Ze zitten nog maar enkele minuten in het busje naar Frankrijk of een van de zeventigplussers aan boord ontkurkt al een fles wijn. Het zal de eerste van vele blijken tijdens de groepsreis die zes personages maken in feelgoodfilm Neem Me Mee.
De zes hebben uiteenlopende motieven voor hun deelname. Zo is er Florri (Helen Kamperveen), die door haar zoon en schoondochter werd opgegeven omdat die haar „chronisch chagrijnig” vinden. De enthousiaste workaholic Mabel (Olga Zuiderhoek) heeft dan weer weinig vrienden en hoopt daar alsnog verandering in te brengen. Ze doet in de verte wat denken aan kapster Lou die in het alom geprezen Mi Vida (2022) haar kapsalon sluit en een talencursus gaat volgen in Spanje; om na te denken over wat ze nu echt wil doen met de rest van haar leven.
En ook op andere manieren past Neem Me Mee naadloos tussen andere Nederlandse films die momenteel uitkomen over gepensioneerden die op zoek gaan naar meer plezier in hun ingedutte of vastgelopen levens. Zo kwam afgelopen november het beminnelijke Rocco & Sjuul in de bioscoop, hierin staat de liefde tussen twee personages in de herfst van hun leven centraal. Net als in komedie Casa Coco (2022) over volkse Rotterdammers op leeftijd.
Loskomen van routines
Het is geen verrassing dat Nederlandse coming of late age-films in opkomst zijn. Een vijfde van de bevolking in Nederland is ouder dan 65 en in 2020 was dé grote filmhit een tragikomedie over een Twentenaar die beseft dat hij zijn laatste jaren niet afwachtend wil doorbrengen, De Beentjes van Sint Hildegard.
De sloten witte wijn die worden geconsumeerd in Neem Me Mee en consorten zijn trouwens vooral motorolie voor waar het bijna altijd om draait: nieuwe ervaringen opdoen én loskomen van routines. Vaak blijkt een vertrek naar het buitenland de meest efficiënte methode om te breken met ingesleten gedrag. Het dwingt personages uit hun ‘comfortzone’. Al hoefde er in Rocco & Sjuul niet eens fysiek te worden gereisd. Een flamboyante „Egyptenaar” die de zeventiger Sjuul nog kent uit een ver verleden, duikt op in Scheveningen en trekt haar daar met wandelingen op de Veluwe en Thaise afhaalmaaltijden uit haar sleur.
Zou het Hollandse nuchterheid zijn? In de recente Nederlandse coming of late age-films zijn de „nieuwe” ervaringen die zorgen voor een frisse wind in de levens van hoofdpersonages meestal eenvoudig. De Mont Ventoux opfietsen of een marathon rennen, waarover eerder films werden gemaakt, staan niet meer op de ‘bucketlist’. Geluk is wijn drinken, een rit met de e-bike of wandelen. Al zijn die zaken in Casa Coco vervangen door piña colada’s met voldoende rum én bommetjes in het zwembad van een hotel op Bonaire.
Cruciaal is wel dat je dit doet met de mensen die je zelf uitkiest. Meestal blijkt het loskomen van een dominante partner óf volwassen kroost dat het spaargeld én de tijd van hun ouders opsoupeert, noodzakelijk om echt te genieten van de oude dag. De personages leren om – zoals dat in therapietaal heet – eindelijk voor zichzelf te kiezen. In Neem Me Mee wordt het uitschelden van de schoondochters van de timide Susanne (Geert de Jong) een soort groepstherapie.
De volwassen dochter van de hoofdpersoon in Rocco & Sjuul doet er alles aan om haar moeders nieuwe relatie en hervonden levensgeluk te dwarsbomen, ze „wil er niet aan denken” dat Sjuul nog seksueel actief zou zijn. Maar opmerkelijk genoeg lijken de Nederlandse makers van deze films met dat laatste zelf ook nog enige moeite te hebben. Er wordt veel gesjanst in de Nederlandse coming of late age én de makers spelen gretig leentjebuur bij de gemiddelde romkom – de meet cute van Rocco en Sjuul is zo clichématig dat hij grappig wordt. Maar in de slaapkamer belandt de kijker zelden. Zo worden gelukkig wel de Viagra-grappen vermeden die in veel Amerikaanse films onderdeel zijn van dit genre.
Laatste kans
Liefde, relaties en flirts blijken in deze Nederlandse films bijna altijd verbonden met (het accepteren van) aftakeling en de eindigheid van het leven. Soms op geestige wijze. In Neem Me Mee heeft Mabel in bijna ieder Frans gehucht dat de groep aandoet een ex-geliefde. Maar telkens als ze deze mannen opzoekt, blijken ze overleden. Soms op tragische wijze. Op de bus zit ook het stel Joep en Nienke (Jeroen Krabbé en Renée Soutendijk), ze zijn schattig en wat verstikkend liefdevol, maar voor hen is de reis ook een laatste kans, Joep is terminaal. Verfrissend is dat in sommige van de films liefdesrelaties niet altijd het hoogste goed zijn. Vriendschap maakt evengoed gelukkig.
Leidt al deze coming of late age tot goede films? De beste momenten blijken vaak die waarin het wat schuurt, zoals wanneer personages moeite hebben om naar de wc te gaan. Dat leidt tot grappige situaties, maar even goed tot decorumverlies dat pijnlijk is om te zien. Tenenkrommend wordt het vooral als er te veel wordt gemikt op de gemakkelijke lach door personages iets te laten doen wat de kijker associeert met een andere generatie – denk aan de bommetjes in Casa Coco. Ook Neem Me Mee bevat flauwiteiten rond een uit de hand gelopen fietstochtje.
Maar de films, ook Neem Me Mee, weten uiteindelijk vaak te ontroeren, niet in het minst door het spelplezier dat ze ademen. De hoofdrollen worden vertolkt door acteurs die erin zijn geslaagd decennia lang in het vak overeind te blijven. En nog steeds genieten van voor de camera staan. Dat merk je. En uiteindelijk is plezier toch waar het om draait in het leven, zoals deze personages ontdekken. En om witte wijn drinken natuurlijk.
Leeslijst