‘Ik ben blij dat ik eindelijk ben begonnen met opereren in Kenia’

Dit ben ik Iedereen heeft verschillende identiteiten. Hoe worden we wie we zijn? Deze week: Marjolein Ronday (58), die oogarts is en deels in Kenia woont.


Foto Dieuwertje Bravenboer

„Mijn man woont een groot deel van de tijd in Kenia. We hebben een huis aan de rand van Nairobi, ik probeer er twee keer per jaar een maand naartoe te gaan. Het liefst zou ik de helft van de tijd daar zijn, maar dat lukt nog niet met mijn werk als oogarts bij een particuliere kliniek in Ede.

„Na de middelbare school heb ik een jaar in Amerika gestudeerd, op een afgelegen college in de bergen van North Carolina. Het had een eigen boerderij, gerund door studenten. Je moest werken voor kost en inwoning. Daar heb ik John leren kennen, een Keniaan die economie studeerde. Zijn familie heeft in Kenia een vastgoedbedrijf.

„De eerste acht à tien jaar hadden we een langeafstandsrelatie. Toen is hij naar Nederland gekomen, twee jaar later zijn we getrouwd. Onze zoon en dochter gingen al mee naar Kenia toen ze zes maanden oud waren. In die tijd probeerden we minimaal één keer per jaar te gaan. Als arts in opleiding had ik werkweken van zeventig uur. John deed thuis alles en bracht de kinderen overal naar toe. Een keer bracht ik op een vrije dag mijn zoon naar school, hij zat in groep drie. Of ik de oppas was, vroeg een meisje uit zijn klas.

„Ik wist dat ik ooit wilde werken in Afrika. Daarom koos ik een specialisatie waar ze daar iets aan zouden hebben. Er was toen in Afrika één oogarts op één miljoen mensen. Het is nu iets beter, maar niet veel. John werkte bij het Tropeninstituut en later bij het UWV. Hij is niet zo carrièregericht, het liefst maakt hij de hele dag muziek. Hij speelt gitaar en zingt. Ons huis in Kenia heeft een muziekstudio in de kelder.

„Het is fijn om in Kenia een soort tweede thuis te hebben. Het is een prettig land. Mensen nemen de tijd voor elkaar. Stel, je staat op het punt om weg te gaan en er komt iemand langs. Dan kun je niet zeggen: sorry, ik moet weg. Diegene krijgt wat te eten en te drinken. Dan kom je te laat op je afspraak, maar dat vindt niemand erg. Je hoeft dus nooit haast te hebben. Ik denk altijd: dat neem ik mee naar Nederland. Maar dat lukt nooit. Spontaan bij mensen langsgaan werkt hier gewoon niet. Je gaat toch weer afspreken.

Ik wist dat ik ooit wilde werken in Afrika. Daarom koos ik een specialisatie waar ze daar iets aan zouden hebben

Paardrijden tussen de zebra’s

Soms gaan we in Kenia op vakantie. Je hoeft niet naar een nationaal park, er is veel meer mooie natuur. We hebben een keer gelogeerd bij iemand waar je kon paardrijden tussen de zebra’s. En op een glamping bij een reservaat met olifanten in het bos, een waterval waar je kon zwemmen. Omdat het beter gaat met Kenia, zijn er veel meer Keniaanse toeristen dan eerst. Toen ik er net kwam was een safari nog echt voor rijke buitenlanders.

„Mijn man en ik hebben een stichting waarmee we zonnelampen geven aan drie scholen op het Keniaanse platteland, zodat leerlingen van groep 7 en 8 thuis huiswerk kunnen maken. Na Covid schafte de overheid de schoollunch af, dat was te duur. Van thuis kregen leerlingen ook geen eten mee. We hebben daarom ook een lunchprogramma opgezet. Daarin krijgen de leerlingen mais en bonen.

„Ik ken in Kenia een verpleegkundige, Mike, die is opgeleid om zelfstandig staaroperaties uit te voeren. Hij werkt in een klein ziekenhuis op het platteland. Afgelopen januari ben ik daar staaroperaties gaan doen, samen met een Nederlandse vriendin die ook oogarts is. Voor een staaroperatie moeten Kenianen een klein bedrag betalen, wat niet iedereen heeft. Ze wachten tot ze echt niet meer kunnen zien, dan worden ze gratis geholpen. Eén oog doen ze dan, dat moet genoeg zijn. Het aantal oogpatiënten neemt sterk toe, je kunt eindeloos veel mensen helpen. En je geeft hun dus vaak echt het zicht terug.

„In het ziekenhuis waren ze blij met ons bezoek. Wij leerden hun onze techniek, zij leerden ons hun techniek. Zij maken een sneetje en wippen de lens eruit. Vroeger deden wij dat ook, nu bijna niet meer, alleen nog als een lens te hard is. Wij maken een kleiner sneetje en vergruizen de lens in het oog. Een vergruizer is een duur apparaat. Ik heb een lightversie gekocht met herbruikbare slangen, een Zwitsers bedrijf maakt die speciaal voor Afrika. Een goed apparaat, hoor. Beetje simpel, maar prima. Mike vond het leuk om ermee te leren werken. Eerder had ik al een tweedehands microscoop opgestuurd, en dozen vol afgedankte instrumentjes en apparatuur.

Foto Dieuwertje Bravenboer

„In Nederland moet ik na iedere operatie een nieuwe jas aan, van een plastic-achtig wegwerpspul. In Kenia zijn de jas en het mutsje van de dokter van katoen. Zij doen dat gewoon beter, en ze hebben niet méér infecties. Ook zijn ze superinventief. De tweedehands microscoop brandde door tijdens een operatie, ineens kwam er rook uit. Een technicus van het ziekenhuis heeft er vijf uur aan gesleuteld, toen deed hij het weer. Met weinig middelen helpen ze heel veel mensen.

„Ik ben blij dat ik eindelijk ben begonnen met opereren in Afrika. Dat wilde ik al heel lang. Soms moet je gewoon beginnen, ook al zijn de omstandigheden niet ideaal. In januari ga ik er weer heen met een paar collega’s. En ik ben geld aan het inzamelen om naast het ziekenhuis een aparte oogkliniek te laten bouwen. Nu deelt oogheelkunde een operatiekamer met de rest van het ziekenhuis. Komt er een keizersnee of botbreuk, dan moeten de staaroperaties wachten.”

Aanmeldingen: [email protected]