Meer dan een miljoen jaar geleden vond de voorloper van de mens het vuur uit – een van de belangrijkste ontdekkingen ooit. In 2017 ging Beijko van Melick, directeur van haardenfabrikant Kalfire, naar industrieel ontwerper Michel van Schie: of hij het nog een keer kon uitvinden. Maar dan zonder rook. En zonder brandstof. Van Schie: „Maar het moest wel echt vuur zijn! Ik dacht: dat is challenging.”
Zes jaar later staat Van Schie in de showroom van Kalfire in het Limburgse Belfeld voor een haard. Er komen vlammetjes van het hout af. De haard geeft warmte af. Hij knispert. Maar het is een illusie: een holografische constructie creëert het vuur.
Kijk maar: als je helemaal aan de zijkant gaat zitten, kan je net de schuine spiegel zien waarmee de beelden rond het hout geprojecteerd worden. Van Schie: „We hebben er alles aan gedaan dat zo subtiel mogelijk te maken.”
De markt voor traditionele gas- en houthaarden maakt in hoog tempo een dramatische ontwikkeling door. In een paar jaar tijd zijn gashaarden bijna volledig uit geraakt in Nederland: vooral vanwege de plannen om ‘van het gas af’ te gaan en de sterk fluctuerende gasprijzen. In 2023 zijn in Nederland slechts enkele duizenden gashaarden verkocht, een forse daling ten opzichte van 2016, toen het er nog ruim 20.000 per jaar waren.
Ondertussen raken ook houthaarden verder uit de gratie, door de discussie over houtrook. In totaal neemt de markt voor haarden in Nederland tussen 2016 en 2024 naar verwachting met de helft af, aldus cijfers van de branchevereniging.
Voor fabrikanten als Kalfire (circa 70 werknemers) is dat een uitdaging. „De markt wordt kleiner, maar het aantal spelers blijft gelijk”, zegt Beijko van Melick. Hij nam de leiding bij het familiebedrijf in 2010 over van zijn vader (het is opgericht door Beijko’s moeder die in 1981 begon als haarddealer). Het bouwt in Belfeld, net onder Venlo op twee kilometer van Duitsland, de haarden zelf.
De oplossing van Kalfire: vuur namaken. Zo realistisch mogelijk. Want, zo zegt Van Melick: de markt voor traditionele haarden mag krimpen, de behoefte aan vuur neemt volgens hem niet af. „Mensen zoeken sfeer.” Maar hoe doe je dat, vuur zonder vuur maken, als bedrijf dat jarenlang niks anders deed? En slaat het aan bij de consument?
Hoe dan?
„Mijn eerste reactie was: hoe dan?”, zegt Michel van Schie op het kantoor van Kalfire. In 2017 benaderde Van Melick het Rotterdamse innovatie- en ontwerpbureau Spark, waar Van Schie werkt. „Maar Beijko hield eraan vast.”
Van Schie besloot vanuit zijn netwerk een brainstorm op te zetten met twee chemici van Shell en een ingenieur van Philips. Daar rolden drie opties uit. „Het eerste was een waterstofhaard. Daar hebben we echt veel onderzoek naar gedaan.”
Van Melick: „We hebben er zelfs eentje geel kunnen laten branden.”
Van Schie: „Normaal is waterstof kleurloos.”
Van Melick: „Maar je had een hele machinekamer nodig. Dus gingen we naar de tweede optie: plasma, oftewel elektriciteit door gas laten lopen. Daarmee kan je ook vuur maken.”
Van Schie: „Maar dan moest je elke woonkamer op het hoogspanningsnet aansluiten.”
Van Melick: „Het derde was een damphaard. Daarbij gebruik je waternevel om een soort vuureffect te creëeren. Dat was op zich geen nieuwe innovatie, maar we hadden ‘m wel echt heel mooi gemaakt. Maar mijn hart ging er toch niet sneller van kloppen. Ik dacht: is dit het nou, brengt dit die verbinding die vuur brengt?”
Van Schie: „Bij de eerste brainstorm had ik gezegd: we kunnen ook iets met een beeldscherm…”
Van Melick: „Maar ik dacht: dat wordt helemaal niks.”
Van Schie: „Het was echt taboe.”
Van Melick: „Maar na een tijdje zei Michel toch: we moeten misschien toch iets met holografisch vuur. Ik geloofde er niet in. Maar Michel zei: we gaan het gewoon maken.”
Van Schie: „Met een paar jongens hebben we toen wat in elkaar gekneed.”
Van Melick: „Toen ik het prototype zag dacht ik: dit is toch wel wat.”
Van Schie: „We hebben iets gebouwd en hier neergezet op kantoor. Naast de damphaard. Toen was het toch snel: we willen het. Maar alleen als het…”
Van Melick: „…patenteerbaar was…”
Van Schie: „En als het betaalbaar zou zijn.”
Van Melick: „Patenteerbaar omdat de haardenindustrie meteen alles kopieert. Als je het niet kan patenteren, walsen de grote spelers zo over je heen.”
Het hele traject kostte wat miljoenen, maar in 2020 lanceerde Kalfire de E-One, tegen 5.000 euro per stuk. De boomstammen zijn van keramiek. Met twee beeldschermen worden de vlammen gecreëerd: eentje achterin, en eentje die via een truc op de voorgrond vlammen creëert. Van Schie: „Het is het pepper’s ghost-principe. Met een halfdoorlatende spiegel op 45 graden kan je een beeld creëeren. Dat werd in de negentiende eeuw al door goochelaars op het podium gedaan met geestverschijningen.”
De patenten houden onder meer verband met de wijze waarop het holografische vuur om de boomstammen krult. Voor de beelden is urenlang vuur gefilmd. Van Schie: „In een donkere kamer hebben we een professionele cameraman urenlang vlammen laten filmen. Dat was trouwens ook wel een ding: het processen van die beelden.” Het liefst stop je niet een hele computer in de haard, want dan loopt de prijs op. „De vraag was: wat is de meest basale chip waar we dat vuurtje op kunnen laten draaien?”
Inmiddels maakt de E-One een derde uit van de omzet van circa 25 miljoen euro van Kalfire. Volgens directeur Van Melick moesten de consumenten er even aan wennen, maar inmiddels gaan de dingen de wereld over: tijdens een rondje door de expeditiehal blijken er net een handvol klaar te staan met grote letters ‘CHINA’ erop.
Keramische boomstammen
Het bedrijf zelf is er flink door veranderd, zegt Van Melick. In de productiehal wijst hij op plastic kolen. Verderop liggen machinaal vervaardigde keramische boomstammen. „Voor een deel is dit nieuw materiaal voor ons.” Plastic, daar deed Kalfire jarenlang niks mee: juist erg brandbaar. „Vroeger wisten we alles van houtvuur en gashaarden, van hoge temperaturen. Nu heb ik een softwareafdeling. En iemand die alleen maar vuur filmt.”
Gezien de situatie op de markt blijft de toekomst spannend. Kalfire denkt dat het nog meer moet doen dan de holografische haard om relevant te zijn. Daarom heeft het de afgelopen jaren met Spark aan wéér een nieuwe haard gewerkt. Geen holografie dit keer, maar een ‘gewoon’ beeldscherm met vlammen, mét speciaal ontworpen kunststof hout op de voorgrond, verplaatsbaar en in te passen in het systeem van slimme verlichting of het tv-meubel: tegenwoordig een beetje de concurrent van de haard.
Is dat niet merkwaardig, toch een ‘simpel’ beeldscherm na al die holografie-innovaties? Van Melick: „Uit marktonderzoek kregen we te horen dat niet alleen de ‘vlambeleving’ belangrijk is, maar ook dat een haard moet passen bij de rest van de verlichting in een kamer én een verplaatsbaar meubelstuk moet kunnen zijn [de holografische haard is dat niet].” Voor het bedrijf zelf waren dat ook verrassende uitkomsten.
Lees ook
Bij Bolsius willen ze dat de kaars ook geluid gaat maken
De nieuwste haard gaat bijna naar de markt, binnenkort moet blijken of deze aanslaat. Bij Kalfire zijn ze overtuigd van wel: in Belfeld zien ze vuur als „menselijke behoefte”. Van Melick: „In Duitsland hadden we laatst in een verzorgingstehuis voor dementerenden een paar E-Ones geïnstalleerd. Daarna zei het hoofd van de afdeling tegen ons: we hebben het een stuk rustiger. Die mensen waren helemaal gekalmeerd door vuur.”