‘Ik gooi je scooter in de sloot’, zou de man hebben gezegd, waarna op die zomerse dag, maar liefst zeven jaar geleden, een knokpartij uitbrak

De 34-jarige Meryem A. heeft een rond gezicht met vriendelijke ogen en draagt een mosgroene hijab. Ze staat terecht voor iets wat zeven jaar geleden is gebeurd, op een tuintjespark in Amsterdam-Noord. Het begon ermee dat Meryems zus op een scooter over een paadje reed dat daar niet voor was bedoeld, waarmee ze de toorn van een buurman over zich afriep. Er werd geduwd en gedreigd. „Ik gooi je scooter in de sloot”, zou de buurman hebben gezegd. Aan het einde van die zomerse dag kwamen mensen bij hem verhaal halen, wat uitliep op gewelddadigheden.

De buurman, die een hockeystick vasthield, hield aan het gevecht onder meer een afgebroken tand en hoofdverwondingen over. In een van de eerste verklaringen zei hij dat het groepje bestond uit vier of vijf „Marokkaanse jongens” en Meryem, die ook sloeg en schopte: hij herkende haar als familielid van mensen die vlakbij een huisje op het park bezaten. Eén van die jongens, ook een familielid, kreeg eerder een boete en schadevergoeding opgelegd voor openlijke geweldpleging.

De vraag die vandaag in de rechtbank beantwoord moet worden, is wat Meryem heeft gedaan en of ze een straf moet krijgen.

„Het is allemaal lang geleden”, zegt de rechter. „Wat is uw reactie?”

‘Olifant in de kamer’

De advocaat van Meryem grijpt in. „Mijn cliënt heeft zwangerschapsdementie en -vergiftiging. In stresssituaties heeft ze last van een enorm hoge hartslag. Zou u haar concrete vragen willen stellen?”

„Hoe voelt u zich?”, vraagt de rechter.

„Verward”, zegt Meryem zachtjes. „Ik vind het heel erg dat het zo is gegaan, maar ik heb er niks mee te maken.” Haar lezing is dat ze werd gebeld door haar moeder, die op haar driejarige zoontje paste en heel erg was geschrokken van de boze buurman. „Ik hoorde mijn kind op de achtergrond krijsen en toen ben ik naar het park gegaan.”

Wat vindt ze ervan dat ze hier nu zit, vraagt de rechter.

„Het is voor mij heel intensief.” De onrust op het tuinpark is alweer van erg lang geleden, in 2017. „Ik heb inmiddels drie kinderen.” Ze zit in de bijstand en doet de opvoeding alleen.

Er waren verschillende getuigen, maar die hebben uiteenlopende verklaringen afgelegd, die bij latere gesprekken met justitie ook nog eens veranderden. Zo zegt de buurman zelf in het eerste gesprek dat Meryem erbij was en wordt hij daarbij gesteund door zijn partner, maar heef hij het op een ander moment alleen over de jongens.

„Ik zal het maar eerlijk bekennen”, zegt de officier van justitie. „Ik vind dit een lastige zaak en daarom ga ik om vrijspraak vragen.” Het gebeurt niet vaak dat een officier vrijspraak voorstelt – die heeft immers zelf ervoor gekozen om over te gaan tot vervolging. Ze is, mede door de wisselende getuigenverklaringen, „niet overtuigd dat [Meryem] geweld heeft gepleegd”.

Van sommige verklaringen krijgt Meryem een „error in haar hoofd”

„Daar ben ik blij om, want ik wilde ook om vrijspraak gaan vragen”, zegt de advocaat, die na de officier van justitie het woord krijgt. Eerst wil ze nog „de olifant in de kamer benoemen”. Alle jaren die sinds de gebeurtenis verstreken. Uit eerdere zaken weet de advocaat dat het feit dat dit zolang is blijven liggen, niet tot vrijspraak hoeft te leiden, maar ze wil het wel benoemen.

De rol van Meryem is bovendien onduidelijk, zegt ze. Van sommige getuigenverklaringen krijgt ze „een error in haar hoofd”. Zo zegt de buurman in een latere verklaring dat zijn eerste verklaring „redelijk eerlijk” is geweest. „Wat moeten we daarvan vinden? Ik weet niet of de getuigen hebben gelogen, maar ik ga ervan uit dat het niet zo is.”

De rechter knikt. Wil de verdachte nog iets zeggen? Meryem schudt haar hoofd. „Ik klap dicht.” De rechter zegt dat ze voorafgaand aan de zitting eigenlijk naar een veroordeling aan het toeredeneren was, maar dat ze tijdens de zitting van gedachten is veranderd. „Er is te veel ruis op de lijn.” Meryem wordt vrijgesproken. „Deze zaak heeft belachelijk lang op de stapel gelegen”, zegt de rechter. Na de zitting droogt Meryem haar tranen.