‘Ik kijk nog steeds niet normaal naar spaghetti’

‘Ik moet een jaar of zes zijn geweest toen ik dit boek voor het eerst las. Dat deed ik samen met mijn moeder, en het heeft bij ons beiden een enorme indruk achtergelaten. Het is een heel vies verhaal, een beetje een gemeen ook.

De Griezels beschrijft hoe meneer en mevrouw Griezel elkaar het leven zuur maken. Hij plakt stukken hout aan haar wandelstok vast, waardoor ze het gevoel heeft dat ze krimpt. Zij doet maden in zijn spaghetti. Ik kan daardoor nog steeds niet normaal naar spaghetti kijken.

Meneer Griezel heeft een enorme baard en er wordt beschreven hoe hij eten achtergelaten in zijn baard weer opeet. Als kind vond ik dat zo vies, ik denk niet dat ik ooit in mijn leven een volle baard ga nemen. Een tijdje wantrouwde ik mannen met baarden, niet geholpen door het feit dat mijn moeder er ook geen liefhebber van was.

De illustraties van Quentin Blake mogen niet ongenoemd blijven. De tekeningen zijn fantastisch en iconisch wat mij betreft.

Roald Dahl heeft een grotere impact op me gehad dan ik van te voren dacht, merk ik bij het teruglezen. Dat zit ’m vooral in de boeken die ik nu graag lees. Een beetje griezelen, een beetje horror, een beetje brutaliteit. De humor mag best op het randje zitten. Privé dan, want in de Donald Duck houden we het wel iets netter en braver. Ik kwam ooit als stagiair bij de Donald Duck en ben er altijd gebleven. Door verhalen te maken en verhalen te vertellen heb ik van mijn hobby mijn beroep kunnen maken.

Nu ben ik veertig en heb ik een dochtertje van 10 maanden. Ik weet niet of ik haar De Griezels volledig zou voorlezen. Mevrouw Griezel wordt als lelijk beschreven omdat ze lelijke gedachten heeft. Dat is niet heel vriendelijk. Ik zou mijn dochter willen uitleggen dat mensen met een minder mooi uiterlijk ook mooie gedachten kunnen hebben.

De Griezels is bij een nieuwe uitgave al eens aangepast: het woord ‘lelijk’ is eruit gehaald. ‘Dik’ is eruit gehaald. Ik kan dat begrijpen. Sommige tradities, zoals bijvoorbeeld Zwarte Piet, kunnen niet meer. Maar ik snap ook dat het voor sommige mensen van vijftig of zestig vermoeiend kan zijn als alles wat voor hen vanzelfsprekend was onder de loep wordt gehouden.

Soms denk ik: nemen we kinderen niet te veel in bescherming? Straks komen kinderen in de wijde wereld en dan blijft het allemaal heftiger en pittiger te zijn dan we ze in kinderverhalen voorstellen. Is het niet ook een beetje leuk en spannend om dingen een beetje eng te vinden? Kinderen kunnen best tegen een stootje.

Ik was wel getekend door dit boek – ook door andere boeken van Dahl, zoals De Heksen. Ging ik bij sommige vrouwen die me aan het boek deden denken kijken of ze vierkante tenen hadden, zoals dat in het boek werd beschreven. Bij het herlezen van De Giezels merkte ik wel dat ik het einde helemaal vergeten was. Blijkbaar maakte dat minder indruk dan hoe naar meneer en mevrouw Griezel tegen elkaar waren.’