In ‘The Shell Trial’ waagt De Nationale Opera zich aan de klimaatcrisis: ‘Doen we special effects met vuur (en dus met gas) in een stuk over het klimaat?’

‘De makers willen graag een schurend effect.” De duurzaamheidscoördinator van de Nationale Opera en Ballet kijkt er veelbetekenend bij. Ze heeft het over de productie van de nieuwe opera The Shell Trial, naar het gelauwerde toneelstuk van Anoek Nuyens en Rebekka de Wit over de klimaatzaak tegen Shell, dat in maart in première gaat. Amerikaanse componist en Pulitzer Prize-winnaar Ellen Reid maakte de muziek op het libretto van Roxie Perkins. Manoj Kamps zal leden van het Concertgebouworkest dirigeren. Theatermakers Gable en Romy Roelofsen, van collectief Het Geluid, doen de regie. En zij kwamen met het plan voor vuur op het toneel.

„Maar zo’n vlam”, verzucht duurzaamheidscoördinator Julie Fuchs (niet te verwarren met de gelijknamige sopraan), „maak je met gas. En het stuk gaat over Shell. Dus je gaat gebruik maken van een fossiele brandstof, terwijl je een opera maakt over de klimaatcrisis.”


Lees ook
interview met Anoek Nuyens en Rebekka de Wit: ‘We zijn allemaal onderdeel van het klimaatprobleem’

‘<strong>De zaak Shell</strong>’ van Anoek Nuyens en Rebekka de Wit bij Frascati.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/in-ac280c298the-shell-trialac280c299-waagt-de-nationale-opera-zich-aan-de-klimaatcrisis-ac280c298doen-we-special-effects-met-vuur-en-dus-met-gas-in-een-stuk-over-het-klimaatac280.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Wat weegt zwaarder? Uitstoot of artistieke overweging? De klimaatthematiek zit in deze productie niet enkel in het verhaal: het maakproces <em>The Shell Trial</em> is voor De Nationale Opera een pilot om te testen wat het betekent om werkelijk duurzaam te werken. Op alle denkbare fronten, van de reisbewegingen van de cast tot de verf op het decors. Wat zijn de gevolgen voor een operahuis?</p>
<p>„Het is onmogelijk het helemaal perfect te doen”, verklaart Romy Roelofsen een dag eerder samen met haar broer in de artiestenfoyer van het operagebouw. Ze hebben het uitgebreid over het vuur gehad met Fuchs. „Dat is dan zoveel spijkerbroeken, vertelde ze ons, zoveel biefstukken,” aldus Romy. „Dus je gaat nadenken, wat is écht nodig om dit verhaal te vertellen?”</p>
<h2 class=Duct tape

Het ‘vuurmoment’ hebben ze gehandhaafd. Maar ze zijn het eerste artistieke team dat bij de Nationale opera een ‘Green deal’ heeft getekend voor de productie van hun voorstelling: ze beloven zo duurzaam mogelijk te produceren.

Om daarbij te helpen, heeft Fuchs twee ‘piramides’ getekend. Eén voor materiaal en één voor textiel, waarbij je aan de hoogte van de piramide kan zien hoeveel CO2 er voor een materiaal is uitgestoten. Voor de grote vervuilers kan dan een alternatief worden gezocht. Al blijkt sommig materiaal veel onschuldiger dan gedacht. Neem duct tape. „Toen ik hier in 2021 kwam, was duct tape echt een groot onderwerp van gesprek. De balletvloer wordt elke balletavond op het toneel getaped en de avond erna wordt de tape weggegooid. Zo gaan kilometers duct tape per jaar de prullenbak in. Daar zaten medewerkers erg mee. Maar wat bleek: duct tape was maar 0,01 procent van onze uitstoot.”

Andere materialen komen er minder goed vanaf. Een enorm decorstuk van aluminium? Ieder koorlid een nieuwe zijden blouse? Niet als het aan Fuchs ligt. Zijden en wol staan bovenaan de stoffen-piramide, aluminium moet als materiaal alleen siliconrubber boven zich dulden.

Het gaat tijd kosten, zegt Fuchs, voor haar aanpak volledig is ingeburgerd. Nog niet elke productie doet zo goed mee als het team van The Shell Trial. „Maar ik geloof dat de departementen die piramide na een aantal producties verinnerlijkt zullen hebben.”

Voor Romy en Gable Roelofsen is Fuchs heel fijn om mee te werken. Gable: „Zij is niet een scheidsrechter die zegt, ‘dit mag niet’. Er is nog steeds artistieke vrijheid. Maar ze is een gesprekspartner die zegt, ‘ben je je hier wel bewust van?’”

Bijvoorbeeld als het ging over de regen die ze op het toneel hadden willen laten neerkomen. Dat was, net als het vuur, een ethisch dilemma. Fuchs: „We kunnen niet werken met water uit de Amstel. De legionella-bacterie geeft gezondheidsrisico’s. Dus moet je met drinkwater werken. En als je ziet hoeveel liters er dan doorheen gaan, terwijl je het niet kan hergebruiken… Toen heeft de artistiek team gezegd, ‘dat gaan we niet doen.’”

La Traviata

Het tekent het spanningsveld tussen kunstproductie enerzijds en Fuchs inzet tegen verspilling anderzijds. Want is kunst niet altijd een zekere ‘verspilling’ van middelen? Hoe bepaal je de grens van wat ‘nodig’ is, als de schoonheid van een operaproductie er nu juist óók in schuilt dat er mensen onmogelijk veel moeite doen om iets neer te zetten dat, in de enge zin van het woord, nergens voor ‘nodig’ is?

„Die spanning zal er blijven,” zegt Fuchs. Volgens Gable gaat het om de vraag waar je de grens trekt: „Van sommige dingen kunnen we zeggen dat je ze niet meer moet willen. Je moet niet meer decors van aluminium willen maken voor maar vier uitvoeringen.”

Het probleem is alleen dat als je hier te ver over doordenkt, je als kunstenaar je kan afvragen of je überhaupt nog wel iets kan maken. „Het is akelig om te zeggen, maar als je het perfect wil doen, maak je helemaal geen voorstelling”, zegt Romy. En daar willen beiden niet aan. Gable: „We geloven in de waarde van een massa mensen die samen stilstaat bij iets wat zo ontzagwekkend is als de klimaatcrisis. Dat is ons echt wel een opera waard. La Traviata gaat over iemand die sterft aan een longziekte – wij hebben hier een thema dat nu een opera verdient. Ik hoop dat je bij onze voorstelling ontroering ervaart bijna zoals Bachs Matthäuspassion, maar dan van nu.”

Romy: „Juist in een tijd dat er zoveel polarisatie is. Misschien is dat utopisch naïef, maar ik geloof in de discipline opera.”

De crux zit hem in de mensen die op het toneel staan. Die vliegen soms naar AmsterdamJulie Fuchsduurzaamheidscoördinator

De productiekant van The Shell Trial doet het qua duurzaamheid in ieder geval heel goed, vertelt Fuchs. Het team wist zelf al dat je metalen moest mijden, dus hebben ze veel met hout gewerkt. De makers gebruiken maar één groot decorstuk en 82 procent van de materialen is hergebruikt. Maar, de crux zit hem in de mensen die op het toneel staan. Die vliegen soms naar Amsterdam. Eén sopraan zelfs uit Duitsland: de verfoeide korte-afstandsvlucht. Dat drukt zwaar op de CO2-uitstoot. „Vliegen”, verzucht Fuchs, „is echt killing.”

Vuur en ijs

Is deze benadering, waarbij één instituut en één groep makers zo bezig is met hun eigen verantwoordelijkheid, alleen niet precies hoe we niet om moeten gaan met het klimaatprobleem? Laat het toneelstuk niet juist zien dat er een grondige systeemverandering nodig is, in plaats van marginaal geschaaf aan individuele CO2-uitstoot?

Fuchs vindt van niet. „Je leeft, je koopt dingen en je hebt CO2-uitstoot. Dus als je iets wil bijdragen, moet je leren om dat in de hand te krijgen.” Gable en Romy zien het iets complexer. Ze beamen dat het een oliebedrijf was die het frame bedacht dat een beter milieu ‘begint bij jezelf’: om mensen het gevoel te geven dat de oplossing van het klimaatprobleem bij de individuele consument ligt. „Tegelijkertijd”, zegt Gable, „begínt het ook bij jezelf. Het is te makkelijk om fatalistisch te zeggen, ‘op de grote systemen heb ik geen invloed’.”

Ze willen bij De Nationale Opera dan ook van binnenuit verandering komen brengen en absoluut niet met een ‘opgeheven vingertje’ iedereen komen vertellen hoe het moet. Dat benadrukken ze meermaals. Maar ze willen de duurzaamheidslessen die ze nu opdoen graag doorgeven aan andere producties.

Zou je in plaats van met een duurzaamheidsconsulent brainstormen over vuur, niet een stuk willen maken waardoor mensen daarna met zijn allen in optocht naar de Dam gaan om politieke verandering te eisen?

Romy: „Ik denk niet dat dit stuk aanzet tot activisme. Ik hoop wel dat het vragen stelt over welke positie mensen innemen.” Gable: „De voorstelling is geen moralistisch jaren-70-cabaret. We zijn echt trouw aan het originele toneelstuk in die zin dat de opera je verleidt mee te gaan in elk perspectief, óók dat van de CEO van Shell. Het stuk gaat juist over de fijnmazige complexiteit van ons systeem. We hopen wel dat er in de foyer een gesprek op gang komt, en hopen ook op een onderhuidse slow burn, door de discussie die ontstaat tussen de verschillende generaties. Dus dat zowel de aandeelhouders van Shell als hun kinderen naar deze opera gaan en samen dit gesprek voeren.”

Hoe schatten zij de houdbaarheid van de kunstvorm opera überhaupt in, in het licht van steeds urgentere duurzaamheidseisen? Wat is de toekomst van een sector die zo internationaal functioneert en vlieguren maakt, en het publiek juist gewend is aan groot spektakel op de bühne?

„Ik denk eerlijk gezegd…” Romy twijfelt. Gable springt bij. „Dat de operawereld in transitie is, maar sneller in transitie moet.” Romy: „Als je me vraagt of je straks nog een stuk kan spelen waar 80 man orkest in de bak zit, vind ik het moeilijk om daar uitspraken over te doen.” Gable: „Want die stukken zijn wél deel van onze cultuur. Waar ik voor wil waken is dat wij, omdat wij progressief zijn op duurzaamheid, als gevaar voor opera worden gezien. Soms denken mensen dat er een tegenstelling bestaat tussen ‘gekke jonge regisseurs’, en de mensen die de schat die opera is bewaren. Terwijl wij juist een grote liefde hebben voor de muziek.”

Fuchs hoopt, gevraagd naar de toekomst van opera, dat bepaalde special effects hun langste tijd wel gehad hebben. „Ik hoop echt dat vuur en ijs niet meer op het toneel komen.”

Kunstenaars moeten in hun werk altijd met beperkingen omgaan. „Ze moeten dat omarmen! Nu heerst bij collega’s hier het gevoel: ‘Maar die artiesten maken kunst. Ze weten niet hoe duurzaamheid werkt.’ En ja, dat snap ik. Het makkelijkste is om het allemaal te negeren. Maar mensen die bij De Nationale Opera komen werken krijgen nu in elk geval alle informatie op een presenteerblaadje. Ze kunnen hier niet weg gaan zonder te weten, ‘Eigenlijk is wol niet zo goed, maar als ik het tweedehands koop kan het wel.’ Alleen dat is al geweldig. Dus dat is het doel.”