Ilke Paddenburg over Penthesilea: ‘Ik weet niet of ze gezellig is op een lullige dinsdag’

Ilke Paddenburg: „Ik schommel tussen nuchter en dichterlijk. Sarcasme en Disney wisselen elkaar af.”

Foto Roger Cremers

Interview

Ilke Paddenburg In Penthesilea speelt Ilke Paddenburg voor het eerst een hoofdrol bij ITA. „In wezen is het een erotisch stuk.”

Gitaarsong ‘Love is blindness’, in de uitvoering van Jack White, giert door de zaal als acteurs Ilke Paddenburg en Jesse Mensah repeteren hoe zij hem doodt. Zij is Penthesilea, hij Achilles. De brute daad wordt in een gestileerde choreografie gegoten: slaan, likken, kus. De worsteling die eraan voorafgaand, krijgt meetpunten, die Paddenburg opsomt: kus-kus-kus, nek-nek-nek. Het moet zich voltrekken in een bloedroes, zegt regisseur Eline Arbo, die met haar team toekijkt.

In de studio van Internationaal Theater Amsterdam werken crew en acteurs aan een scène in Penthesilea, naar een door Arbo bewerkte tekst van Heinrich von Kleist uit 1808. Voor de 35-jarige Paddenburg is het de eerste hoofdrol bij het ensemble, waar ze nu vier jaar bij is aangesloten. Door de hoge kwaliteit van alle acteurs is het wachten tot je zo’n kans krijgt.

Haar waarde in kleinere rollen werd in 2016 beloond met de Colombina voor beste bijrol (in Een soort Hades bij Theater Utrecht) en een nominatie voor dezelfde prijs vorig jaar voor haar rol in De Dokter bij ITA. Het onmiskenbare talent van Paddenburg is de lichte, ironische toets die ze in al haar optredens weet aan te brengen, ook in het emotionele geweld van ITA-voorstellingen, terwijl ze toch ook een onaangedane, aardse toon weet te treffen. Als ze de kans krijgt, schittert ze in komische rollen, zoals in Gidsland van Mugmetdegoudentand (uit 2017).

Maar haar eerste hoofdrol bij ITA is een naar waanzin neigende, geobsedeerde Amazone-koningin. Na afloop van de repetitie vertelt ze in de rumoerige brasserie van het theater over het stuk, en over haar dromen en ambities als maker. Die worden concreter nu ze een korte film heeft geschreven en geregisseerd, die in september op het Nederlands Film Festival in première gaat. Vier jaar geleden schreef en regisseerde ze al een voorstelling die in haar geboortedorp Noordwijk speelde: Alles is bedacht.

In Penthesilea speelt Ilke Paddenburg met haar jongere zus Eefje Paddenburg, die eerder dit jaar furore maakte in Mijn lieve gunsteling van ITA. Ook haar jongere broer Joep Paddenburg is acteur, net als haar partner, Hanna van Vliet.

Ik zou graag huilen en krijsen om een ijsje. Maar als volwassenen tomen we ons in

Penthesilea speelt zich af in de laatste periode van de Trojaanse oorlog, met Grieken tegenover Trojanen, als de Amazones opduiken, een volk van vrouwelijke strijders, geleid door Penthesilea. Paddenburg schetst de achtergrond: „Elk jaar worden de maagden eropuit gestuurd om zich te laten bevruchten. Waarna de mannen worden gedood, net als de jongens die worden geboren. Zo wordt de vrouwenstaat sterk gehouden.”

Penthesilea laat haar blik vallen op Achilles, aanvoerder van de Grieken. Paddenburg: „Het is niet de bedoeling dat er bij de daad liefde te pas komt. Het enige wat de vrouwen nodig hebben is zaad. Maar dat gaat mis. Deze twee leiders laten de pantsers vallen en zetten hun haat om in liefde. Wat je ziet is dat die extremen dicht bij elkaar liggen.”

Waarom wordt Penthesilea verliefd?

„Door één blik. Door iets wat ze in de ander herkent. Zijn heldendom. Zijn bloedlust. Zijn gekte. Onze referentie is de film met Timothée Chalamet, Bones and All, die gaat over een romantische vorm van kannibalisme. Je herkent het extreme van jezelf in een ander. Dat gevaar zoek je op. Elkaar opeten wordt een erotische daad.”

Wat is Penthesilea voor vrouw?

„Een koningin. Een machthebber. We zien haar niet buiten dit verhaal. Dus je treft haar meteen in een kolk van waanzin. Ik weet niet hoe ze is op een lullige dinsdag. Of ze dan gezellig is.”

Wat vertelt dit verhaal?

„Het zegt iets over extreem gedrag dat ontstaat door groepsdenken en leven met absolute waarheden. Je ziet twee mensen zoeken naar verzachting van het leven, naar een moment waarop lelijkheid wegsmelt. Liefde toelaten en kwetsbaar zijn, is voor hen ongewoon en dus doodeng.

„In wezen is het een erotisch stuk. De seks wordt verhuld beschreven, maar aan de kussen ontkom je niet.”

Werk voor de intimiteitscoördinator?

„Ja, wat fijn is. We kregen uitleg over de vijf c’s: consent, communicatie, context, choreografie, closure (openen/ afsluiten). Elke repetitie beginnen en eindigen we met een kort ritueel om de grenzen te bewaken. Het kussen oefenen we schetsmatig. Pas in de doorlopen doen we dat volledig.

„Samen bespreken we wat een kus inhoudelijk betekent. Voorheen was intimiteit een kwestie van: zoek het maar uit. Nu gebeurt dat overwogen. Daarnaast speel ik dit met Jesse, een van mijn beste vrienden. Bij hem voel ik me sowieso veilig.”

Werkt erotiek op toneel?

„Je moet het vorm geven. Zoals het bloedvergieten. Ik gooi met mijn handen bloed. Dat is symbolisch. Zo zit veel symboliek in dit stuk. Die vormentaal vind ik het fijne van theater.”

Je hebt als actrice een feministische houding, zei je eens. Hoe benut je die in deze voorstelling?

„De voorstelling wordt door een vrouw gemaakt. Die mij tegenover Jesse cast. Terwijl Jesse misschien feminiener is dan ik en ik masculiener dan hij. Die masculiene en feminiene eigenschappen kunnen beide seksen inzetten. Dat is interessant, want waarom wordt fysieke kracht bijvoorbeeld altijd als masculien voorgesteld?”

Wat is er masculien aan jou?

„Een soort stoerheid. Ik ben concreet, aards, denk ik. De energie die ik inbreng.”

Eline Arbo noemde net bij de repetitie in dit verband Noordwijk. Ook Hanna omschrijft je als ‘Noordwijks’. Waar staat dat voor?

„De Noordwijkse mentaliteit is nuchter. Ik schommel tussen nuchter en dichterlijk. Dat zijn de twee koninginnen op de troon in mij. Sarcasme en Disney wisselen elkaar af. Enerzijds ben ik romantisch, anderzijds van het normaal doen. Dat levert wel een spanningsveld op. Soms zijn die twee kanten met elkaar in gesprek, soms is er ruzie.”

Je stelregel is: als ze het in Noordwijk niet begrijpen, dan deugt het niet. Gaan ze Penthesilea begrijpen in Noordwijk?

„De voorstelling spreekt meerdere talen. Plotsgewijs kun je het volgen. Alle rockmuziek maakt het supertoegankelijk. De uitdaging ligt in de gehanteerde symboliek. Die krijg je niet uitgelegd. Als je alleen gestileerde performance zou krijgen, alleen maar bloed scheppen, dan zou ik zeggen: Noordwijk blijf maar thuis. Maar dat is niet zo.”

Waar uit je dichterlijke kant zich in?

„Ik ben een dromer. Je kan mij uren op een stoel laten zitten en dan heb ik weer tien films en toneelstukken bedacht. Synopsissen en personages uitgeschreven. Dus ik heb boeken vol met plannen. Mijn lievelingsding is de printer. Wat ik opschrijf, print ik uit en plak ik in boeken.”

Hanna noemt je ‘mijn kleine dichter’.

„Als kind bij de Cito-toets had ik de allerlaagste score ooit. Want bij elke opgave dacht ik: ‘Wow, als je daar echt over nadenkt, en als je dat verbindt met dat…’

„Ik heb echt een hekel aan Ikea-kasten in elkaar zetten. Dat ik al zie wat het wordt, voelt zo slecht. Ik maak liever zelf een gebruiksaanwijzing.

„Daarom hou ik ook niet van koken. Hanna ook niet. Dus kom niet bij ons eten. Eten is voedingsstoffen binnenkrijgen. We hebben gehoord dat het moet.”

Lees ook dit artikel over theater en comedy

Speel je wel voldoende komische rollen?

„Nee. Zou ik eigenlijk meer moeten doen. Daar zit denk ik mijn kracht. Ik hou van humor en ironie. Dat is waarom ik altijd probeer de lichtheid te zoeken in personages. Dat zijn altijd mensen die niet willen zijn waar ze zijn. Als er een afscheid is, wil ik niet dat het een afscheidsscène wordt. Ik speel ertegenin. Die tegenkleur heeft humor ook. Tragisch wordt tragikomisch.

„Als je ironie gebruikt om buiten het probleem te staan, dan is het niks. Maar de wisseling tussen overgave en ironie, er helemaal in en dan weer een stap terug: dat is voor mij toneelspelen. Helemaal de fictie in en dan weer gewoon als Ilke een zin zeggen. Daar zoek ik de comedy in.”

Is wat je zelf schrijft komisch?

„Alles wat ik schrijf is met lachen. Mijn personages zijn tragisch onhandig, nee, totaal onhandig. Vanuit een liefdevolle bedoeling.”

Hanna zei: Ivo [van Hove, die na dit interview zijn vertrek als artistiek directeur bij ITA bekendmaakte, red.] zou gek zijn als hij Ilke niet de kans geeft om zelf iets te maken binnen het ensemble.

„Ik denk niet dat dat gebeurt. Ik zou het zelf willen schrijven en we doen hier voornamelijk repertoire of boekbewerkingen, vooralsnog weinig nieuw geschreven teksten. ITA voelt ook een beetje als het Rijksmuseum en zelf ben ik misschien meer het Stedelijk. Maar ik heb wel fantasieën over iets maken voor de grote zaal, en bij ITA werken wel ongelooflijk goede mensen.”

Hoe komt het dat ook je broer Joep en je zusje Eefje acteur werden?

„Mijn ouders zijn het graag oneens over van wie het komt. Maar ik denk van mijn moeder. Mijn moeder heeft veel fantasie, ziet alles voor zich. In andere tijden was zij een kunstopleiding gaan doen.

„Je moet je voorstellen dat hun leven zich afspeelt in één gebouw. De ene kant is voor mijn vader, hij is kapper. De andere ruimte is van mijn moeder. Zij is steeds wat anders. Schoonheidsspecialist, bloemist. Nu heeft ze een concept store. Nee, zeg geen boetiek. Dan wordt ze boos. De store is duurzaam en ecologisch, met natuurlijke producten.”

En heb jij je broer en zus aangestoken?

„Ik vind van wel. Daar krijgen we altijd ruzie over. We waren een echt middenstandsgezin, dat niet aan kunst en cultuur deed. Maar ik zat op het koor, geleid door Herma van Piekeren, die bijna in haar eentje de culturele sector in Noordwijk bestiert. Zij maakte ook theater en dan deed ik mee. En ik merkte: ‘O, dit is veel leuker dan op schaatsen zitten’.”

Toen ik Ivo van Hove volgde bij zijn regie van ‘Age of Rage’ zei je dat je het waardeert als een regisseur je betrekt bij het concept.

„Het is stimulerend als je je eigen denken kan meenemen en je niet inwisselbaar bent als acteur. Als ik moet spelen in iemand anders zijn kleurplaat, dan denk ik wel eens: weg met je stomme lijntjes. Ik wil mijn eigen kleurplaat tekenen.”

Wat maakt acteren aantrekkelijk?

„Goede jazzmuzikanten kunnen alle kanten op met hun instrument. Dat is bij acteren ook lekker: alle registers langs, fysiek en emotioneel, het ventiel open zetten. Meer mensen zouden dat moeten doen. Binnen een kader even schreeuwen, boos worden, huilen. Het klinkt als therapie, maar voor mij is het een ritueel en louterend.”

Ook als je zoals nu een moordenares speelt?

„Iemand overmeesteren is emotie. Zoals kinderen hebben in een driftbui, als ze iets absoluut willen hebben en in de supermarkt met hun hoofd op de vloer slaan. Ik wou dat ik dat nog kon.”

Met je hoofd op de vloer slaan?

„Ja toch? Ik zou graag huilen en krijsen om een ijsje. Maar als volwassenen tomen we onszelf in. Terwijl ik dolgraag die Calippo wil!”

Ze zijn ook lekker.

„Superlekker! Bestaan ze nog? Dan ga ik zo meteen hier met mijn hoofd op straat bonken.”

Penthesilea, door Internationaal Theater Amsterdam. Regie: Eline Arbo. Te zien in ITA in Holland Festival van 15 t/m 23 juni (première 18 juni). Latere voorstellingen: 24 aug t/m 2 sept. Info: ita.nl