In Ashkelon waanden ze zich veilig, nu komt het geweld opeens heel dichtbij. ‘Israël is er zo slecht aan toe’

Reportage

Ashkelon De Israëlische stad Ashkelon, vijftien kilometer ten noorden van de Gazastrook, werd maandag met raketten bestookt door Hamas. ‘De hele tijd kijk ik naar de veiligheidscamera’s om te kijken of er geen terroristen zijn.’

Brandweerlieden blussen in Ashkelon op de plek van een raketinslag. De stad in het zuiden van Israël lag maandag opnieuw onder vuur.
Brandweerlieden blussen in Ashkelon op de plek van een raketinslag. De stad in het zuiden van Israël lag maandag opnieuw onder vuur. Foto Ohad Zwigenberg/AP

‘Ons huis is nog heel”, lacht Dotan Gabay (40), staande voor zijn riante huis dichtbij de Middellandse Zee, amper tien kilometer ten noorden van de Gazastrook. Maar als hij even later in zijn huiskamer net heeft gezegd dat hij niet steeds bommen en raketinslagen om zich heen wil horen en dat de regering daar voor altijd een eind aan moet maken, gaat prompt het luchtalarm weer af. Hamas vuurt een nieuwe lading raketten af op Ashkelon.

Onmiddellijk snelt iedereen in het huis naar de versterkte schuilkamer, een sobere betonnen ruimte waar een paar matrasjes op de vloer liggen en een bankje staat. Gabays schoonvader, een diep gelovige jood, grist nog snel de gebedsriemen mee, die hij vlak daarvoor had afgedaan en prevelt wat gebeden. Gabays vrouw Mayan buigt zich over hun dochtertje, dat nerveus op haar schoot zit. Hun zoon probeert op de telefoon te achterhalen waar de raketten ditmaal landen.

Even later klinken dichtbij doffe dreunen. „Dat is onze Iron Dome, waarmee de inkomende raketten worden neergehaald”, zegt Gabay. „Een van de beste uitvindingen ooit.” Tien minuten later kunnen we terug naar de huiskamer, waar een enorme televisie permanent aan staat en waar aan de zijkant met oranje de locaties in de regio worden aangegeven waar net raketinslagen zijn geweest. „Moeten jullie in Nederland ook wel eens zo schuilen?” informeert het dochtertje.

Vijf mensen elders in de stad raken gewond bij de raketbeschietingen, melden Israëlische media later. Her en der zijn de laatste dagen gebouwen, auto’s en mensen getroffen door de lawine van raketten die Hamas afschoot, want helemaal waterdicht is de Iron Dome-defensie niet.

Het is oorlog tussen Israël en Hamas sinds die beweging afgelopen zaterdag een grootscheepse aanval lanceerde. Voor de verandering niet alleen met heel veel raketten maar ook met strijders die de Israëlische grens overstaken en zoveel mogelijk burgers probeerden te doden. De teller staat inmiddels op ruim achthonderd doden aan Israëlische kant, terwijl er ook honderden doden aan Palestijnse kant zijn gevallen.

Aangestast zelfvertrouwen

In Ashkelon, een stad van zo’n 150.000 inwoners, is ook al dagen het bijna onophoudelijke gedreun te horen van de ladingen bommen die de Israëlische luchtmacht even verderop op de Gazastrook laat vallen. Steeds weer vliegen straaljagers over en is het penetrante gezoem van drones boven de stad te horen. Het openbare leven is al dagen tot stilstand gekomen. Alle winkels en kantoren zijn gesloten, ook scholen zijn dicht. De straten zijn bijna uitgestorven. Bussen rijden nog wel.

Lees ook Festivalgangers in de woestijn dachten eerst nog dat ze vuurwerk hoorden

Aan grote hoeveelheden inkomende raketten zijn de inwoners van Ashkelon door de jaren heen gewend geraakt. „Dat hoort bij het leven in het zuiden van Israël”, zegt Yoav Ossi (36), die met zijn vrouw een van de weinige cafés die nog open zijn komt bezoeken. „Maar wat er nu gebeurd is met al die mensen die zijn afgeslacht door de strijders van Hamas die over de grens heen kwamen, hakt er wel enorm in.”

Die invallen van Hamas-strijders hebben het zelfvertrouwen van de inwoners van zuidelijk Israël sterk aangetast. Ook de Iron Dome en alle andere geavanceerde defensietechnologie, die Israël welhaast een gevoel van onkwetsbaarheid gaven, bleken daartegen niet bestand.

Stel je voor, dan zit je in de schuilkamer van je eigen huis te wachten tot er gewapende mannen komen om je te vermoorden

Dotan Gabay (40) inwoner van Ashkelon

„Ook ik ben nu bang”, erkent Gabay, die werkzaam is in de hightechsector. „Er circuleerden geruchten dat die strijders ook tot Ashkelon waren doorgedrongen. Stel je voor, dan zit je in de schuilkamer van je eigen huis te wachten tot er gewapende mannen komen om je te vermoorden. Dat is vreselijk.”

„Ik doe ’s nachts geen oog meer dicht”, zegt zijn vrouw Mayan (36). „De hele tijd zit ik te kijken op de veiligheidscamera’s rond ons huis of er geen terroristen zijn die ons willen aanvallen.” Gabay wijst op zijn dochtertje. „Overdag is ze vrolijk maar als de zon ondergaat, wordt ze bang.”

Auto’s met lijkzakken

Mayans ouders zijn de dans maar net ontsprongen. Ze wonen in een plaats die nog dichter bij de grens ligt waar de Hamas-strijders wel daadwerkelijk binnendrongen. „Ze waren dit weekend toevallig bij ons op bezoek wegens Simchat Torah [een joods feest]. Maar in een gebouw dichtbij dat van hun zijn zo’n veertig mensen gedood. Er waren mensen bij die ze goed kenden, met wie ze naar de synagoge gingen.”

Een deel van de doden is overgebracht naar het Barzilai-ziekenhuis in Ashkelon. „Ik zag in het weekend auto’s aankomen met lijkzakken”, zegt de 54-jarige Jojo Dayan, die nog parttime bij het ziekenhuis werkt als verpleegkundige na een loopbaan van 31 jaar. „Ze zijn op de afdeling noodgevallen gelegd. Familieleden kunnen er nu heen om ze te identificeren. Het is gewoon verschrikkelijk”, zegt hij. Hij slaat in wanhoop de handen voor zijn gezicht. „Israël is er zo slecht aan toe.”

Beschadigde auto’s in Ashkelon na raketaanvallen op de stad op zo’n vijftien kilometer van Gaza.
Foto Menahem Kahana/AFP

Dayan heeft de afgelopen dagen noodgedwongen ook veel tijd thuis gezeten, waar zijn vrouw en dochter erg bang waren en veel huilden. „Vlak bij ons sloegen ook raketten in”, zegt hij. Hij pakt zijn telefoon erbij en laat beelden van ravage zien. „Er is ook één persoon bij om het leven gekomen.” Ook trekt hij zijn broekspijp omhoog en laat een groot litteken op zijn onderbeen zien. „Dat heb ik 34 jaar geleden opgelopen in de Gazastrook, toen ik bij de militaire politie zat.”

In het ziekenhuis zijn veel gewonden binnengebracht. „Zo’n driehonderd in totaal, uit Ashkelon en omgeving”, zegt Karen, een logistieke medewerker die haar achternaam niet wil geven. „Veel meer dan anders bij raketbeschietingen. Maar ik maak me ook de meeste zorgen over die terroristen die de grens overstaken. Mijn zuster woont in Sderod, vlakbij de Gazastrook. Ze heeft daar veertig uur in de schuilkelder moeten zitten met haar gezin, in grote angst wegens die terroristen die daar mensen vermoordden.”

Een man bij het ziekenhuis is gekomen om zijn oom te bezoeken, die met been- en buikwonden is opgenomen na een van de beschietingen in het weekend. „Als je in een land wilt wonen zonder terroristen, moet je ze doden”, zegt de 52-jarige Dan, die alleen zijn voornaam wil geven. Nu ze vrouwen en kinderen doden, zoals dicht bij de grens, begint het op de holocaust te lijken.” Hij zucht diep en loopt weg.

Bus naar Tel Aviv

Sommige mensen wordt het te heet onder de voeten in Ashkelon. Bij het busstation wachten de 27-jarige Aleksandr Bur en zijn vriendin op de bus naar Tel Aviv, vanwaar ze verder willen reizen naar Haifa om voorlopig even rust te hebben. Bur is lasser van beroep, woont zo’n vijf jaar in Ashkelon en komt oorspronkelijk uit Rusland. „Ik zag een raket neerkomen op een huis naast ons en daarna werden er nog een paar huizen bij ons in de buurt getroffen. Toen besloot ik dat we beter even naar een andere stad konden gaan.”

Lees ook Ooggetuigen staan doodsangsten uit, ‘maar de eerste nacht hebben we alvast overleefd’

In een openbare schuilplaats, beschilderd met een vliegtuig en een tank, staat de jonge Sabrine Jakob, eveneens van Russische afkomst. Terwijl er weer doffe dreunen klinken en de Iron Dome zijn werk doet, kijkt ze nerveus op haar telefoon. Haar moeder die dichter bij Tel Aviv woont, belt haar voor de zoveelste keer vandaag. „Ze wil weten of ik in veiligheid ben”, zegt ze. „Ik heb al drie dagen niet meer geslapen van alle spanningen.” Waarom, vraagt Jakob zich af, kan Hamas Ashkelon en andere plaatsen nog steeds met raketten bestoken? Waarom kan het Israëlische leger dat niet voorkomen? Ze steekt een sigaret op en roept dan luid „fuck!”.

Wanneer ze even later hoort dat er nog steeds bussen naar Tel Aviv rijden, sprint ze naar huis, pakt wat kleren in, en zet meteen koers naar het busstation. Op weg naar haar moeder.