Ja, het waren onrustige tijden. Het is 1815. De Franse militaire dictator Napoleon is net naar het eilandje Elba verbannen, en voor de kust van Marseille springt de jonge zeeman Edmond Dantès in zee om een mooie vrouw te redden en daarmee zijn ondergang tegemoet. Ze heeft een brief van de in ongenade geraakte potentaat op zak, die (al dan niet per ongeluk) in het bezit van Dantès komt waardoor hij vervolgens naar een minder weelderig gevangeniseiland wordt gestuurd.
Dankzij een Italiaanse priester in de kerker naast hem op het eiland Châteur d’If voor de kust van Marseille die hem talen, geschiedenis en etiquette leert, weet hij niet alleen te ontsnappen, maar ook een schat en een adellijke titel op te graven die hem van het kapitaal voorziet dat hij nodig heeft voor zijn vergelding.
Het is bepaald niet de eerste keer dat De graaf van Monte-Cristo wordt verfilmd. De avonturen van de trotse Dantès die zich heruitvindt als de raadselachtige graaf en de Parijse beau monde verovert, zijn zoiets als stokbrood bij de Franse maaltijd. Elk kind in Frankrijk is ermee opgegroeid. De door Alexandre Dumas halfbedachte, half op zijn vader gebaseerde aristocraat is de Franse Batman: overdag palaverend met de Franse aristocratie, ’s nachts rijgt hij ze aan zijn sabel. Onderweg pikt hij ook zijn eigen Robin op, de jonge André, pleegzoon van de mysterieuze courtisane Angèle die hij uit de golven heeft gered.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127742042-2bf7b3.jpg|https://images.nrc.nl/4g3Rg9yTp979ycah44gtlE1zfmI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127742042-2bf7b3.jpg|https://images.nrc.nl/a_YV_tZt0EY607UfYRHIeAXFcC4=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127742042-2bf7b3.jpg)
Broeierige melancholie
Regisseursduo Matthieu Delaporte en Alexandre de la Patellière scherpten hun pennen als scenaristen eerst aan een andere Dumas-adaptatie. Voor De drie musketiers hadden ze maar liefst twee films nodig; Monte-Cristo tikt net de drie uur aan. Vaardig leiden ze ons van het ene wervelende zwaardgevecht naar het andere. Duizend pagina’s wraakmissie op de mannen die Dantès ten onrechte gevangen lieten zetten en hem ontnamen wat het belangrijkste voor hem was – zijn vrouw, zijn eer en zijn vrijheid – dikten ze in tot een parade van hoogtepunten. Wat er ooit aan politiek-historische achtergrond in het boek zat is netjes weggepolijst.
De film is daardoor ook precies een voorbeeld van wat vorige week in NRC door theatermakers Paulien Geerlings en Nina van Tongeren als een eenzijdige focus op conflict in dramatische verhalen wordt beschreven. Hoe enerverend ook, hoe romantisch zijn broeierige melancholie, hoe hilarisch zijn vermommingen (weten we meteen waar Arsène Lupin uit de gelijknamige Franse Netflix-serie de mosterd haalt), Dantès blijft uiteindelijk drie uur lang een tobbende jongeman met een alleen-op-de-wereld-syndroom die door niemand wordt tegengesproken. Al helemaal niet door de filmmakers.
Daardoor is het klassieke verhaal uiteindelijk ook platgeslagen. Wraak is een boeiend thema, maar als doel op zich een doodlopende weg. Dantès is weinig meer dan een broeierige tobber die monomaan op zijn revanche afstevent. Niet echt een held van onze tijd. Wel een symptoom voor een tijdperk waarin we ons bijna tweehonderd jaar nadat hij het licht zag nog steeds bevinden.
