In deze musical filosofeert iedereen op z’n eigen eilandje

Stel dat je moet schuilen tot iets overwaait, tot het weer veilig is om naar buiten te gaan. Onweer beukt, het stormt, iets groots en gevaarlijks trekt over de stad. Je duikt een gebouw in en daar zoeken meer mensen beschutting, een conciërge deelt onwennig flesjes water uit. Stel: het duurt lang en de verveling slaat toe. Wat zou je doen?

In Ground Floor, een ‘filosoferende musical over eindigheid’ van theatergezelschap Orkater, begint het verzamelde groepje mensen snel ervaringen en levenswijsheden te delen. Alledaagse situaties en gedachtespinsels zijn omschreven in de herkenbare stijl van schrijver Maartje Wortel, die met Ground Floor haar eerste theatervoorstelling schreef. De personages praten in klaterende zinnen met onverwachte wendingen.

„Doodgaan gaat niet zomaar”, zingen de acteurs bijvoorbeeld in een scène over een vliegtuigongeluk dat bijna plaatsvond, om af te sluiten met: „net als leven”. Dit soort tekstuele verrassingen zorgen voor een glimlach of ontroeren. Het zijn er alleen erg veel. Wat je in een boek even rustig op je kan laten inwerken, wordt op het toneel snel overweldigend. Veel van de dialogen zijn zo rijk dat je ze, in de anderhalf uur die deze voorstelling duurt, nauwelijks kunt bijbenen.

Ritmische uh’s

Ground Floor komt rustig op gang, in regie van Suze Milius en Marijn Alexander de Jong. De verstekelingen dralen in de non-descripte ruimte van een bedrijfspand. Er hangt een memobord met foto’s en magneten; er zijn klapraampjes die de conciërge snel sluit met een stok. Iemand staat naar buiten te kijken, iemand speelt Tetris op haar telefoon. Langzaam worden de scènes theatraler. Als de lampen uitvallen, verlichten de acteurs elkaar met wat ze maar vinden: het nooduitgangbordje, de deksel van een terrarium. Uiteindelijk is er zelfs een podium, waarop het klassieke musicalgehalte wordt opgekrikt met een choreografietje.

Soms lijken de personages inwisselbaar: geen van hen stijgt echt boven de anderen uit. Een superieure dame met een koffertje (Annelinde Bruijs) is even zoekend als de onhandige conciërge (Reinout Scholten van Aschat) of de schuchtere koerier (Hélène Vrijdag). Als je zorgvuldig luistert, kun je hun levensverhalen bij elkaar puzzelen. Iemand wil opklimmen op de sociale ladder, maar strandt. Iemand worstelt met hoge verwachtingen.

In de korte gesprekken zijn terugkerende thema’s te ontdekken (geworstel met leven of dood, eenzaamheid en onrust), maar veel scènes voelen als eilandjes, enkel bij elkaar gehouden doordat de personages zich in dezelfde ruimte bevinden, veroordeeld tot elkaar. Door de veelheid aan fictieve ervaringen is de voorstelling bij vlagen taai.

Gelukkig zorgt de muziek van Annelinde Bruijs voor een stuwende kracht. Zij componeerde nummers, die zijn opgebouwd uit spreektaal. Herhalende uh’s of ha-ha-ha’s zorgen voor een verslavend ritme, met pianoklanken en zoemende beats er onder. Zo vlechten de acteurs korte bevestigingen (‘ja, ja, ja’) door een zanglijn. Gecombineerd met de tekst van Wortel en het strakke spel van de acteurs is Ground Floor een onconventionele musical, die nog wel even nazingt tussen je slapen.

https://youtu.be/rwrf-HrcVdo?si=-Vm61Q_p_JaPl17U