In de handelsoorlog kiest het kabinet-Schoof voor stilzitten en samen optrekken met de hele EU

Terwijl Brussel in de ban is van de handelsoorlog en koortsachtig overleg over tegenmaatregelen houdt, is het in Den Haag op het eerste gehoor stil. Kabinet en coalitie zijn vooral druk met binnenlandse kwesties, zoals het aanpassen van de begroting. Toch is het kabinet-Schoof achter de schermen wel degelijk bezig met de heffingen, zeggen ingewijden. Nederland heeft bewust gekozen voor een strategie van stille diplomatie en optrekken in EU-verband.

Nederland volgt vrijwel in zijn geheel de lijn die de Europese Commissie uitzet. Waar andere lidstaten stevig lobbyen in Brussel om in het contact met de VS aan te dringen op uitzonderingen voor heffingen op auto’s (Duitsland), wijn (Frankrijk en Italië) of de techsector (Ierland) te voorkomen, blijft het kabinet op de vlakte over de Nederlandse belangen rondom de heffingen.

Tegenmaatregelen moeten „robuust, proportioneel en de-escalerend” zijn, zei Dick Schoof afgelopen vrijdag. Reinette Klever, minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (PVV), benadrukte maandag na overleg met haar internationale collega’s in Luxemburg hoe belangrijk het is dat Europa als „eenheid” opereert. „Als individueel land krijg je weinig voor elkaar.”

Leidende rol Europa

Het is een opvallende toon voor een minister van een partij die altijd zeer kritisch is geweest over de EU. Hoewel de PVV de laatste jaren wel een draai heeft gemaakt en de ‘Nexit’ niet meer in het partijprogramma staat, is de partij nog altijd sceptisch over een sterke rol van Brussel. Ook ziet Geert Wilders in Trump een „brother in arms”, zei hij onlangs, en heeft hij niks op met wat hij de „hysterische anti-Trump-stemming” noemt. Toch loopt Klever nu in de pas, benadrukt zij de leidende rol van Europa in het handelsbeleid en noemt ze een „stevige, gezamenlijke EU-reactie” belangrijk.

Nederland vaart dus niet een eigen koers, beklemtoonde Eelco Heinen, minister van Financiën (VVD) vorige week. ‘Bilaterale’ onderhandelingen, de een-op-eenonderhandelingen waar de VS bij voorkeur op aanstuurt, zijn niet aan de orde, zei hij, en dat zou zo blijven.

Maar over de specifieke Nederlandse belangen die het kabinet wil behartigen in Brussel, wordt weinig losgelaten. Zo zei Klever recentelijk in de Tweede Kamer daar niet over te kunnen uitweiden, omdat het raakt aan „bedrijfsvertrouwelijke informatie”. Wel is bekend dat de Nederlandse export van chemische producten, machineonderdelen en farmaceutische producten gevoelig is voor heffingen.

‘Geen olie op het vuur’

VNO-NCW-directeur Focco Vijselaar is blij met de „calm, cool en collected-houding” van het kabinet. „Niemand heeft belang bij escalatie en dat er olie op het vuur wordt gegooid.” Vijselaar vertelt over intensief, wekelijks contact met de ministeries van Algemene Zaken, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken, in de zogeheten „taskforce VS” die na het aantreden van Trump is opgezet.

Volgens Vijselaar zijn alle lidstaten van de EU momenteel „gedwongen tot samenwerking”. Nederland zou er volgens hem goed aan doen gezamenlijk met andere lidstaten op te trekken, bijvoorbeeld om bepaalde uitzonderingen op de heffingen te regelen. Tijdens de vorige Trump-regering lukte dat: voor het staal van Tata Steel werd een uitzondering gemaakt.

Dat was wel in een tijd dat Nederland op Europees terrein onder voormalig premier Rutte regelmatig „boven zijn eigen gewicht bokste”. Die positie staat inmiddels onder druk, omdat Schoof als nieuwkomer in Europa niet hetzelfde gezag geniet als Rutte had.

In de zoektocht naar uitzonderingen moet Nederland kijken waar de belangen met die van Amerika overeenkomen, aldus Vijselaar. Hij verwijst naar de uitzondering die Washington maakt op de Amerikaanse heffingen voor benzine, omdat daar in het noordoosten van de VS een tekort aan is. „Dat wordt uit de Rotterdamse haven nu tariefvrij verscheept.”

In gesprekken met betrokkenen rondom het kabinet klinkt door dat de regering ervan overtuigd is dat de belangen van Nederland, dat uitzonderingen zou willen voor bijvoorbeeld staal of farmaceutische producten, vergelijkbaar zijn met die van andere landen en dat een aparte positie voor Nederland dus niet nodig is.

Anders dan bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland (een steviger aanpak) of Italië en Ierland (meer tijd nemen), neemt Nederland een middenpositie in: de-escaleren.

Die voorzichtigheid lijkt vooralsnog vruchtbaar. Woensdag maakte Trump bekend de hogere importheffingen voorlopig uit te stellen en negentig dagen lang de ruimte te geven aan onderhandelingen.


Lees ook

Hoe Trumps directe omgeving hem voorzichtig op andere gedachten probeerde te brengen

Trump woensdag met handelsminister Howard Lutnick en minister van Financiën Scott Bessent.

„Heel verstandig dat Nederland zich op de vlakte houdt”, zegt Steven Brakman, hoogleraar internationale economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Hard terugslaan, daar heb je alleen jezelf mee”, vindt Brakman. „Als je hoge tegenheffingen invoert, maak je het alleen maar moeilijker om te importeren. Alsof je rotsblokken gooit in de Rotterdamse haven.” Heffingen ziet Brakman als het allerlaatste redmiddel.

Wie hoge tegenheffingen invoert, belemmert de import. Alsof je rotsblokken gooit in de Rotterdamse haven

Steven Brakman
hoogleraar internationale economie

Europa moet de VS erop wijzen dat het „als economische grootmacht een eigen plan trekt”, zegt Brakman, bijvoorbeeld door nieuwe handelsrelaties met Canada of Aziatische landen op te bouwen. Ook kan Europa nadenken over exportrestricties, zoals het moeilijker maken om ASML-chipmachines naar Amerika te exporteren.

De komende periode moeten Europese landen zich niet uit elkaar laten spelen, nu het voorlopig gissen is naar het precieze einddoel van Trump in de onderhandelingen, zegt Brakman. „De handel binnen ons continent is veel belangrijker dan daarbuiten.”

Mercosur

Dat de pro-Europese koers van het kabinet op dit onderwerp soms schuurt met de positie die de PVV altijd innam, bleek vorige week in de Tweede Kamer. PVV-Kamerlid Dennis Ram vond dat minister Klever „alles in het werk moest stellen” om de heffingen van tafel te krijgen, maar leverde in zijn bijdrage tegelijkertijd scherpe kritiek op de EU.

Hij stelde dat de Nederlandse burger door de handelsoorlog te maken krijgt met hogere prijzen, terwijl Brussel via de importheffingen meer inkomsten genereert. De PVV wil dat de Nederlandse burger daarvoor gecompenseerd wordt. Dat was het kabinet nog niet van plan, antwoordde minister Klever.

De VVD greep het debat aan om te pleiten voor Mercosur, het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Zuid-Amerikaanse landen, zodat Europa zijn afhankelijkheid van Amerika kan afbouwen. Vooralsnog is een Kamermeerderheid tegen Mercosur, waaronder PVV, NSC en BBB. Klever noemde Mercosur, waarover de Europese Unie deze zomer een besluit neemt, „omstreden”.

Het kabinet probeert het hoofd koel te houden, zei minister van Economische Zaken (PVV) Dirk Beljaarts vrijdag na de ministerraad. Gevraagd naar de oplaaiende handelsoorlog tussen China en de VS, zei Beljaarts: „Het beeld wisselt elke dag, het slechtste wat je kunt doen is speculeren.”

Met medewerking van Pim van den Dool