N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Geurnostalgie Perfumes of the Past verkoopt parfums van vroeger. Vaak weten klanten precies welke editie ze zoeken. „Dat zien ze aan de doos, aan de dop of aan de kleur van de vloeistof.”
„Als een klant begint te huilen, weet ik me geen houding te geven”, zegt de eigenaar van Perfumes of the Past. „Heel erg lastig vind ik dat.” En het komt nogal eens voor. In de Haarlemse winkel zijn uitsluitend parfums te koop die uit de handel zijn gehaald en vrijwel nergens nog te krijgen zijn. De meeste klanten komen met specifieke verzoeken. Vaak willen ze een overleden dierbare nog eens ruiken. „Een moeder, een oma of een kind dat vroegtijdig gestorven is. Ik krijg heel persoonlijke verhalen te horen. Niks brengt zo sterk herinneringen naar boven als geuren.”
Eigenaar Leo („zeventig-plus”) wil niet op de foto en niet met zijn achternaam in NRC. „Ik heb een keer in een andere grote krant gestaan – ik zeg niet welke – en daarna werd ik te pas en te onpas aangesproken op straat. Dat hoeft niet zo van mij.”
Geen millimeter winkelruimte is onbenut gebleven in zijn pand op de Gedempte Oude Gracht. Duizenden flesjes staan hutjemutje tegen elkaar in vitrines en op planken die van de vloer tot het plafond reiken. Daartussen hangen posters met oude parfumreclames.
De klant die hem het meest bijgebleven is, is een oudere vrouw die elk jaar naar zijn winkel kwam rond de overlijdensdatum van haar moeder. „Dan kocht ze altijd haar moeders parfum: Madame Rochas. Die goot ze vervolgens leeg over het graf. Inmiddels is ze zelf ook overleden.”
Er zijn ook veel klanten die gewoon een flesje voor zichzelf kopen. „Soms zoeken ze bijvoorbeeld het parfum waarmee ze hun partner ooit verleid hebben.” Het komt vaak voor dat fabrikanten de formules van een geur door de jaren heen veranderen. Bij Perfumes of the Past komen klanten die op zoek zijn naar de oorspronkelijke variant. „Er zijn onvoorstelbaar fanatieke liefhebbers die precies weten welke editie ze willen hebben. Dat kunnen ze zien aan de doos, aan de dop of aan de kleur van de vloeistof.”
Verreweg het grootste deel van zijn tijd is hij kwijt aan het speuren naar parfums. Soms op verzoek van klanten, maar vaak gewoon naar eigen inzicht. Waar hij de parfums vandaan haalt, wil hij absoluut niet vertellen. „Het is moeilijk werk, kan ik je wel zeggen. Het gaat niet om één adresje dat ik niet wil onthullen, het zijn er eerder duizenden. De een heeft dit, de ander dat. Ik doe het al lang, dus weet inmiddels waar wat te krijgen is. Ik ben elke dag aan het bellen en mailen. En ik moet er regelmatig voor naar het buitenland. Het is een gekkenhuis.”
Soms zoeken klanten het parfum waarmee ze hun partner ooit verleid hebben
Leo werd geboren op Aruba, waar zijn ouders een eigen parfumerie hadden. „Doordat ik in mijn jonge jaren mijn ouders heb geholpen, heb ik heel veel kennis opgedaan. Niet alleen van de parfums zelf, maar ook van wat de mensen zoeken.”
Als kind vond hij parfums leuk, maar hij was nooit van plan er zijn beroep van te maken. Voetballer wilde hij worden. „Maar daar was ik niet goed genoeg voor.” Toen hij 56 jaar geleden naar Nederland kwam, speelde hij eerst een paar jaar in musicals. „Zingen, dansen, acteren. Ik ben er niet voor opgeleid, maar ik kon wat ze zochten. Ik heb nog opgetreden in de musical Hair. Begin jaren zeventig trokken we het hele land door, en ook naar België, Duitsland en Scandinavië. Maar na Hair dacht ik: dit is het toch niet helemaal. Dat gereis met bussen de hele tijd. Altijd laat thuis.”
En zo kwam hij toch weer bij parfums uit. „Daar weet ik nu eenmaal het meest vanaf.” Hij begon met mini’s, parfumflesjes van een paar centimeter hoog, waar nu nog steeds een grote vitrine aan gewijd is in zijn winkel. „Dat leek me slim, want niemand anders in Nederland was daarin gespecialiseerd.” Na een paar jaar begonnen zijn klanten ook om grotere versies te vragen, dus breidde hij uit. Vijftien jaar geleden besloot hij zich helemaal te focussen op parfums die nieuw niet meer te krijgen zijn – ook weer omdat zijn klanten er vaak naar vroegen.
Twintig jaar lang had hij een winkel in de Amsterdamse Jordaan, toen die te klein werd, verhuisde hij naar het pand in Haarlem, waar hij inmiddels ruim tien jaar zit. Daarnaast heeft hij een webshop.
Veertig tot negentig
Reclame heeft Leo in al die jaren nooit gemaakt. „Dat kost een vermogen. En de mensen die echt iets zoeken en er geld voor hebben, weten mij wel te vinden. Ze reizen vaak een heel eind. Soms komen ze zelfs uit Duitsland.” Jonge mensen komen niet in zijn winkel, zegt hij. „Die kennen die parfums uit het verleden natuurlijk niet. Het begint bij een jaar of veertig en loopt tot minstens negentig.” Wat ook meespeelt is dat bijna niemand tegenwoordig nog een leven lang één geur draagt. „De meeste jonge vrouwen hebben nu een hele plank vol parfums. Dus ze zijn minder gehecht aan één parfum.”
In Google-recensies beklagen sommigen zich over de hoge prijzen in zijn winkel. Zeldzame parfums zijn nu eenmaal duur, zegt Leo. „Ik moet veel moeite doen om ze te krijgen. En de mensen van wie ik de parfums koop zijn niet gek, die willen er ook wat aan verdienen. Dan zit je nog met de import, het transport, de btw. Dus dan kom je vaak uit op een prijs die hoger is dan de oorspronkelijke verkoopprijs.” Voor Le Feu d’Issey Light – een geur van modeontwerper Issey Miyake, oorspronkelijk uitgebracht in 2000 – vraagt hij 169,95 euro. „Die is heel zeldzaam, en er is veel vraag naar.” Een geur die bij mannen in trek is, en volgens Leo nergens meer te krijgen, is Fleur du Mâle van Jean Paul Gaultier uit 2007. Een fles van 75 milliliter kost 234,95 euro. Maar de meeste parfums blijven onder de 100 euro.
Hekel aan Boss
Tussen alle vitrines en planken vol parfums hangen meerdere foto’s van leden van het koningshuis. Vooral Máxima komt vaak terug. „Er is hier ooit iemand geweest om iets voor haar te kopen”, vertelt hij. „Maar ik ben sowieso koninklijk ingesteld. Toen ik op de mulo op Aruba zat, is er een hele wijk met houten huisjes afgebrand bij ons in de buurt. Die mensen hadden helemaal niks meer. In die tijd waren koningin Juliana en prins Bernhard op Aruba. De koningin heeft heel veel mensen opgeroepen om geld te doneren voor de wederopbouw. Daar was ik erg van onder de indruk, er kwam zóveel geld binnen.”
Er staan geuren in zijn winkel die tientallen jaren oud zijn. Hoe zit het met de houdbaarheid? „Je kunt het nooit precies zeggen, maar veel parfums blijven wel veertig of vijftig jaar goed. Het hangt erg af van waar je het flesje neerzet: in een lichte slaapkamer, of in een donkere badkamer? En bewaar je het flesje in de doos? Hoe minder zon, hoe beter.” De flesjes in zijn etalage verkoopt hij dus ook niet.
Leo’s favoriete geur is al decennialang dezelfde: Aramis 900. „Een heel eenvoudig parfum, lekker zoet. Niet het beste van het beste, maar wel een parfum dat bij mij past.” De massa kent het niet, zegt hij. „Die kennen Chanel N°5, Nina Ricci, Hugo Boss. Ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar ik heb een hekel aan de parfums van Boss. Véél te sterk. Je ruikt het van ver, dat is niet de bedoeling. Veel mensen denken dat hoe meer je opdoet, hoe lekkerder het ruikt. Maar je moet juist zo min mogelijk dragen.”
Fotografie Lin Woldendorp