N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP Wat vleierij voor de vorm en een paar venijnige steken onder water achter gesloten deuren. Je weet wat je krijgt in Bed & Breakfast, en toch is het fijn dat er weer een nieuwe reeks is gemaakt.
Een programma dat al zeventien seizoenen meegaat, is eigenlijk met geen mogelijkheid meer verrassend te noemen. Bij Bed & Breakfast (Omroep MAX) weet je al lang wat er gaat komen. Drie stellen, drie B&B’s, drie beoordelingen met de nodige vleierij voor de vorm en een paar venijnige steken achter gesloten deuren. De deelnemers weten inmiddels dat ze slechts één domme opmerking van nationaal amusement verwijderd zijn, dus echt onsterfelijk belachelijk maken ze zichzelf ook niet meer.
En toch, zodra deelneemster Els maandagavond een spinnenweb ontdekt en die vondst niet meer los lijkt te kunnen laten, ben je blij dat productiemaatschappij IDTV gewoon weer een nieuwe reeks heeft gemaakt. De aflevering begint op het landgoed van Carl en Inge en hun beide partners („Inge is niet mijn vrouw, en ik ben niet haar echtgenoot”). In een immens landhuis in Slijk-Ewijk runt het viertal een B&B met vier kamers, de geesten van de overleden adel zouden er nog rondwaren. Je vraagt je af in hoeverre dat goede marketing voor een pension is, maar Carl en Inge zijn er trots op.
De eerste gasten zijn Els en Floor. Dochter Floor hoopt op een bad, moeder Els hoopt dat de B&B wel een beetje verzorgd is, „niet dat je in een of andere puinzooi terechtkomt omdat het naseizoen is”. Op de oprijlaan kunnen de twee hun geluk niet op: een landhuis! Maar eenmaal in de kamer voltrekt zich na de eerste meevaller (een bad!) ook een klein drama: vlekjes op het Russisch bedlinnen uit Sint Petersburg. „Alsof er met koffie is geknoeid”, constateert Els. En daar moet ze nog een hele nacht onder slapen.
Moeder en dochter, de eerste nu op haar hoede, inspecteren de kamer uitgebreid. Spinnenwebben. „Het is ook een oud huis”, sust Floor. „Jawel”, zegt Els. „Maar als je toch wéét dat er mensen komen…” Op de bank: ook vlekken. „Misschien is dit huis gewoon te groot om goed te onderhouden?” Of misschien ligt het gewoon aan de herfst, oppert Floor. Els, verbeten: „Maar je kunt toch gewoon éven, zo, hop, langs die balken met een doek.” Dit zou haar nooit gebeuren.
Gelukkig is het tweede stel al in aantocht, Marion en Maarten, beiden optimistisch van aard. Het gigantische landhuis is precies waarop Marion hoopte: knus. En de kapotte gordijnen vindt Maarten „juist mooi”, daaraan zie je hoe oud ze zijn. „Dit zijn wel echt de originele gordijnen, denk ik.”
Het hoogtepunt van de aflevering is als van ouds het moment waarop de B&B ten overstaan van de eigenaren wordt beoordeeld. Els brandt los, de gezichten van Inge en Carl spreken boekdelen. Haar kritiek wordt ‘meegenomen’. Maar de echte kracht van het programma zit hem misschien toch in sympathie. De stellen logeren niet alleen bij elkaar, ze organiseren ook ‘uitjes’, drinken zelfgemaakte likeur in de tuin. Het resultaat is iets dat steeds meer weg heeft van een vriendschap.
Het doet denken aan het seizoen ‘Even weg’ van Ik Vertrek (AVROTROS), nog zo’n programma met een eindeloos aantal afleveringen, waarin stellen uit eerdere seizoenen bij elkaar op vakantie gaan. Zo logeren Mark en Margot, samen runnen ze een nudistencamping in Slowakije, een week lang in de luxueuze Spaanse woning van Aadje en Richard. „Wij zijn wel echt tegenpolen, hè”, constateert Richard in een van de eerste scènes in gesprek met Mark. Dat is natuurlijk het hele idee, een gebrek aan controverse levert hele saaie televisie op. Maar dat de stellen gaandeweg naar elkaar toe groeien, maakt het ook een vorm van feelgood-tv.
Na een paar dagen paardenmennen, bootje varen en varkens ‘beleven’ heeft Els helemaal niets meer aan te merken op de B&B van Marion en Maarten. Of jawel, toch één ding: een plankje voor haar koffer was fijn geweest.