Het algoritme van Instagram voert mij een combinatie van afgetrainde sportschoolbewoners en dragqueens die zich op podia achteloos in splits storten of flikflaks doen op hoge hakken, terwijl ík blij ben als ik uit bed opsta zonder te kreunen. Ik ben de leeftijd gelukkig voorbij dat ik mijn eigenwaarde volledig ontleen aan sociale media, maar mijn lichaam piept en kraakt. Een lang lichaam op een te zwak onderstel, een nek en rug getekend door computerwerk en een telefoonverslaving, de stijfste der harken.
Het is niet door mijn Instagramfeed dat ik vind dat er dit jaar iets moet veranderen. Wel de ongemakkelijke stilte die mijn masseur laatst liet vallen toen ik na drie kwartier bij het afrekenen vroeg of hij merkte dat ik niet zo lekker in mijn lichaam zat. „Je zit helemaal vast”, zei hij. Hij voegde eraan toe dat hij mijn lijf makkelijk nog anderhalf, twee uur had kunnen bewerken als een zuurdesembrood. Ik zit verkeerd, ik hang verkeerd, ik sta vast verkeerd en lopen doe ik ongetwijfeld ook niet zoals het hoort. Als er dan ook nog stress bij komt kijken verkramp ik als iemand die al twintig jaar met pensioen zou moeten zijn.
Los van hoe het voelt, weet ik dat het er ook niet bepaald aantrekkelijk uitziet – hoofd niet rechtop, hangende schouders. Mensen met een gezonde, goede lichaamshouding (ik citeer even een lijstje via Harvard: kin parallel aan de grond, schouders gelijk, neutrale ruggengraat, armen langs je lichaam met de ellebogen recht en gelijk, buikspieren aangespannen, heupen gelijk, knieën gelijk en gericht naar voren, lichaamsgewicht gelijkmatig verdeeld over je voeten) worden aantrekkelijker gevonden, zo is gebleken uit meerdere onderzoeken.
Jezelf dat aanleren kost tijd en ik, en vast meer mensen met mij, zoek het liefst naar die ene quick fix. Daar speelt mijn Instagramfeed dan ook weer handig op in: na één filmpje te hebben bekeken van een chiropractor komt er met regelmaat iemand voorbij die iemands rug kraakt als een zak chips. Instant relief, wel een beetje eng. En een luie optie die niets verandert aan een verkeerde lichaamshouding.
Nog zo’n quick fix die ik tegenkwam: botox. Om precies te zijn: traptox – het eerste deel verwijst naar de trapezius, de ruitvormige spier die loopt van de nek- en borstwervels naar het sleutelbeen, de schouder, het schouderdak en de spina scapulae (schouderbladkam). Die ontspannen door er botox in te spuiten zou schouder-en nekklachten moeten verhelpen en je lichaamshouding meteen verbeteren. Het was vorig jaar in beautykringen een hype. Je nek zou er langer van lijken, en traptox werd al snel ‘Barbie botox’ genoemd, naar de perfect geproportioneerde pop.
Dermatoloog Gamze Piskin, die ook cosmetische ingrepen doet, is er bekend mee, maar raadt het af. „Voor je postuur heb je ook je core en je hele rug nodig, dus dit gaat niet veel verbetering opleveren. Je verkleint bovendien je spiermassa, wat niet gezond is én het is kostbaar. Er zijn meerdere behandelingen nodig om die spieren kleiner te maken. En doordat je zoveel botox nodig hebt, kan er theoretisch gezien resistentie voor botox ontstaan – dat is een probleem als je botox een keer echt nodig hebt om medische redenen.” Maar er zijn natuurlijk uitzonderingen, zegt Piskin. „Als iemand door een spasme in de trapezius veel pijn heeft, is het een ander verhaal. En het kan bij hoofdpijn of migraine helpen.”
Laat de noodrem maar eens voor wat die is, heb ik mezelf voorgenomen. 2024 wordt een jaar van iets meer investeren in mijn lichaam. Te beginnen met stretchen, meer en vaker. Via filmpjes en apps, aangeraden door offline mensen. Niet om meteen een split te kunnen, wel om te zorgen dat mensen in ieder geval niet meer lachen bij het idee.