In deze ‘Così fan tutte’ geen oubollige maskerade, maar een doelbewuste partnerruil

Recensie Muziek

Operafestival Aix-en-Provence Het is lastig om het verhaal van Mozarts opera ‘Così fan tutte’ naar de huidige moraal te vertalen. Alle vrouwen zijn onbetrouwdbaar in de liefde? Gaap. Maar regisseur Dmitri Tcherniakov doet een indrukwekkende poging. Zijn personages doen een bewuste partnerruil.

De vrouwen van de twee koppels in Mozarts ‘Così fan tutte’ twijfelen of ze de slaapkamer van de ‘verkeerde man’ zullen binnengaan, in de versie van regisseur Dmitri Tcherniakov op het operafestival van Aix-en-Provence dit jaar.
De vrouwen van de twee koppels in Mozarts ‘Così fan tutte’ twijfelen of ze de slaapkamer van de ‘verkeerde man’ zullen binnengaan, in de versie van regisseur Dmitri Tcherniakov op het operafestival van Aix-en-Provence dit jaar. Foto Monika Rittershaus

Het blijft fascinerend: mensen in het publiek die ‘BOEEE’ brullen tot hun hoofd er paars van aanloopt. In Nederland zie je dat zelden, maar buiten onze grenzen komt het voor. Het zijn mensen die ervan overtuigend lijken dat hun bloeddruk minder belangrijk is dan hun rol als hoeders en beschermengelen van ‘de traditie’. Maar hoe je het ook wendt of keert, Mozarts Così fan tutte vertelt een oubollig verhaal. Waar je de achterhaalde moraal van veel oude opera’s vaak nog wel schattig kan vinden, is die van Così fan tutte ronduit vervelend.

Così fan tutte (‘Zo doen alle vrouwen’) gaat over twee jonge verloofde heterokoppels waarvan de mannen bij hun vriend Alfons zitten op te scheppen dat hun vriendinnetjes nóóit voor een ander zouden vallen. Maar die vriend beweert dat alle vrouwen hetzelfde zijn: niet te vertrouwen in de liefde. Ze gaan een weddenschap aan. Met een smoesje dat de mannen naar het front moeten, trekken ze weg om à la minute terug te komen verkleed als Albanezen. En inderdaad, binnen een dag trouwen de vrouwen met ‘de vreemdelingen’. Nota bene met elkáárs vriend. Ze worden aangespoord door Despina, een vrouwelijke bediende van Alfons, die vindt dat vrouwen in de liefde net zo vrij moeten kunnen zijn als mannen. Dat zou je feministisch kunnen noemen, maar de opmerking is eerder een soort ‘duivelse’ aansporing dan een serieuze mening. Iedereen ging vreemd, en iedereen vergeeft de vrouwen. De moraal: zo zijn ze nu eenmaal.

Gaap.

What happens here…

Tuurlijk, je kunt de plot interessanter maken met een filosofische kijk op de maskerade, of met een analyse van de theaterwaarheid waarin iemand zich zo kan verkleden dat een geliefde diegene van het ene op het andere moment niet meer herkent. En zeker: dat levert ook interessante dissertaties op. Maar kom op, opera moet ook gewoon oppervlakkig vermaak met heerlijke muziek in een herkenbare situatie kunnen zijn.

Dát heeft regisseur Dmitri Tcherniakov begrepen, en zijn kijk op Così is ook een behoorlijk interessante. Bij hem zijn de koppels niet jong en verloofd, maar van middelbare leeftijd en al lang getrouwd. Samen betrekken ze een modern en hygiënisch strak vakantiehuisje, zo-eentje met een platte ronde kachel die aan het plafond hangt en een glazen tafel met een poot van moderne geometrische-vormen-kunst: hypermodern, nul sfeer. Daar zijn al twee verdachte figuren, een flamboyante man in een kanariegeel pak (Alfons) en een rokende en drinkende vrouw, die de koppels aansporen tot een intrigerend rollenspel van aantrekken en afstoten, meespelen en blokkeren. Deze koppels weten maar al te goed waarin ze beland zijn. Het vakantiehuisje is een ‘what happens here, stays here’-situatie, ideaal voor partnerruil. De eigenlijke intrige is hier een doelbewust spel. Als de vriend de verkleding voorstelt, zitten de vrouwen erbij te giechelen, melig van de drank. De mannen doen maskertjes voor, gaan op elkaars plek zitten, hilariteit. Maar de grap wordt langzaam echte verleiding. En de twijfel steeds paniekeriger: in de ‘originele’ Così twijfelen de vrouwen halverwege de opera, want hun hart was toch voor hun verloofden? Hier versta je hun tekst als twijfel over of dit reisje wel zo’n goed idee was. De aansporingen van de twee figuren die al in het huis waren worden ook steeds dwingender – steeds meer begint dit te lijken op een soort enge relatie-exposuretherapie.

Foto Monika Rittershaus

Oude stemmen

Voor deze totaal andere benadering heeft Tcherniakov niets aan de tekst hoeven doen. Met wat omdenkfantasie past het originele libretto van Lorenzo da Ponte bijna één op één op de nieuwe situatie. Gemorrel dat je geen fantasie nodig hebt om een opera te snappen (zulk bromberengebrom klonk in de pauze) kunnen we afserveren: om een opera in zijn paar honderd jaar oude vorm nú te snappen, heb je evengoed fantasie nodig. De koorstukken worden gezongen door een koor achter de schermen; vóór de schermen zwaait de man in het kanariegeel een afstandsbediening naar het plafond, waar blijkbaar ergens ‘speakers’ zijn waar de muziek uit klinkt.

Maar, je levert met zo’n idee zeker ook iets in: stemmen. Want wil je Così zo neerzetten, kun je geen jonge zanggoden casten. Hier staan bewust vier zangers wier stem over het hoogtepunt heen is. Sopraan Agneta Eichenholz (Fiordiligi) straalt nog wel, maar sprankelt niet meer. Tenor Rainer Trost (Ferrando) haalt de hoogste noten nog wel, maar je krijgt er een beetje keelpijn van.

Niet dat ze slecht zijn, en de licht-belegen stemklank draagt zeker bij aan het gevoel dat je naar koppels kijkt die al decennia samenzijn. Maar je krijgt geen muzikale avond waar je van achterover valt. Met name omdat, en dat is wél een onnodig gemiste kans, het Balthasar Neumann Orkest onder leiding van Thomas Hengelbrock, matig presteert. Het is strak en energiek, maar had veel eleganter en bruisender kunnen spelen. De man in het geel, bariton Georg Nigl is de gangmaker van de avond. Wat je met wat oudere zangers wel terugkrijgt, zijn doorgewinterde acteurs. Je voelt je vreselijk ongemakkelijk als de personages staan te twijfelen bij de ‘verkeerde’ partner, wat betekent dat ze heel overtuigend hebben gespeeld dat ze met hun ‘goede’ partner al jaren samenzijn.

De verdachte Don Alfonso (bariton Georg Nigl) en zijn vrouw Despina (sopraan Nicole Chevalier), die de koppels overhalen tot de partnerruil. Foto Monika Rittershaus

Averechtse belijdenisscène

Pas tegen het einde (nadat de voorstelling een halfuur stil heeft gelegen vanwege regen; nadeeltje van een openlucht operahuis) blijkt het voor Tcherniakov lastiger om de tekst passend te krijgen op het partnerruil-in-kwalzalvertherapeutisch-buitenhuisje-plot. De trouwerij en de ‘onthulling’ van de verkleding voelen vreemd. En bij Mozart en Da Ponte is er spijt en uiteindelijk vergeving van de vrouwen. Dat kun je natuurlijk ook zien als spijt van het partner-ruil-experiment, maar dat alleen de vrouwen dan vergeven zouden hoeven worden is gek. Tcherniakov probeert dat op te lossen door te eindigen met een soort groteske belijdenisscène waarin iedereen op de knieën gaat, maar dat pakt averechts uit. Eigenlijk is het jammer dat de opera niet gewoon een scène eerder stopte.

Toch mag dat de pret van het goede nieuwe idee niet drukken. Stiekem vraag je je bij het naar buiten lopen af: voor hoeveel mensen in het publiek, met merendeels mensen van precies deze leeftijd, kwam dit verhaal onverwacht dichtbij? Bij de luidste boe-roepers zullen er best een paar hebben gezeten die nooit een succesvolle partnerruil van de grond hebben gekregen. Gelukkig klonk er ook gejuich.

Terug naar het overzicht: Dit is het operafestival van Aix-en-Provence 2023