N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Grote kans dat als je fiets in Amsterdam gestolen wordt hij de stad niet verlaat. Dat schrijven wetenschappers woensdag in het wetenschappelijke tijdschrijft PLOS ONE. Zij voerden het onderzoek uit in opdracht van de Gemeente Amsterdam, nadat de Amsterdamse Rekenkamer in 2020 meldde dat er weinig zicht is op fietsendiefstal in de hoofdstad. Naar schatting worden er in Amsterdam per jaar 28.500 tot 80.000 fietsen gestolen. Van circa 11.000 diefstallen wordt aangifte gedaan.
Om meer inzicht te vergaren, plaatsten de onderzoekers (Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions, TU Delft en MIT) honderd tweedehands fietsen uit het gemeentelijk fietsendepot op zorgvuldig uitgekozen plekken in de Amsterdamse binnenstad waarvan al bekend was dat er veel fietsen worden gestolen. Waaronder „fietsendievenhotspots” zoals het Museumplein, de Dam, het Leidseplein, het Rokin en het Muntplein. De grote vraag: wat gebeurt er met die stalen rossen? Zes maanden later stonden er nog maar dertig op hun plek. De andere zeventig werden gestolen, waarbij de dieven vooral toesloegen rond drie uur ‘s nachts.
Met de gps-tag waarvan ze de fietsen hadden voorzien, konden de onderzoekers bijhouden waar de fietsen zich in de maanden daarna zoal bevonden. Achtenzestig van de zeventig bleven in Amsterdam. Dat was een verrassing, vertelt hoofdonderzoeker Titus Venverloo. „Vaak hoor je: die vind je nooit meer terug, die fiets is allang naar het buitenland. Maar dat hebben we kunnen weerleggen.”
Doorverkocht op straat
Al na vier fietsritjes werden de meeste fietsen weer vooral overdag en voor korte, veel dezelfde ritten gebruikt. Kortom, ‘normaal’ fietsgedrag van een nieuwe eigenaar. Ongeveer drie op de tien fietsen leken te zijn gestolen door de georganiseerde misdaad. Circa 17 procent leek te worden doorverkocht op bekende „fietsverhandelplekken” als het Leidseplein. Fietsendiefstal in Amsterdam is een ketenreactie, zegt Venverloo. „Iemand steelt een fiets, daardoor moet iemand weer een fiets kopen, die weer gestolen wordt, et cetera. Het houdt zichzelf in stand.”
De kans op diefstal was het grootst op drukke plekken met veel faciliteiten waar veel fietsen dicht op elkaar geparkeerd stonden. Uit stallingen zonder fietsenrek leken „onevenredig veel fietsen te worden gestolen”. Het laat volgens de onderzoekers zien hoe belangrijk goede fietsenstallingen zijn, zeker op drukke plekken. Als goed voorbeeld noemt Venverloo de nieuwe fietsenstalling bij „fietsendievenhotspot” Amsterdam Centraal.
De Amsterdamse verkeerswethouder Melanie van der Horst (D66), die de bevindingen eerder in had gezien, liet dinsdag in een brief aan de gemeenteraad weten dat de politie „op basis van het onderzoek geen specifieke actie kan ondernemen”. Wel „wordt er hard gewerkt” aan meer fietsparkeerplekken en blijft de gemeente „inzetten op fietsdiefstalpreventie”.
Zelf is Venverloo „een van de weinige Amsterdammers wiens fiets nog nooit is gestolen”. Zijn werk als mobiliteitsonderzoeker deed hem inzien dat dat misschien meer geluk dan wijsheid was. „Al aan het begin van ons onderzoek heb ik toch maar een kettingslot gekocht. Uit voorzorg.”