideaal om internationale kritiek af te doen als neokoloniaal en paternalistisch.”
De Rwandese diplomatiek breuk met België was exemplarisch voor hoe Rwanda omgaat met kritiek: escaleren om te isoleren. „Voor Kagame geldt de simpele regel”, zegt Sundaram. „Wie Rwanda niet onvoorwaardelijk steunt, verliest een plek aan hun tafel”.
Kinderen lopen door het vluchtelingenkamp van Mugunga terwijl anderen hun onderkomens demonteren en afval verbranden.Foto Hugh Kinsella Cunningham/Getty
Verenigde Staten
In Washington viel vooral de aarzelende en op momenten ongeïnteresseerde houding op ten aanzien van de oorlog in Oost-Congo. Pas in april, na een ongewoon scherpe persconferentie van Trumps Afrika-gezant Massad Boulos, klonk er publieke veroordeling: „De Rwandese troepen moeten zich terugtrekken.”
De publieke veroordeling bleek al snel verweven met strategische berekening. Boulos verwees in één moeite door naar gesprekken over Amerikaanse investeringen in de Congolese mijnsector na toenadering van Kinshasa. Die zouden vrijdag moeten uitmonden in een Rwandees-Congolees vredesakkoord. Toegang tot Congolese mineralen, zoals kobalt en coltan, geldt al jaren als strategische prioriteit in Washington. „Congo zit op rijkdom”, zegt politicoloog Titeca. „En de VS willen China daarin de pas afsnijden. Washington hoopt op een grondstoffenakkoord met Kinshasa, zonder Kigali voor het hoofd te stoten”.
Lees ook
Is de belofte van vrede voor Oost-Congo meer dan een charmeoffensief?
Sinds Donald Trump opnieuw voet zette in het Witte Huis, proberen Congo en Rwanda nerveus in de gunst van de Amerikaanse president te komen. De Rwandese buitenlandminister sprak van „een nieuwe wind” onder zijn leiderschap, terwijl Congolese lobbyisten Washington platliepen in de hoop op een mineralendeal in ruil voor veiligheidsgaranties. Nu Trump terug is, is de aard van het diplomatieke opbod transactioneler dan ooit tevoren, zegt Angela Muvumba-Sellström van het Nordic Africa Institute. „Dat opportunisme komt met een prijs: mensenrechten en regionale stabiliteit zijn nog zelden een leidend motief.”
Regio-expert Anjan Sundaram ziet hoe Washington zich profileert als bemiddelaar, maar intussen de militaire samenwerking met Rwanda, essentieel voor Kigali, gewoon voortzet. „Rwanda blijft een soort militaire huisbewaarder van het Westen in Afrika, die het vuile werk in conflictgebieden opknapt.”
Wie zijn militaire outsourcing aan Kigali toevertrouwt, kan zich geen confrontatie veroorloven, zegt Muvumba-Sellström. „De Amerikaanse strategie is niet om Rwanda in te perken. Het is om hen binnenboord te houden.”
Washington, dat zich altijd gretig heeft geprofileerd als moreel kompas van de wereld, lijkt Rwanda een uitzonderingspositie te gunnen. De VS hebben net als de EU symbolische sancties opgelegd aan individuele Rwandese functionarissen. Maar dat is louter een gebaar, geen beleid, oordeelt Phil Clark. „Het signaal: we veroordelen openlijk, maar we tolereren het eigenlijk wel.”
Verenigd Koninkrijk
Toen Boris Johnson in 2022 zijn asieldeal met Rwanda sloot, zag de toenmalige Britse premier in Kagame een gewillige bondgenoot om zijn beloofde strenge asielbeleid een zet te geven. De zogeheten ‘Rwanda-deal’ – door mensenrechtenorganisaties fel bekritiseerd – hield in dat het VK zo’n 430 miljoen euro betaalde aan Kigali om zijn asielprocedure uit te besteden. Onder de Labourregering van Keir Starmer, die de deal schrapte, veranderde de Britse toon ten aanzien van Rwanda. In maart bevroor het VK onder meer directe hulp aan Rwanda, goed voor 37 miljoen euro per jaar.
Al kort na de inname van Goma bracht de Britse buitenlandminister David Lammy Kigali een ongewoon scherpe waarschuwing: Rwanda zet in totaal ruim 1 miljard dollar aan internationale hulp op het spel. Want zonder materiële steun van Rwanda was het M23 nooit gelukt om militair door te breken, zei hij in het Lagerhuis. In een telefoongesprek had hij Kagame naar eigen zeggen duidelijk gemaakt dat zijn regering niet langer bereid is schendingen van de territoriale integriteit door de vingers te zien. „Net zoals we dat in Europa niet toestaan, kunnen we dat nergens ter wereld toelaten.”
Burgers die de stad Goma verlaten, zien de schade van het geweld.Foto Hugh Kinsella Cunningham/Getty
Die strengere houding markeert een breuk met het voorheen welwillende beleid dat onder zowel Labour- als Conservatieve regeringen werd gevoerd. Prominente figuren als oud-premier Tony Blair prezen jarenlang de samenwerking met Kigali, terwijl kritiek op Rwandese inmenging in Oost-Congo grotendeels werd gesmoord.
Volgens Titeca toont de migratiedeal hoe in de huidige wereldorde morele principes onderhandelbaar zijn. „Zolang de deal liep, was er opvallend weinig kritiek vanuit Londen op Rwanda. Pas na de regeringswissel volgden diplomatieke maatregelen.”
Lees ook
Hoe Rwanda het lot van Oost-Congo blijft bepalen
Toch zijn nog niet alle banden met Rwanda verbroken. Afgelopen week zegde het VK een nieuwe reeks militaire trainingen toe aan Kigali. Ook binnen Westminster klinken nog altijd geluiden die Rwandese inmenging vergoelijken: zo verdedigde oud-minister Andrew Mitchell, Kigali’s optreden in Oost-Congo, ondanks de ferme taal van zijn partijgenoot Lammy. Lidewyde Berckmoes, universitair hoofddocent aan het Afrika-Studiecentrum in Leiden, ziet in het behoud van de status quo een patroon van passieve tolerantie. „Het uitblijven van daadkrachtige stappen heeft regimes altijd meer ruimte gegeven om geweld te gebruiken.”
Nederland
In de gangen van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag wordt over Rwanda eigenlijk zelden gesproken. Het beleid van het kabinet-Schoof ten opzichte van Rwanda blijft opvallend voorzichtig. Tijdens een recente rondetafel in de Kamer werd duidelijk dat er zorgen zijn over de effectiviteit van de huidige sancties en diplomatieke maatregelen.
Minister Veldkamp kreeg Kamervragen over de passieve houding van Nederland. Terwijl buurlanden als België en Duitsland binnen de EU wél aandringen op verdere sancties tegen Rwanda, verwees het buitenlandministerie naar ‘stille diplomatie’ en de noodzaak om relaties niet te verzieken. En hoewel de buitenlandminister verdere „sancties verwelkomt”, lijkt de uitvoering daarvan nog ver weg.
In plaats van het voortouw te nemen, verschuilt Den Haag zich achter gezamenlijke EU-resoluties en volgt het liever de lijn van grotere lidstaten. „Juist voor een land dat mensenrechten tot zijn grondbeginselen rekent, valt de terughoudendheid op”, zegt Berckmoes. „Terwijl stilte zelden neutraal is en in werkelijkheid ruimte creëert voor escalatie. En dat beseft Kagame maar al te goed.”
In maart erkende Veldkamp in antwoorden op Kamervragen voor het eerst dat Rwandese aanwezigheid op Congolees grondgebied een schending van het internationaal recht. Maar concrete stappen blijven uit: de Rwandese ambassadeur in Nederland is niet ontboden, terwijl de EU dat in februari wél deed. Het blijft bij diplomatieke telefoontjes.
Verder stelt Veldkamp dat Nederland binnen de EU pleit voor een „schorsing van de grondstoffendeal”, maar voegt eraan toe dat deze samenwerking een „basis biedt voor dialoog en transparantie”. Voor Phil Clark voelt het als diplomatiek uitstelgedrag die in de praktijk neerkomt op: aanspreken, maar niet aanpakken. Dat het kabinet wel wijst op de humanitaire inzet van Nederland in Oost-Congo, overtuigt Clark allerminst. „Als je Rwanda op andere vlakken niet aanspreekt, blijft het holle solidariteit.”
In de jaren 2000 kreeg Rwanda nog aanzienlijke Nederlandse steun voor wederopbouw. Vandaag zijn de economische belangen van Nederland in Rwanda bescheiden – Nederlandse export naar Rwanda bedroeg in 2023 zo’n 33 miljoen euro – maar symbolisch niet onbelangrijk. Er lopen samenwerkingen op het gebied van waterbeheer, voedselzekerheid en duurzame energie.
In 2012, toen de wereld kennisnam van de Rwandese steun aan M23, was Nederland een van de weinige landen die tijdelijk de hulp opschortte. Een zeldzaam moment van principiële daadkracht, zegt Lidewyde Berckmoes: „Den Haag had toen nog de ambitie om een moreel kompas te volgen.”
De vluchtelingenkampen Mugunga en Lushagala.Foto Hugh Kinsella Cunningham/Getty
‘Je kunt hier niet aan je neus krabben zonder dat het uit drie verschillende hoeken wordt gefilmd”, zegt Peter Dummett, algemeen directeur van de haven van Darwin. Het is een kraakheldere ochtend in de top end, het noordelijke puntje van Australië. Dummett kijkt uit over het uitgestrekte geasfalteerde terrein, op een paar containers na leeg. De zon weerkaatst genadeloos van het kalme water. „Dit is de strengst gereguleerde haven van het land. We hebben hier meer camera’s dan tijdens een televisieverslag van de Olympische Spelen.”
Dummett is een joviale man van in de zestig. Na een carrière van twintig jaar bij de marine kwam hij bij de haven terecht. Sinds dertien jaar zwaait hij de scepter. Hij praat graag over zijn geliefde haven en neemt ruim de tijd om journalisten en andere geïnteresseerden rond te leiden, al moest hij het hoofdkantoor daar wel eerst van overtuigen. „Het idee was eerst: als we ons stilhouden, gaat al die aandacht vanzelf weg. Maar ik loop al lang genoeg op deze planeet rond om te weten dat als je een gat creëert voor de media, ze dat opvullen. En niet altijd al te nauwkeurig.”
Tijdens de Australische verkiezingscampagne van de afgelopen weken was de haven van Darwin regelmatig in de media. Dat komt door het land waar het hoofdkantoor staat: China. Sinds 2015 is de haven in handen van de Shandong Landbridge Group, een onderneming van de Chinese miljardair Ye Cheng. Voor omgerekend ruim 280 miljoen euro kreeg het bedrijf de lease van de haven voor 99 jaar in handen. Landbridge heeft nauwe banden met de Chinese Communistische Partij en het Chinese Volksbevrijdingsleger.
Peter Dummett, algemeen directeur van de haven van Darwin.
Foto Helen Orr
Dat zorgde toen al voor kritiek van mensen die vonden dat de nationale veiligheid in gevaar werd gebracht ten behoeve van economisch gewin. Oud-president Barack Obama uitte zijn ongenoegen tegenover de toenmalige Australische premier Malcolm Turnbull.
Nu roepen zowel regeringspartij Labor als de Liberals, de grootste oppositiepartij, dat ze de haven na de verkiezingen terug willen kopen. „Iedereen is het erover eens dat dit nooit had mogen gebeuren”, zegt Jennifer Parker, veiligheidsdeskundige aan de Australische Nationale Universiteit in Canberra. „Als er een crisis of conflict ontstaat in de regio, kunnen we het ons niet veroorloven dat een Chinees bedrijf een van onze belangrijkste strategische havens uitbaat.”
Make Australia Great Again
Het is slechts een van de voorbeelden waarop de geopolitiek zich opdringt tijdens de verkiezingscampagne in Australië. De afgelopen weken stond het land in het teken van de federale verkiezingen die dit weekend plaatsvinden. Hoewel de grootste partijen het liefst campagne voeren over binnenlandse aangelegenheden, zoals de hoge kosten van het levensonderhoud, kunnen ze niet om de internationale situatie heen. „Iedereen ziet dat de relatie met China en de Verenigde Staten bovenaan de prioriteitenlijst van de volgende regering staat”, zegt Michael Fullilove, directeur van de vooraanstaande denktank Lowy Instituut.
Van oudsher zijn de Verenigde Staten de belangrijkste strategische partner van Australië. Maar met Trump in het Witte Huis staat die relatie onder druk. „De nieuwe regering moet kunnen omgaan met een Amerikaanse president die niet gelooft in allianties en vrije handel”, stelt Fullilove. „En dat terwijl de Verenigde Staten ontzettend belangrijk zijn voor onze veiligheid.”
De Australische oppositieleider Peter Dutton hoopte mee te liften op Trumps overwinning
Aanvankelijk hoopte de Australische oppositieleider Peter Dutton nog mee te liften op Donald Trumps overwinning. Aan het begin van de verkiezingscampagne kwam de leider van de grootste oppositiepartij met beleidsplannen die één op één gekopieerd leken van de nieuwe regering in het Witte Huis. Zo wilde hij een minister aanstellen voor ‘overheidsefficiëntie’, was hij van plan om 41.000 ambtenaren te ontslaan en thuiswerken te verbieden. Zijn kandidaat-minister voor het Australische DOGE-ministerie, Jacinta Nampijinpa Price, zei tijdens een campagnebijeenkomst zelfs de woorden: ‘make Australia great again’.
Al gauw moest de partij daar met rasse schreden van terugkeren. De plannen bleken zeer impopulair, vooral onder vrouwen, die de Liberals van Dutton sowieso al moeilijk aan zich weten te binden. Uit opiniepeilingen – waarin Labor aan kop gaat – blijkt dat de oppositiepartij flink heeft geleden door het aanschurken tegen de ‘strong man’ in het Witte Huis. De partij ontkent nu dat ze door Trump geïnspireerd is, en stelt dat de plannen geen „ode aan Donald Trump” zijn.
De gevolgen van Trumps presidentschap zijn te voelen in Australië. Niet alleen vanwege de handelstarieven. Tijdens de vorige Trump-regering kwam Australië daar nog onderuit, maar dit keer is dat niet gelukt. Vorige maand kondigde het Witte Huis op ‘bevrijdingsdag’ een heffing van 10 procent aan op alle import uit het land.
Kernonderzeeërs
Er zijn ook zorgen over het militaire samenwerkingsverband Aukus, dat een van de belangrijkste pijlers van de relatie tussen Australië en de Verenigde Staten is geworden. De alliantie is opgericht om tegenwicht te bieden aan de groeiende Chinese macht in de regio. Onderdeel daarvan is dat Australië onder meer nucleair aangedreven onderzeeërs van de VS koopt, die honderden miljarden Australische dollars kosten. Toch verwachten de partijen dat de VS zich aan die deal blijft houden, ook al wordt Trump gezien als een minder betrouwbare partner.
Lees ook
Wat gaat het nieuwe bondgenootschap Aukus doen en 8 andere vragen over de anti-Chinese alliantie
„Deze deal is in het belang van zowel de VS als Australië”, zegt Fullilove. Hij wijst erop dat Australië daardoor wel gevangen blijft in een gecompliceerde driehoeksverhouding met de VS en China. China is zoals bekend niet gelukkig met dat veiligheidspact tussen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië. „Het is ingewikkeld om te navigeren tussen enerzijds onze belangrijkste veiligheidspartner, de Verenigde Staten, en anderzijds onze belangrijkste economische partner, China.”
Defensiedeskundigen stellen dat er tijdens de campagne niet genoeg aandacht is geweest voor de dreiging van een regionaal conflict. „Het risico van een derde wereldoorlog is reëel”, zei defensiespecialist Paul Dibb van de Australische Nationale Universiteit in Canberra tegen de Australische krant Sydney Morning Herald. Dibb was de belangrijkste defensiestrateeg van Australië aan het eind van de Koude Oorlog, en is nu emeritus hoogleraar strategische studies aan de universiteit.
Australië is momenteel kwetsbaar, stelt hij. Dat blijkt onder meer uit het feit dat Chinese oorlogsschepen het land rond konden varen. In Australië en Nieuw-Zeeland gingen eind februari alle alarmbellen af toen drie Chinese oorlogsschepen militaire oefeningen met scherpe munitie uitvoerden in de Tasmanzee. „Dat deed de Sovjet-Unie niet eens tijdens het hoogtepunt van hun macht”, aldus Dibb.
Toegangspoort van de haven van het Australische Darwin, die in handen is van de Shandong Landbridge Group, een onderneming van de Chinese miljardair Ye Cheng.
Foto Helen Orr
Ook Parker stelt dat de Indo-Pacific nu de „de meest risicovolle strategische omstandigheden kennen sinds de Tweede Wereldoorlog”. Een nieuwe Australische regering moet de dreiging van China serieus nemen, zegt ze. „China gedraagt zich ontzettend agressief. Dat kan, met of zonder opzet, leiden tot een crisis of conflict. Dat heeft directe gevolgen voor de Australische nationale veiligheid.”
Toch is het de vraag of de geopolitieke situatie een doorslaggevende factor wordt bij de keuze van de Australische bevolking in het stemhokje. „Dit verhaal wordt niet aan Australiërs verteld, door beide partijen niet”, zegt Parker.
Amerikaanse mariniers
In Darwin lijken de spanningen tussen de grootmachten, en de spagaat waar Australië zich in bevindt, samen te komen. Zowel de VS als Australië investeren honderden miljoenen euro’s in de verbetering van de defensie-infrastructuur in Darwin. Ruim 2.500 Amerikaanse mariniers zijn gestationeerd op een Australische militaire basis, niet ver van de haven.
Ze trainen vaak samen met de Australische marine en gebruiken regelmatig de haven, tot plezier van oud-marinier Dummett. Hij heeft warme herinneringen aan zijn tijd bij de marine en is er trots op dat zijn haven zo intensief wordt gebruikt. „Ik heb twintig jaar bij de marine gezeten, Ik heb de eerste Golfoorlog meegemaakt samen met onze Amerikaanse bondgenoten. Dus ik snap de onrust. Maar ik verzeker je, daarom zijn we de strengst gecontroleerde haven van het land.”
Landbridge heeft onmiskenbaar duidelijk gemaakt dat de haven niet te koop is. Dummett hoopt dat de politici het plan snel laten varen. „Al die achterdocht vind ik vooral vervelend voor mijn personeel. Ik heb een goed team, we doen hier goed werk. We moeten ons richten op alle positieve effecten van de haven voor de Australische economie.”
Hoe dichter bij de grens met Wit-Rusland, hoe stiller het wordt. Op de E85, de weg die het Wit-Russische Brest verbindt met het Oekraïense Loetsk, is de gebruikelijke stoet vrachtwagens verdwenen. De weg, om de paar kilometer onderbroken door een militair checkpoint, is sinds de oorlog zo goed als leeg. Eromheen liggen de weilanden vol drakentanden en prikkeldraad, door de bossen zigzaggen nauwelijks zichtbare loopgraven en overal staan splinternieuwe bunkers.
Het is vrijwel onmogelijk om als niet-bewoner de grenszone te bereiken. Het is nog moeilijker om via de andere kant van de grens – door Wit-Rusland – Oekraïne binnen te komen. Toch lukt het zo’n twintig tot zestig mensen per dag via de grensovergang in Domanove. Het is de enige grensovergang die open is voor mensen uit de bezette gebieden, die via Rusland of Wit-Rusland willen terugkeren naar gebied dat onder controle is van Kyiv. Alleen kennen niet velen deze ‘humanitaire corridor’.
De meeste grenspassanten hier kunnen niet naar de Europese Unie vluchten omdat ze geen paspoort hebben, maar slechts een Oekraïense ID-kaart die alleen in extreme uitzonderingen wordt geaccepteerd aan de Europese grenzen. Sommigen hebben helemaal geen documenten, of waren nog minderjarig toen de oorlog uitbrak en konden in bezet gebied geen Oekraïense documenten aanvragen.
Bereiken ze eenmaal de humanitaire corridor in Domanove dan worden ze na een stevige ondervraging door Oekraïense veiligheidsdiensten met open armen ontvangen. Verschillende organisaties regelen gratis maaltijden, vervoer naar het dichtstbijzijnde stadje Kovel en de doorreis naar hun eindbestemming.
Maar het is vooral de reis naar Domanove die gevaarlijk is: vluchten uit bezet gebied, liegen over de bestemming tegen Russische veiligheidsdiensten, langs checkpoints komen en een dagenlange reis door Rusland en Wit-Rusland. De meesten komen uit een van de vier (gedeeltelijk) door Rusland bezette provincies in Oekraïne en kunnen niet vluchten via de frontlijn. Dat is te gevaarlijk. Dus wacht hen een reis door Rusland en Wit-Rusland om Oekraïne te bereiken. Sommigen krijgen hulp van smokkelaars of vrijwilligers, anderen doen het op eigen houtje. Regelmatig blijken gevluchte Oekraïners uit bezet gebied spoorloos verdwenen – waarschijnlijk opgepakt door de Russische veiligheidsdiensten.
NRC sprak een dag lang alle mensen die vanuit Wit-Rusland de grens overkwamen in het Oekraïense Domanove.
10.47Echtpaar uit een dorp in Loehansk
Een ouder echtpaar komt lopend de grens over in Domanove. Een sporttas en twee leren tassen is alles wat ze met zich mee dragen. Ze hebben drie dagen gereisd vanuit door Rusland bezet gebied in de noordoostelijke provincie Loehansk. „Ons verhaal moet worden verteld”, zegt de vrouw onmiddellijk terwijl ze neerploft op een stoel in de keet van een hulporganisatie. „Er is geen vrijheid van meningsuiting”, begint de man over het door Rusland bezette Loehansk. „Tijdens de Russische presidentsverkiezingen vorig jaar kwamen twee personen – één gemaskerd met een machinegeweer – naar ons huis met een stembiljet en keken mee terwijl wij gedwongen op het stembiljet het vakje van Poetin moesten aanvinken.”
„Het was moeilijk om ons huis te verlaten”, vertelt de vrouw met neergeslagen ogen. „We werkten daar, hadden ons eigen huis opgebouwd. Maar welke dromen konden we daar nog laten uitkomen? Er is daar geen levensgeluk. We hebben onze kinderen en kleinkinderen drie jaar niet gezien. Het is ongelooflijk dat we ze nu gaan zien.”
De reis bereidden ze zorgvuldig voor. Ze gingen één keer eerder de grens met Rusland over. Als test. Toen werden ze uitgebreid ondervraagd. Maar de tweede keer, tijdens hun definitieve vertrek, mochten ze bij de Russische grens doorlopen. „Blijkbaar stonden we al in het syteem”, vermoedt de man. Ze reisden daarna met de trein naar Minsk en Brest, pakten een taxi naar de grens.
Dan begint de vrouw opeens terug te krabbelen. „Ik wil toch niet met onze namen in de krant. Mijn moeder van 84 woont nog in Loehansk en ik wil over een paar maanden naar haar terugkeren. Misschien is het beter om niks meer te zeggen, want onze buurvrouw verdween zomaar op een dag en haar hebben we nooit meer terug gezien.”
11.35Regina (24) uit Donetsk
Regina (24) vluchtte uit Donetsk, waar ze voor haar grootouders zorgde.
Foto Kostyantyn Chernichkin
Met twee grote rolkoffers, een rugtas en een sporttas slalomt de 24-jarige Regina langs de betonblokken die op de grensovergang staan. Ze komt uit Donetsk. Haar moeder woont in Tsjechië, maar zij ging in 2023 terug naar Donetsk om voor haar grootouders te zorgen.
Als ze over het leven in Donetsk begint herhaalt ze één woord: ‘slecht’ en maakt ze van haar handen pistooltjes. „Er zijn geen luchtalarmen, maar wel dagelijks raketaanvallen. De huren zijn hoog, het leven is er duur. Maar stromend water is er nauwelijks.”
Over haar vertrek was ze vastberaden. „Een eigen mening? Die kun je in het door Rusland bezette gebied in je reet steken”, zegt ze terwijl ze aan haar vape lurkt. Ze vertelt verbaasd over haar leeftijdsgenoten die blij waren met elektrische deelscooters die Donetsk sinds kort heeft. „Ze zien dat als vooruitgang, terwijl ze maar vier uur per dag stromend water hebben.”
Volgens haar is een groot deel van Donetsk, dat al sinds 2014 bezet is door de Russen, pro-Russisch. „Ik denk dat slechts een vijfde van de bewoners van Donetsk pro-Oekraïens is. De propaganda daar is heftig, helemaal sinds 2022. Als ik daar ben heb ik het gevoel dat iedereen aan de paddo’s zit – ze leven in een fantasiewereld.”
Ze wil in Oekraïne blijven. Eerder woonde en werkte ze een tijdje in Tsjechië, net als haar moeder. „Maar in Europa wachten ze niet op ons Oekraïners – ze hebben ons niet nodig”, zegt Regina. „Ik ga in Oekraïne mijn eigen geld verdienen en blijf hier. Donetsk zal ooit weer Oekraïne worden.”
12.44Viktor uit Skadovsk
Viktor moest zijn auto achterlaten aan de Wit-Russische grens.
Foto Kostyantyn Chernichkin
Op een stepje vervoert Viktor zijn sporttas. Het is alles wat hij over de grens heeft meegenomen na een lange trip met zijn auto uit Skadovsk – in de regio Cherson vlakbij de Krim. „De Russen zijn kut, maar de Wit-Russen irriteerden me nog meer. Zo ontiegelijk veel snelheidsboetes heb ik gekregen”, zegt hij terwijl hij een sigaretje opsteekt in de zon.
Viktor wilde met zijn auto de grens met Polen over, maar dat lukte niet omdat hij geen paspoort had. Daarna vertrok hij naar Domanove, liet zijn auto achter aan de Wit-Russische kant van de grens – alleen voetgangers mogen hier de grens over en gaat nu in Oekraïne een paspoort aanvragen om daarna weer terug te keren naar Wit-Rusland voor zijn auto. „Ik hou van mijn autootje. Maar schrijf maar niet op welke het is, want hij zit vol met gereedschap”, grijnst hij.
Praten wil hij niet. Maar na het zoveelste sigaretje in de zon begint hij toch te mijmeren. Over zijn neef die drie dagen gemarteld is door de Russische veiligheidsdiensten. „Hij moest iemand aangeven.” Over Oekraïners die opgepakt worden en in het Russische leger moeten dienen. „Er zijn al lijken teruggekeerd.” En over zijn zoons die in het Oekraïense leger dienen. „Ik heb al vijf keer de FSB [de Russische veiligheidsdienst] op bezoek gehad. Maar meer vertel ik je niet, want ik moet nog terug om mijn auto op te laten en de FSB heeft alles onder controle.” Hij steekt nog maar een sigaretje op.
12.38Jevdokia uit Belgorod, Rusland
Niet iedereen die de grens passeert komt uit de door Rusland bezette gebieden in Oekraïne. De Oekraïense Jevdokia woonde jarenlang in Rusland om te zorgen voor haar kleinzoon. „Ik woonde al in Belgorod toen de grootschalige invasie uitbrak, maar ik ga nu terug naar Charkiv omdat ik mijn dochter mis.”
Ze wilde eerst via Letland naar Oekraïne vluchten, maar dat kon niet zonder paspoort. Die van haar is vervallen en een nieuwe aanvragen kon niet in Rusland omdat de Oekraïense ambassade daar gesloten is.
„In Belgorod probeerde ik zo onzichtbaar mogelijk te leven”, vertelt ze terwijl ze een hap neemt van een rode bietensoep. „Ik bleef zoveel mogelijk thuis en zorgde voor mijn kleinkind. Maar ik miste ook mijn huis op het platteland bij Charkiv, mijn dochter, mijn vriendinnen. Mijn ziel ging dood in Rusland.”
13.22Arsen Saakjan (20)
Na vijf dagen zonder slaap neemt Arsen Saakjan (20) de bus naar zijn familie in Cherson. Foto Kostyantyn Chernichkin
Terwijl Jevdakia nog volop vertelt over haar tienjarige kleinzoon – „mijn geluk in de wereld” – komt een jongen in een Stone Island trainingspak de grens over. Zijn handen trillen, zijn blik is schichtig. Om zijn neppe Armani-tas hangt een kruisje. „Ik heb vijf dagen niet geslapen en een hele slof sigaretten gerookt van de stress”, zegt Arsen Saakjan (20). „Ik dank God dat ik hier eindelijk ben.”
Toen de oorlog uitbrak nam zijn tante hem als zestienjarige mee naar de oostkant van de Djnepr in Cherson. Het zou daar veiliger zijn, maar uiteindelijk bleek dat de verkeerde keuze: het gebied werd bezet door de Russen.
Sinds 2023 probeerde hij te ontsnappen. Maar keer op keer werd hij tegengehouden door de Russische veiligheidsdiensten. „Ik heb acht keer geprobeerd te vluchten en in totaal 8.000 dollar betaald aan smokkelaars.” Hij had niemand over zijn plannen verteld, zijn familie – die aan de in 2022 bevrijde kant van de rivier woont – hoorde het pas toen hij eenmaal in Minsk was aangekomen. „Alleen mijn toenmalige vriendin had ik het verteld, maar die heeft mij verlaten voor een Russische soldaat.”
Na een kop koffie, komt hij een beetje bij. „Ik voel vrijheid hier”, zegt hij kijkend in de warme middagzon. „En dat is het enige wat ik nodig heb – alles waar ik bang voor was heb ik achter mij gelaten.” Zijn schichtige blik verdwijnt als hij begint te vertellen over het leven in bezet gebied. Vrienden die elkaar verraden aan de Russen, de FSB die hem regelmatig ondervroeg en wilde dat hij pro-Oekraïense mensen zou aangeven, mensen die zomaar verdwenen, anderen die voor het Russische leger moesten vechten.
Nu wil hij naar zijn familie en uiteindelijk reddingwerker worden. „Ik zou zeker vechten voor Oekraïne”, zegt Arsen die nog niet de leeftijd van 25 jaar heeft bereikt om gemobiliseerd te worden voor het leger. „Wij zijn Oekraïners, wij geven niet op.”
14.34Ljoebov
Ljoebov uit Zaporizja komt aan op de grensovergang in Domanove. Ljoebov uit Zaporizja krijgt een maaltijd bij een vluchtelingenopvang in Kovel.
Foto’s Kostyantyn Chernichkin
Ljoebov is een van de laatsten die deze dag de grens oversteekt – een vrouw van middelbare leeftijd die uit een dorp komt in het bezette Zaporizja. Ze had daar een prima leven, vertelt ze. Ze werkte in haar moestuin, bezocht de kerk en zorgde voor haar moeder. Maar nadat ze erachter kwam dat ze gezondheidsproblemen had, besloot ze te vluchten. Onderweg schrok ze van Rusland. „Zoveel arme mensen zag ik vanuit het raam in de bus”, zegt ze. „Ze woonden nog in houten hokken die wij gebruiken voor de dieren.”
Ze vertrekt naar Odesa. Naar haar dochter. „Die heb ik acht, of negen jaar niet gezien. Of langer? Ik weet het niet precies. Ongelooflijk, eigenlijk.”
14.41Jeva (23) en teckel Boersoela
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Jeva (23), die vluchtte uit Moskou, wordt met haar teckel Bursula naar een opvang in Kovel gebracht. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Jeva (23), die vluchtte uit Moskou, wordt met haar teckel Bursula naar een opvang in Kovel gebracht. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/01145955/data131610843-6f5f73.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-27.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-25.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-26.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-27.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-28.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/8AQ-ICsiE4L3LZpd9sZLdPlMflU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/01145955/data131610843-6f5f73.jpg 1920w”>Jeva (23), die vluchtte uit Moskou, wordt met haar teckel Bursula naar een opvang in Kovel gebracht. Foto Kostyantyn Chernichkin
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Jeva (23) laat haar teckel Bursula uit in Kovel. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Jeva (23) laat haar teckel Bursula uit in Kovel. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-6.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/01145957/data131610873-09038b.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-31.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-29.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-30.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-31.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/deze-mensen-vluchtten-uit-bezet-gebied-in-oekraine-er-is-daar-geen-levensgeluk-32.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/o6DKmCQoAkksce9C0XoT4fBvopI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/01145957/data131610873-09038b.jpg 1920w”>Jeva (23) laat haar teckel Bursula uit in Kovel. Foto Kostyantyn Chernichkin
Bij haar in de minibus, die de vluchtelingen naar de dichtstbijzijnde stad Kovel brengt, stapt Jeva (23) met haar teckel Boersoela in. Ze is de laatste die vandaag de grens is overgekomen. De Oekraïense komt uit Moskou, waar ze bijna haar halve leven woonde. „De laatste keer dat ik Oekraïne bezocht was in 2020”, zegt ze met een dik Moskous accent in het Russisch.
Nadat ze was afgestudeerd besloot ze te vertrekken. Maar het duurde een halfjaar voordat ze de benodigde reisdocumenten kon verkrijgen bij de Oekraïense ambassade in Minsk. „Ik zag geen perspectief meer in Moskou”, vertelt ze terwijl ze haar hondje aait achterin de bus. „Er is geen vrijheid daar. Sinds 2022 worden zoveel mensen gearresteerd vanwege hun mening.”
In de koffietent in Moskou waar ze werkte ging ze wel het gesprek aan over de oorlog in Oekraïne. „Iedereen wist van mijn Oekraïense afkomst. Ik verdedigde Oekraïne altijd en sprak me uit tegen de Russische propaganda”, zegt ze. „Misschien ga ik ooit op een dag terug naar Moskou, wanneer dit alles is afgelopen. Maar ik heb eigenlijk maar één vriendin daar.”
Ze wil nu in Kyiv gaan werken – misschien weer in een koffietent. „Ik weet niet wat de toekomst brengt”, zegt ze. „Ik heb in Oekraïne geen vrienden, het is een nieuw land voor mij. Maar ik voel me wel zeker over deze stap.”
Haar angst richt zich vooral op haar hondje Boersoela. „De raketaanvallen op Kyiv zullen een nieuwe ervaring zijn”, zegt Jeva. „Vooral voor mijn hond, die schrikt al van vuurwerk.” Achterin de minibus, die heen en weer schudt door de vele gaten in de weg, kruipt Boersoela dicht tegen Jeva aan.
17.30Vertrek
Aan het einde van de dag, als iedereen gegeten en gedoucht heeft in een van de drie opvangcentra in Kovel, vertrekken de meesten weer. De inmiddels ontspannen Arsen Saakjan pakt de bus naar het zuiden. De autoloze Viktor wordt opgehaald door zijn zoon. Regina staat op het perron van het treinstation in Kovel, klaar voor nog een reis van zo’n zestien uur voordat ze haar vriend in Odesa ziet. Op datzelfde perron vliegt Ljoebov haar dochter in de armen, die ze bijna een decennium niet in levende lijve heeft gezien. Alleen Jeva blijft achter en laat haar teckel Boersoela uit in de straten van Kovel tijdens de ondergaande avondzon.