In de strijd om ruimte botsen in Gelderland alle belangen en wereldbeelden

Gelderland Om alle plannen voor Gelderland uit te voeren, is eigenlijk 1,8 keer Gelderland nodig. Er wordt geëxperimenteerd met combinaties: zonnepanelen én natuur, bedrijven én woningen. „We zijn Nederland in het klein.”

Aan de groene Zuidrand van Apeldoorn wil de gemeente buiten de ring een dorp of wijk met drie- tot vierduizend woningen ontwikkelen.
Aan de groene Zuidrand van Apeldoorn wil de gemeente buiten de ring een dorp of wijk met drie- tot vierduizend woningen ontwikkelen.

Foto Eric Brinkhorst

Hij vindt het „een beetje een rare stelling”, begint de Gelderse lijsttrekker Rik Loeters van de BoerBurgerBeweging bij het verkiezingsdebat. Het thema is „strijd om ruimte” en de stelling luidt: „Bij de verdeling van de schaarse ruimte krijgt landbouw topprioriteit”. Hoezo, vraagt Loeters op het podium. Gaan we grond ván boeren afpakken en herverdelen?

Het is afgelopen maandagavond in Westervoort, de kleinste gemeente van Nederland van nog geen acht vierkante kilometer. In een zalencentrum in de Dorpsstraat debatteren dertien partijen over het platteland voor de Provinciale Statenverkiezingen. Zit hun minuutje spreektijd over stellingen erop, dan klingelen de debatleiders met een antieke koeienbel.

De provincie heeft vorig jaar berekend dat er 1,8 keer Gelderland nodig is om alle toekomstplannen een plek te geven, zegt Loeters. De BBB vindt: geen zonnepanelen op landbouwgrond en geen windmolens in het landschap. En nu hij toch naast CDA-lijsttrekker en gedeputeerde Peter Drenth op het podium staat: kan de provincie eens stoppen met die uitbreiding met honderden hectaren „wensnatuur”?

Wat bedoelt u daarmee, vraagt de debatleider. Gecreëerde natuur, antwoordt Loeters. Of zoals BBB-leider Caroline van der Plas het vaker zegt: ‘geldverslindende projecten’ voor Konikpaarden in de Oostvaardersplassen of veldhamsters in Limburg. „Ik neem afstand van het woord wensnatuur”, reageert Drenth. „Ik snap dat dit lekker bekt in verkiezingstijd.”

Zou je dan ook kunnen spreken van ‘wenszuivel’, plaagt GroenLinkser Paul Smits de BBB-lijsttrekker terug. Zuivel is toch ook een gecreëerde behoefte onder consumenten– en ook gesubsidieerd? CDA’er Drenth springt ertussen: hij is blij dat hij dankzij de boeren karnemelk kan drinken en cake kan eten, roept hij met gevoel voor drama de zaal in. Maar hij is ook blij met alle natuur die Gelderland zo mooi maakt.

‘We hebben hier eigenlijk alles’

Alle belangen en wereldbeelden botsen in de strijd om ruimte in Gelderland. De provincie met de Veluwe als grootste natuurgebied van Nederland, de grote rivieren, groeiende steden als Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn en veel boeren – én stikstof – in de Gelderse Vallei. „We zijn Nederland in het klein”, zegt gedeputeerde Peter Kerris van ruimtelijke ordening (PvdA). „We hebben hier eigenlijk alles.”


Lees het artikel Eén dode wespendief is al te veel: geen windmolens op en rondom de Veluwe

Het idee dat er 1,8 keer Gelderland nodig zou zijn in de toekomst, is alleen wat overdreven. Er moeten naar verwachting 150.000 huizen bijkomen tot 2040, heeft de provincie vorig jaar berekend. Plus bijna 70.000 hectare natuur en 28.000 hectare voor zonneparken en windmolens tot 2050. Maar het is vooral landbouwgrond die in deze berekening meer dan zou verdubbelen: met 305.000 hectare.

Hoe kan dat? Omdat de provincie bij die raming voor 2050 is uitgegaan van natuurvriendelijke landbouw met meer ruimte per dier (extensiveren), maar wel met het huidige aantal dieren in Gelderland: 730.000 koeien, 18 miljoen kippen en 1,9 miljoen varkens. Terwijl de verwachting juist is dat de veestapel in de toekomst krimpt als gevolg van de stikstofaanpak.

„We erkennen meteen dat in die berekening allerlei aannames zitten, waarvan het maar de vraag is of die daadwerkelijk uitkomen”, zegt gedeputeerde Kerris. „Waar dat verhaal van 1,8 keer Gelderland wel goed voor is, is om te laten zien dat we ruimtedruk hebben, keuzes moeten maken, en dat niet alles kan.”

Het zijn de provincies die bepalen waar steden en dorpen kunnen groeien, bedrijventerreinen en wegen komen en waar natuur wordt uitgebreid. De afgelopen jaren heeft Gelderland toegewerkt naar „meer regie” in ruimtelijke plannen, zegt Kerris als verantwoordelijk gedeputeerde zelf. „In ieder geval door gemeenten en regio’s een spiegel voor te houden. Zo van: luister, je kunt wel van alles willen, maar dit zijn dan wel de consequenties.”

Ingewikkeld stukje

De Gelderse Vallei bijvoorbeeld is „zo ongeveer het meest ingewikkelde stukje Nederland”, legt Kerris uit. Er moeten hier veertigduizend woningen bijgebouwd worden tot 2040 voor de groeiende bevolking in de regio. „Het is een laaggelegen gebied, ingeklemd tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe, dus qua waterveiligheid en geschikte bodemsoort moet je goed kijken waar je wél en níet bouwt.”

Het liefst bouw je binnen bestaande steden, zegt Kerris, daarbuiten stuit je al snel op landbouw en natuur. Dat is ook sneller en goedkoper, want in de bebouwde kom liggen al voorzieningen zoals elektriciteit en wegen. Dit betekent wel dat gemeenten zoals Barneveld, Ede, Wageningen nu echt aan hoogbouw moeten gaan denken. „Het is nu nog erg de vraag of de inwoners van die gemeenten daar wel op zitten te wachten: er is al jaren politieke discussie over in die gemeenteraden.”

Wat laat je het zwaarste wegen: die woningbouwopgave, die culturele dingen, bedrijvigheid?

Peter Messerschmidt wethouder in Apeldoorn

Een andere ruimtelijke keuze die Gelderland nu aan gemeenten voorlegt is: moeten er wel of geen ‘overgangsgebieden’ voor stikstof rond beschermde Natura2000-gebieden komen? Kerris: „Binnen zo’n gebied geldt dan een streng regime: hier mag geen stikstof meer bij van boeren, woningbouw, industrie en verkeer. Het voordeel is dat je meer stikstofruimte schept búíten die overgangsgebieden.” Komen er geen overgangsgebieden rond natuur, dan zal de stikstofuitstoot over heel Gelderland ingeperkt moeten worden.

Ook experimenteert Gelderland met verschillende functies in één gebied, wat aansluit bij het kabinetsbeleid. „We gingen eerst heel erg uit van: dáár is ruimte voor landbouw, dáár voor natuur, dáár voor energieopwerking”. schetst Kerris. Maar in het dorp Hengelo in de Achterhoek is bijvoorbeeld een bijzonder ‘solarpark’ gemaakt: zevenduizend zonnepanelen in een natuurpark. Je kunt er wandelen, en schapen houden het gras onder de panelen kort.

Potjes babyzalf

In Apeldoorn is de gemeente ook bezig met nieuwe ruimtelijke combinaties. Op vijf minuten fietsen van het centrum wordt industrieel erfgoed de komende jaren omgevormd tot een bedrijvengebied, woonwijk en evenementenlocatie: het Zwitsalterrein (1952), waar vroeger de gele potjes babyzalf werden gemaakt en pijnstillers als codeïne en morfine.


Lees het artikel Overal kastelen, maar veel Gelderland is te uitgestrekt voor één identiteit

De gemeente kocht het gebied tien jaar geleden tijdens de economische crisis, en het werd een ‘creatieve broedplaats’. Er is een verregend stadsstrand met een café-restaurant van containers, een kaarsenmakerij, een ontwerpbureau. een interieurbouwer. Maar straks bouwt een projectontwikkelaar er op en rond de oude fabriekspanden vijfhonderd woningen bij, vertelt wethouder Peter Messerschmidt (Lokaal Apeldoorn) boven een maquette.

Bij zo’n combinatie stuit je ook op problemen, zegt Messerschmidt. Er is bijvoorbeeld al jaren discussie over de grote bakkerij Fuite. Om die bakkerij ligt een ‘hindercirkel’ van zo’n honderd meter wegens geur- en geluidsoverlast van met name nachtelijk transport. „Binnen zo’n hindercirkel mag je in Nederland niet aan woningbouw doen”, zegt Messerschmidt.

Hindercirkel

Zo blokkeert die hindercirkel al jarenlang een groot deel van de ambitieuze plannen voor het Zwitsalterrein. Messerschmidt: „Dus wij zeggen tegen de bakkerij: wil je verplaatsen? Want je wilt de werkgelegenheid ook behouden in Apeldoorn.” De zaak is al twee keer voor de Raad van State gekomen, zegt directeur Klaas Fuite van de bakkerij. Hij heeft goede hoop dat verplaatsing nu gaat lukken.

Iets anders waar de gemeente op het Zwitsalterrein tegenaan loopt, zijn de festivals. Op het kanaal langs het fabrieksterrein worden bijvoorbeeld elke zomer drakenbootraces gehouden door bedrijven, buurten en verenigingen. Het is een van de grootste evenementen in Apeldoorn met tienduizenden bezoekers, zegt Messerschmidt. „Dat wil je behouden. Dus wat laat je het zwaarste wegen: die woningbouwopgave, die culturele dingen, bedrijvigheid?”

Apeldoorn heeft meer uitbreidingsplannen. Er komen twee nieuwe bedrijventerreinen langs de A1, een nieuw dorp of woonwijk met drie- tot vierduizend woningen aan de Zuidrand, twee woontorens van zeventig meter hoog in het centrum. „We moeten niet wakker liggen van al die ruimtelijke vraagstukken, maar gewoon oplossingen zoeken met de provincie”, zegt de wethouder. „Anders past het straks allemaal niet eens binnen die 1,8 keer Gelderland.”