Ze keek voorbijgangers aan met een indringende blik. Lesja Oekrajinka, de Oekraïense schrijver en feminist (1871 – 1913), geschilderd op een muur in Belgrado naast de Oekraïense kleuren geel en blauw. „Echt een heel coole dichter, activistisch maar vredelievend”, zegt de gevluchte Russische kunstenaar Gleb Poesjev (25), die de muurschildering maakte. En dat deed hij niet zomaar op een plek, maar naast de Brankovbrug waar in de jaren negentig historische demonstraties plaatsvonden tegen het regime van de voormalig president en oorlogsmisdadiger Slobodan Milosevic. Maar Lesja’s blik verdween al snel.
Eerst werd er een letter Z over haar gezicht gespoten – de letter die het Russische leger gebruikt als onderscheidingsteken in Oekraïne. Dat werd hersteld. Toen werd het portret overgeschilderd en werden de teksten ernaast doorgestreept. Dat werd weer hersteld en er kwam plexiglas over de muurschildering. Maar dat plexiglas werd vervolgens kapotgeslagen. En over de Oekraïense kleuren geel en blauw, kwam de Servische vlag.
„En nu is het een grijze muur”, zegt Poesjev in een café in Belgrado terwijl hij de ene na de andere sigaret opsteekt. „Dat doet pijn”, vertelt hij. „Want we wilden met de muurschildering de ogen openen van de Servische bevolking”, vertelt hij. „Servische media stoppen Poetin-shit in de hoofden van de bevolking en overal in de stad verschijnen afbeeldingen van Poetin.”
In de Servische hoofdstad Belgrado is sinds de komst van zo’n tweehonderdduizend Russische vluchtelingen na de invasie in Oekraïne een heuse graffitistrijd gaande tussen Servische Poetinfans en Russische Poetinhaters. Afbeeldingen van Poetin zijn overal in de stad te vinden. Veel Russische dissidenten, die zijn gevlucht voor het Poetin-regime, hebben die overgespoten, of maakten eigen Oekraïense graffiti, maar ook dat werd weer overgespoten. Inmiddels komt één Russische dissident het land niet meer in en hebben de Poetin-haters de strijd zo goed als opgegeven.
In Servië is liefde voor Rusland breed gedeeld en overal zichtbaar. Pro-Russische demonstraties zijn er groter dan die voor Oekraïne. President Aleksandar Vucic schudt als een van de weinige Europese leiders nog de hand van Vladimir Poetin én zijn regering weigert mee te doen aan internationale sancties tegen Rusland.
Bovendien kunnen Russen visa-vrij naar Servië reizen. Vandaar ook het hoge aantal Russen in de stad, die vooral na de afgekondigde mobilisatie in Rusland vorig jaar naar Servië kwamen. Onder hen zijn veel critici van het Poetinregime, terwijl de Serven hen beschouwen als ‘broedervolk’, vertelt Poesjev. „Als mensen horen dat ik een Rus ben, roepen ze altijd ‘bratja’ (broeder).”
Dan legt Poesjev hen uit dat hij anti-Poetin is en reageert men verbaasd. Aan de andere kant staan de uitgesproken nationalisten, zoals Ruslandfan en leider van de politieke partij Servisch Rechts Misa Vacic. „We wachten op de Russen die ons komen bevrijden van het Westen”, zegt Vacic, die ook betrokken is bij de graffitistrijd „De gevluchte Russen in Servië zijn verraders, liberale Russen die westerser zijn dan West-Europeanen.”
Nachtelijke tochten
„Heb je met Vacic gesproken?” vraagt de Russische advocaat en activist Piotr Nikitin, die grotendeels in Nederland is opgegroeid en nu al jaren in Belgrado woont. „Dat is onze hoofdvijand.”
Nikitin is een van de grondleggers van het Russische verzet tegen het Poetinregime in Belgrado, wat begon met demonstraties en de oprichting van een sociëteit en eindigde in nachtelijke tochten door Belgrado om afbeeldingen van Poetin over te spuiten. „Zelf heb ik een keer een Oekraïens vlaggetje tussen de ogen van Poetin gespoten en een keer een grote letter Z op zijn gezicht”, zegt Nikitin in een Russisch café in Belgrado. „De helft van de Russen hier werkt in de IT-sector en de andere helft is naar Servië gevlucht om politieke redenen.”
Nikitin bezocht Belgrado voor het eerst twintig jaar geleden. „Toen was Servië veel minder antiwesters dan nu”, vertelt hij. „De meeste Serviërs wilden zich toen nog aansluiten bij de EU. Maar nadat president Vucic aan de macht kwam, begon hij met propaganda – elke dag zie je hier pro-Russische propaganda op de televisie, in de kiosken en tabloids.”
De sterke banden tussen Rusland en Servië komen niet alleen door hun culturele en religieuze overeenkomsten, maar vooral omdat Rusland het Balkanland altijd steunde in verschillende oorlogen. Daarnaast heerst er een sterk anti-NAVO sentiment in Servië. Om een einde te maken aan het geweld tussen Kosovo en Joegoslavië bombardeerde de NAVO Servië 78 dagen op rij in 1999. Volgens veel Serven was dat buitensporig. Enkele gebombardeerde gebouwen in Belgrado zijn nog steeds zichtbaar met sterke anti-NAVO-teksten eronder. Ook erkent Rusland Kosovo niet, dat in 2008 onafhankelijk werd.
Lees ook
deze reportage uit Noord-Kosovo
Vrijheidsstrijder
Als de ultranationalistische Misa Vacic een restaurant binnenkomt in een buitenwijk van Belgrado wordt hij uitgebreid begroet door een tiental bezoekers. Achter hem volgt een grote kale man in zwarte kledij, die hij voorstelt als „mijn compagnon Marko”, en plaatsneemt achter een ander tafeltje met zijn blik gericht op Vacic. „Ik ben een vrijheidsstrijder”, zegt Vacic. „En ik krijg elke dag bedreigingen.” Maar fysiek is hij nog nooit aangevallen.
Vacic zijn wapenfeiten? Hij staat sinds een paar maanden op de Amerikaanse sanctielijst, vanwege zijn aanwezigheid als waarnemer bij de Russische schijnreferenda in de bezette gebieden van Oekraïne. De sanctie noemt hij „een medaille van eer, waarbij ik meer felicitaties kreeg dan tijdens Kerst”. Ook deed hij mee met de vorige presidentsverkiezingen en kreeg bijna 1 procent van de stemmen. Bovendien zou hij nauwe banden hebben met president Vucic en zou hij gebruikt worden om vuurtjes op te stoken. „Ik word niet betaald door Vucic noch door Rusland.”
Wel betaalt zijn partij voor pro-Russische muurschilderingen, zoals dat van een groep afgebeelde Wagner-soldaten en een groot portret van Poetin en Trump met daartussen in drie talen de tekst: ‘Kosovo is Servië’.
De reden voor zijn Rusland-liefde is simpel. „Rusland heeft Servië niks aangedaan zoals veel andere landen wel deden”, zegt hij doelend op de NAVO-bombardementen en de internationale steun voor een onafhankelijk Kosovo. „Wij houden niet van Rusland vanwege Rusland, maar vanwege onszelf. Wij houden van iedereen die ons respecteert.”
De muurschildering van Lesja Oekrajinka noemt hij „neonazi-propaganda”. Bovendien verdenken de Russische activisten hem ervan dat hij een activist aanviel, terwijl die bezig was een schildering in zijn buurt met de tekst ‘Dood aan Oekraïne’ over te spuiten. Vacic zou gemaskerd met een groep mannen de activist hebben aangevallen. „Leugens”, noemt Vacic de aantijgingen.
Banken werken tegen
De intimidatie vanuit het pro-Russische kamp nam het afgelopen jaar toe. Niet alleen waren er aanvallen. Ook kwam er tegenwerking vanuit Servische banken, die de opgerichte sociëteit van de Russische activisten geen bankrekening wilden verstrekken en is één Russische activist de toegang tot Servië ontzegd. „Het werkt heel demotiverend”, zegt advocaat Nikitin, die veel van zijn mede-activisten heeft zien afhaken en zelf ook niet meer zo actief is.
Lees ook
deze reportage over de recente Servische verkiezingen
Ook Serven die zich uitspreken voor Oekraïne worden geïntimideerd, vertelt de bekende schrijver Vladimir Arsenijevic die Krokodil runt, de naar eigen zeggen enige ngo in Servië die zich actief richt op het laten zien van de Russische agressie tegen Oekraïne. „Ik leef al 58 jaar in een sfeer van bedreigingen, dus van teksten dat mijn vrouw verkracht wordt, schrik ik niet zo. Maar veel van mijn medewerkers maken dit voor het eerst mee.”
Bovendien kreeg de ngo 28 aanklachten, omdat ze een graffiti-tekst overschilderden. „Tegenover een school stond de tekst ‘Het leger keert terug naar Kosovo’, dat hebben wij wit geschilderd, in de kleur van de muur”, vertelt Arsenijevic. Het zijn aanklachten die geen kans maken op een veroordeling, maar wel veel tijd en geld kosten voor advocaten. De bedoeling achter dit soort aanklachten is om mensen financieel uit te putten en ontmoedigen door te gaan.
Ook kunstenaar Poesjev en zijn vrouw werden aangevallen terwijl hij bezig was met de muurschildering van Lesja Oekrajinka. Die situatie verbijsterde Arsenijevic: „Twee Russen schilderen Lesja, het symbool van Oekraïense beschaving en vredigheid en zij worden aangevallen door Servische nationalisten die de Russische oorlogsmachine van Poetin beschermen. Hoe is de maatschappij hier beland?”
Volgens Arsenijevic heeft de Russische verheerlijking in Servië niet alleen een politieke oorzaak, maar ook een maatschappelijke. „Het is niet alleen de schuld van Vucic”, zegt de schrijver. „Het probleem ligt breder. De graffiti waarin oorlogsmisdadigers zoals Ratko Mladic worden verheerlijkt, is van de laatste jaren. Mensen lopen erlangs, raken geconditioneerd en accepteren uiteindelijk de boodschap. Deze tsunami aan troep op de muren verschijnt overal in het land en tast de psychologische staat van dit land aan. We hebben niet een politiek probleem, maar een psychologisch probleem.”
En Arsenijevic ziet het niet snel gebeuren dat het psychologische probleem wordt opgelost. „Je hebt een sterke brede politieke wil nodig om verandering teweeg te brengen en die zien we nu nergens”, zegt hij. „Zelfs met de beste intenties heb je denk ik echt dertig tot vijftig jaar nodig om dit land echt te veranderen.”
Zolang wil kunstenaar Poesjev niet wachten. „Elke dag voel ik de druk om iets te doen. Alleen kan ik niet vechten in Oekraïne tegen de Russen, want ik ben al bang voor een dode duif op straat”, zegt hij. „En genoeg geld om naar Oekraïne te sturen verdien ik niet.” Hij voelt zich „echt shit” omdat het enige wat hij kan doen is zich uitspreken.
Dan, met gebalde vuisten: „Vandaag ga ik ook iets doen. Anti-Poetin stickers plakken ofzo.”
Lees ook
dit profiel van de Servische president Aleksandr Vucic