„Niet aan te slepen.” Janneke van Liempt, filiaalchef van de Haagse boekhandel Paagman, zegt het een paar keer. Bij de kookboeken van Ottolenghi en Jamie die geen achternaam meer nodig heeft, bij de grote thrillernamen, de scheurkalenders van Fokke en Sukke, en Peter van Straaten die na zijn dood gewoon doortekent. Bij de kunstbiografieën zoals die van Erwin Olaf, en natuurlijk bij het prentenboek Sinterklaas van Charlotte Dematons, dat in manshoge wenteltrapconstructies pal naast een van de vier ingangen ligt.
„Niet aan te slepen”, zegt ze ook bij de kerstballen, kerstsokken en kerstviltstiften van het Italiaanse merk Legami, dat een volslagen hype is onder kinderen. En bij de feelgood kerstboeken van Laurie Gilmore, die tegelijkertijd in het Engels en het Nederlands verschijnen, zoals Het Pumpkin Spice Café, die je dus ook in je schoen kunt krijgen.
Dat ‘Kerst niet meer op Sinterklaas wacht’, zoals NRC kortgeleden schreef, is ze ook bij Paagman niet ontgaan. Maar anders dan veel winkels die voor een feestneutraal inpakpapier kiezen, heeft Paagman nog wel twee soorten.
De dag voor pakjesavond begint rustig bij Paagman in ‘de Fred’, zoals Den Haag de Frederik Hendriklaan, de grootste winkelstraat van het Statenkwartier, noemt. Stoomboten en maneschijn sijpelen uit speakers. De laatste leveringen van het Centraal Boekhuis worden verdeeld over kasten en displays. Sommige mensen hebben Sinterklaas het afgelopen weekend al gevierd, en voor wie dat het komende weekend doet, zijn er nog drie of zelfs vier winkeldagen.
Maar al snel wordt het drukker, eerst met ouders die hun kinderen naar school hebben gebracht. Zoals Maroen Franse, een gescheiden vader die voor zijn twee kinderen een boek heeft uitgezocht. Kiezen ging niet vanzelf, zegt hij, maar hij heeft bij de leeftijdscategorieën gekeken en kwam toen uit bij een deeltje uit de serie Het leven van een loser, voor „die van elf” omdat die er daar al een paar van heeft, en voor „die van acht” een uit de Batcat-serie. En het moest een boek zijn, zegt hij, want hij wil graag dat „ze minder schermtijd hebben”.
Verdringingsmarkt
Lezen is, zoals bekend, een verdringingsmarkt met gamen en andere activiteiten achter een beeldscherm. In elk geval kóópt Nederland nog steeds massaal boeken. In 2023 in totaal 43,2 miljoen, waarvan eenderde in het laatste kwartaal. Veel uitgevers bewaren hun grootste potentiële sellers juist daarom tot die periode.
Zo lacht bij Paagman oud-bondskanselier Angela Merkel je bij binnenkomst in veelvoud toe met Vrijheid, haar memoires. „Ze is bij Buitenhof geweest”, zegt filiaalchef Van Liempt, „Dat resoneert, dus moet je zo’n boek voorin leggen. Dat oogt meteen als een goed cadeau.”
Myra Kleiweg vindt het moeilijk iets te vinden voor haar twee kleinkinderen. Met haar moeder Hilda, die haar verjaardag met die van de Sint deelt en donderdag 84 wordt, zwerft ze langs de schappen en displays van ‘De Villa’, Paagmans grote kinderboekenafdeling. Myra’s kleinkinderen (bijna 2 en bijna 3) zijn Japans en ze vindt het „belangrijk dat ze Nederlands leren”. Vorig jaar hebben ze al een prentenboek met Sinterklaasliedjes gekregen. Nu wordt het, na rijp beraad, een Flapjesboek, met achter elk kartonnen luikje een Nederlands woord. O ja, en ook nog maar een knuffel van Max Velthuijs’ Kikker, „want daar zijn ze verzot op”.
Boekverkopers mogen graag zeggen dat het boek „het populairste cadeau” is, maar dat is de cadeaubon. Herma Jongeling, lerares op een Haagse Montessori-basisschool, is met haar collega Paul de Leu hier om de cadeaubonnen te kopen die de Sint en zijn Pieten donderdag na hun bezoek aan de school zullen krijgen.
Maar ze zijn hier elke week wel, zegt ze er bijna verontschuldigend bij. Vorige keer heeft ze nog De verwarde cavia, Terug op kantoor, het jongste boek van Paulien Cornelisse gekocht. En, op Pauls advies, ook Édouard Louis en Annie Ernaux. Paul leest in principe van zijn e-reader, zegt hij, maar staat nu toch te twijfelen over Stoute Schoenen, opvolger van Bart van Loo’s De Bourgondiërs. „Even met thuis bellen.”
Inpakelfjes
Mirjam van den Berg heeft al met thuis gebeld en een lijstje meegekregen voor een extra cadeautje voor kinderen en kleinkinderen. Een boek dus, „want er wordt te weinig gelezen en je kunt niet goed genoeg beginnen”, zeg ze. Een van haar kinderen heeft trouwens „een bloedhekel aan lezen”, maar die krijgt nu „een voorleesboek voor haar dochter; ze moet er maar even doorheen.”
„Zes keer Sinterklaas”, zegt een kassamedewerker en legt een stapeltje van zes dezelfde boeken bij Lizzy Zaanen op de inpaktafel (Slimmer werken met AI van Alexander Klöpping). „Ik ben een kerstelfje”, zegt Lizzy. Zo heten de extra inpakkers die Paagman tijdens de feestdagen inhuurt voor zijn vijf filialen. Lizzy en tientallen andere sollicitanten moesten het inpakken oefenen met een filmpje en daarna nog eens in het echt in het magazijn. Liefst op één manier, met een dubbelgevouwen randje van een andere kleur, wat chic oogt en toch snel kan. Tempo is alles.
„De rij begint hier”, staat op een bordje. Maar tot veel verder staan begin van de middag opeens mensen met stapeltjes boeken te wachten voor de kassa. Het „gekkenhuis” waarover ze bij Paagman tijdens de feestdagen liefdevol spreken, lijkt begonnen. „Kom maar op!” zegt Kasper, een van de andere kerstelfjes. Ze staan nu met zijn drieën continu in te pakken achter de tafel. Sticker erop, klaar. „Die rij hebben we binnen vijf minuten weggewerkt.”