Een nieuwe reeks zware aardbevingen was vrijdagavond aanleiding voor IJsland om de noodtoestand uit te roepen: de autoriteiten vrezen dat de aanhoudende bevingen zullen leiden tot een vulkaanuitbarsting op de berg Thorbjörn. Dat meldde het IJslandse nieuwsplatform RUV vrijdag. Ook heeft IJsland uit voorzorg besloten om alle vierduizend inwoners uit de plaats Grindavík, op zo’n vijftig kilometer ten zuidwesten van hoofdstad Reykjavík, te evacueren.
Sinds eind oktober zijn er al meer dan 24.000 aardbevingen geweest op het eiland. Vrijdag vonden er zo’n achthonderd plaats, de zwaarste met een kracht van 5,2. Het IJslandse weerinstituut IMO vreest dat grote hoeveelheden magma zich door de bevingen ondergronds verspreiden, en op korte termijn naar boven kunnen komen.
Omdat de stroom van magma die zich aan het vormen is ook Grindavík zou kunnen bereiken, hebben de autoriteiten besloten de inwoners te evacueren. Als het magma onder een gebied loopt, bestaat de mogelijkheid dat er een lavascheur ontstaat waaruit de lava naar boven komt. De toegenomen seismische activiteit leidde donderdag ook al tot de sluiting van de beroemde warmwaterbron Blue Lagoon.
Dertig actieve vulkanen
Met dertig actieve vulkanen is een vulkaanuitbarsting IJsland niet vreemd: gemiddeld barst er iedere vier tot vijf jaar een vulkaan uit. Maar de afgelopen jaren gebeurde dat vaker. Op het schiereiland Reykjanes, waar Grindavík ligt, zijn sinds 2021 drie vulkaanuitbarstingen geweest. Daarvoor waren de vulkanen op het schiereiland achthonderd jaar inactief.
De laatste grote uitbarsting in IJsland was in april 2010, toen de vulkaan onder de gletsjer Eyjafjallajökull uitbarstte. Door de aswolken die de vulkaan de lucht in spuwde, werden zo’n 100.000 vluchten geschrapt, waardoor wereldwijd tien miljoen reizigers strandden.
Lees ook Vergeleken met de supervulkaan was de zwaarste uitbarsting van dit millennium slechts kinderspel
Victor Klein (58) wordt regelmatig door vreemden op straat aangesproken. Zeker elke maand, schat de 1,40 meter lange voorzitter van de Belangenvereniging van Kleine Mensen (BVKM). „Hé, kleintje”, roepen mensen. Maar ook: „lilliputter”, „smurf” of „dwerg”. De ene term is wat onschuldiger dan de andere, zegt hij, maar het zijn allemaal kwetsende termen.
Klein, die senior beleidsadviseur Wonen is bij de gemeente Haarlemmermeer, werd twee maanden geleden benoemd tot voorzitter van de BVKM. Normaal een functie op de achtergrond, maar deze week voert hij veel overleg, omdat een actuele kwestie tot veel discussie leidt onder de 350 leden van de 51 jaar oude vereniging, waarvan de meesten niet langer dan 1.50 meter zijn.
Aanleiding: het nieuws dat de Spaanse stervoetballer Lamine Yamal tijdens een besloten feest voor zijn achttiende verjaardag mensen met dwerggroei inhuurde voor een optreden. Volgens een twee jaar oude Spaanse wet zijn shows of recreatieve activiteiten verboden waarbij mensen met een beperking worden gebruikt ‘om spot of hoon uit te lokken, die in strijd is met het respect voor de menselijke waardigheid’.
Bezoekers van het feest, onder wie een aantal beroemdheden, zouden hun telefoon niet hebben mogen gebruiken tijdens de feestelijkheden, maar iemand maakte een filmpje van de aankomst van een groepje kleine mensen, die in colonne over een terrein in Olivella lopen, een stadje 50 kilometer buiten Barcelona. Daily mail zette het filmpje van de ‘party dwarves,’ zoals de Britse krant het noemt, op X.
Niet zozeer de eventuele wetsovertreding leidt tot ophef – het Spaanse OM doet daar nu onderzoek naar – maar het feit dat Yamal kennelijk niet aanvoelde dat het „onacceptabel is om in de 21ste eeuw mensen met dwerggroei te gebruiken voor vermaak op privéfeesten”, zoals Carolina Puente, voorzitter van de Spaanse belangenorganisatie Asociación ADEE zei, „zeker als daar publieke figuren als Yamal bij betrokken zijn”. Puente sprak van een „vernederende en discriminerende daad” en beloofde „actie via juridische en sociale kanalen”.
Mensen tikken op mijn hoofd: hé kleintje, ga terug naar je circus
Die reactie werd op de Catalaanse radiozender RAC1 weer veroordeeld door iemand met dwerggroei die zei dat hij op het feest van Yamal was. Hij snapte alle ophef niet. „We doen deze job omdat we dit willen. Wij kiezen hier zélf voor, niemand dwingt ons ertoe. Als we van onze klant ook maar één signaal van gebrek aan respect ervaren, stopt de show meteen. Maar tot nu toe maakten we dat nog nooit mee.” De man zei dat ADEE zijn werk bemoeilijkt.
Yamal heeft nog niet gereageerd op alle ophef. Wel zei hij woensdag bij een bijeenkomst ter ere van zijn contractverlenging, dat hij „ongevoelig” is voor lof en kritiek die niet van zijn familie of vrienden komt. „Ik werk voor Barcelona, ik speel voor Barcelona, maar als ik niet op het trainingsveld sta, geniet ik van het leven”, zei hij.
Wat dacht u toen u hoorde van de gebeurtenissen op het feest?
„Ik dacht: jammer dat dit nog steeds gebeurt. Op zich is er niets mis mee als kleine mensen entertainen. Zelfs niet, denk ik, als bijvoorbeeld een kleine cabaretier grappen maakt over zijn lengte. Maar als je daarvoor wordt ingehuurd, voelt het anders. Dat kan stereotypering in de hand werken.”
Heeft de ophef ook een positieve kant?
„Ja, want hoewel er steeds meer aandacht is voor stigmatisering van mensen met een handicap, worden kleine mensen vaak over het hoofd gezien – no pun intended. Het is een beetje dubbel, want veel kleine mensen zitten er niet op te wachten dat de schijnwerper op hen gericht wordt, maar ze ervaren wel degelijk vormen van stigmatisering.”
U noemde schelden als voorbeeld, maar gaat het ook verder dan dat?
„Mensen proberen me stiekem te filmen, of vragen of ze met me op de foto mogen. Ze tikken op mijn hoofd: ‘hé, kleintje, ga terug naar je circus’. Eén keer vroeg iemand: ‘Mag ik je wegslingeren?’, verwijzend naar een oude attractie waarbij mensen met dwerggroei door de lucht werden geworpen. Ik heb een zoon en dochter met dezelfde groeistoornis. Als we met z’n drieën over straat lopen blijven mensen staan om ons goed te bekijken. ‘Wat zijn jullie mooie mensen’, zei iemand onlangs. Wat moet ik daarmee? Ik begrijp dat alles wat van het gemiddelde afwijkt de aandacht trekt, maar fijn is het niet.”
Victor Klein: „Op zich is er niets mis mee als kleine mensen entertainen.” Foto Bram Petraeus
Wat zegt u in zo’n geval?
„Dat hangt van mijn stemming af. In een goede bui reageer ik met een kwinkslag: maak gewoon een foto van je vriendin, joh. Maar soms sta ik met een mond vol tanden. Zo trad ik een keer met een paar collega’s op tijdens een bedrijfsfeest van mijn oude werkgever. Mensen van gemiddelde lengte, met wie ik showdance deed. Dat optreden was hen bijgebleven, maar niet zoals ik had gehoopt. Een half jaar later werd ik gebeld. ‘We geven een carnavalsfeest met een act: vader Abraham en de smurfen. Wil je meedoen?’”
Au.
„Ja, dat was pijnlijk. Ik was te verbouwereerd om ad rem te kunnen reageren. Ik heb vriendelijk bedankt.”
Hoe denken leden van uw vereniging over wat er op het feest van Yamal is gebeurd?
„Heel verschillend, wat begrijpelijk is. Sommige leden vinden dat je als klein mens werkzaam mag zijn in de entertainmentindustrie. ‘Ik verdien er mijn brood mee’, zeggen ze. ‘Wie ben jij om te bepalen hoe ik mijn leven leid?’ Ik zeg dan dat ik dat helemaal niet wíl bepalen, maar dat het om bewustwording gaat: hun handelen heeft impact op de behandeling van andere kleine mensen.
„Het heeft met zelfrespect te maken. Als kleine mensen gecast worden op basis van hun professionaliteit, is dat iets om trots op te zijn. Maar als ze gecast worden vanwege hun lengte – en zoiets voel je donders goed aan – dan vind ik dat problematisch. In die zin vind ik acteur Peter Dinklage, bekend van onder meer Game of Thrones, een goed voorbeeld. Hij weigerde op een gegeven moment om rollen te spelen waarin hij werd gecast vanwege zijn lengte. ‘Ik ben een goede acteur die inhoudelijke rollen kan spelen’, zei hij. Daarmee dwong hij veel respect af.”
‘Sommige leden vinden dat je als klein mens werkzaam mag zijn in de entertainmentindustrie’
De kleine man die op het Spaanse radiostation geïnterviewd werd, zei: „We zijn geen kermisapen en zullen nooit onze grenzen overschrijden”.
„Dit is een hele lastige. Ik wil mensen niet het brood uit de mond stoten, maar vind het wel belangrijk dat kleine mensen die in de entertainmentindustrie werken, en hun opdrachtgevers, er bewust van zijn dat dit verhaal twee kanten heeft. Als je een dikke huid hebt, en het daarom normaal vindt dat er om je gelachen wordt vanwege je lengte, dan zal je het nooit als een last ervaren. Maar dat wil nog niet zeggen dat het normaal is, en dat andere kleine mensen daar geen last van hebben, omdat het tot stigmatisering leidt.”
Krijgen kleine mensen minder kansen dan lange mensen, of mensen met een gemiddelde lengte?
„Ja. Soms om praktische redenen: je kan niet het wagenpark aanpassen omdat een klein mens graag buschauffeur wil worden. Maar soms ook vanwege vooroordelen. Klein van lichaam is klein van geest, wordt nog steeds gedacht. Ik kreeg ooit na een tweede sollicitatiegesprek te horen: ‘Sorry, maar we zoeken iemand met de brains van Wim Duisenberg [oud-president van De Nederlandsche Bank] en de looks van Sophia Loren.’ En dan ging het ook nog om een bureaufunctie!”
Yamal heeft 36,6 miljoen volgers op Instagram, vooral jongeren kijken tegen hem op. Ligt copycat-gedrag op de loer?
„Zeker. Als Yamal iets normaal vindt, dan vinden zijn fans dat ook. Bekende mensen zijn rolmodellen, ook in de goede zin. Denk aan Roel van Velzen. Ik ken hem niet, maar weet wel dat de aandacht voor zijn lengte verflauwde naarmate duidelijk werd dat hij een goeie muzikant is. Daarom is het belangrijk te laten zien dat je als klein mens meer bent dan je groeistoornis.”
Bent u voorstander van een Nederlands verbod op het inzetten van kleine mensen voor entertainmentdoeleinden?
„Het kan mensen helpen om op te komen voor hun waardigheid, wat niet zo makkelijk is, al vraag ik me af wanneer en hoe je overtredingen dan gaat bestraffen. Maar goed, alleen al het gesprek erover kan tot meer bewustwording leiden.”
„HELP ME !!!! a.u.b !!! ik zoek mijn twee kinderen !!!” Op zaterdagochtend 5 juli plaatst Driekus K. een vrolijke foto van zijn twee kinderen en ex-partner („mijn vrouw”) op Facebook. In de begeleidende tekst – één lange zin van bijna 900 woorden– roept hij de Facebook-gemeenschap op te helpen om zijn kinderen te vinden.
De kinderen heeft hij al weken niet gezien omdat de vrouw „weer eens” naar een blijf van mijn lijf huis is gegaan en hem, schrijft hij, „op valse beschuldigingen” heeft laten opsluiten in de gevangenis. Dit in de hoop dat hij jaren vast zou zitten zodat zij met een nieuwe vriend verder kon. Eindhovenaar K. laat zijn mobiele nummer achter voor aanwijzingen over de verblijfplaats van zijn dochter (6) en zoon (7) en schrijft „ik hou van mijn kinderen meer als mijn leven”. Hij sluit het bericht af met „mvg driekus”.
Tien dagen later, in Gouda, vindt Driekus K. zijn kinderen én hun moeder. En voor hun ogen schiet hij haar dood. Daarna slaat de 53-jarige K. op de vlucht. Een klopjacht van de politie leidt die dinsdag naar de Scheveningse duinen waar K. zichzelf van het leven probeert te beroven. Kort na 20 uur wordt hij door de politie zwaargewond in de duinen aangetroffen.
Ongeveer iedere twee weken wordt er in Nederland een vrouw door een (ex-)partner om het leven gebracht, zo blijkt uit de Femicide Monitor van de Universiteit Leiden. Van de 448 vrouwen die van 2014 tot en 2024 werden gedood, kwam 60 procent door femicide om het leven.
Lees ook
Lees ook: Femicide in Nederland: voor deze 25 vrouwen bleek hun relatie een doodvonnis
De moord op de 39-jarige vrouw past dus in een patroon. De moordzaak springt echter extra in het oog vanwege de voorgeschiedenis. De vrouw deed in juni nog aangifte tegen K. wegens mishandeling en vuurwapenbezit. K. zat daarna ruim veertien dagen vast, maar werd op vrije voeten gesteld door de rechtbank. Die vrijlating is extra pijnlijk omdat K. een recidivist blijkt.
We verwachten nu enorm veel van een systeem zonder te weten hoe dat zou moeten worden ingericht
De Eindhovenaar werd in 2009 namelijk tot 13 jaar celstraf veroordeeld wegens een poging tot moord op zijn ex-partner in Boxtel. Uitspraken van de rechtbank Oost-Brabant en het gerechtshof Den Bosch leren dat K. haar chanteerde met seksfilmpjes om te voorkomen dat zij hem zou verlaten. Toen zij alsnog in het najaar van 2008 de relatie beëindigde, kon K. dat niet verkroppen. Enkele weken later wachtte hij haar op bij haar flat. Toen zij daar aankwam schoot hij eerst haar broer in zijn been en vervolgens de vrouw in de kin, nek, borst en hand terwijl hij „jij moet dood, jij moet dood” riep.
De vrouw, die vier dagen voor de moordaanslag aangifte deed van doodsbedreigingen door K. , overleefde de schietpartij ternauwernood. Zij is, zo leert de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, „lichamelijk blijvend getekend” door de moordpoging van K. – die door de rechtbank als „koel en berekenend” wordt omschreven.
Vuurwapenbezit
Recent stond Driekus K. weer twee keer voor diezelfde rechtbank. Zijn later in Gouda vermoorde ex deed namelijk begin juni aangifte tegen hem wegens mishandeling en vuurwapenbezit, bevestigt een woordvoerder van het OM Oost-Brabant.
K. werd vervolgens aangehouden en vastgezet. Na enkele dagen verlengde de rechter-commissaris zijn voorarrest met veertien dagen vanwege vuurwapenbezit – voor mishandeling was onvoldoende bewijs.
Daarna moest de raadkamer zich buigen over de vraag of K.’s voorlopige hechtenis met maximaal negentig dagen zou worden verlengd. Hoewel het OM vanwege het besloten karakter van de zitting het niet kan bevestigen, is het aannemelijk dat daarbij ook K.’s eerdere moordpoging ter sprake is gebracht.
We hebben het hier nu heel veel over op de rechtbank. Hoe vreselijk dit is en dat het zo is gelopen
De driekoppige raadkamer van de rechtbank Oost-Brabant hield K. evenwel niet langer vast. Persrechter Annelien Palmboom noemt het „afschuwelijk” wat er daarna is gebeurd. „We hebben het hier nu heel veel over op de rechtbank. Hoe vreselijk dit is en dat het zo is gelopen.”
Palmboom was niet betrokken bij de beslissing om K. vrij te laten. Ze licht toe dat het wettelijke basisprincipe is dat een verdachte de berechting in vrijheid afwacht. Dat geldt te meer voor verdachten van delicten die doorgaans relatief laag bestraft worden. Het uitgangspunt bij verboden vuurwapenbezit is een celstraf van vier maanden.
Voorlopige hechtenis kan alleen worden verlengd als voldoende aannemelijk is de verdachte het delict heeft gepleegd en er ook sprake is van zware wettelijke gronden zoals vluchtgevaar of een – door het gepleegde delict– geschokte samenleving. Ook recidiverisico, zoals zich bij K. dinsdag manifesteerde, geldt als wettelijke grond.
Femicide Monitor
Marieke Liem, hoogleraar Veiligheid en Interventies aan de Universiteit Leiden, wil zich zonder de kennis van het hele dossier niet uitlaten over de vraag wat er bij de zaak anders had gekund. Liem zit achter de onlangs gestarte Femicide Monitor waarmee data verzameld worden over onder welke omstandigheden partnermoord plaatsvindt. Zelfmoord door de dader bijvoorbeeld, vindt in 17 procent van de gevallen plaats.
Lees ook
Leer de ‘rode vlaggen’ van femicide herkennen
Liem ziet dat de afgelopen jaren de bewustwording rond femicide flink is vergroot. Maar tegelijkertijd is er een „enorm versnipperd landschap” met talloze hulpverleners, vrouwenorganisaties, overheidsinstanties en partijen uit de strafrechtketen die allemaal een rol hebben bij de aanpak van femicide. Met onderzoek naar individuele partnermoorden hoopt zij de komende jaren „beter zicht op dat landschap krijgen met de hoop dat vervolgens iets valt te zeggen over geslaagde en gemiste interventies bij femicide.”
De hoogleraar merkt dat er bij de femicide-kwesties soms snel met de vinger wordt gewezen, terwijl de kennis over waar het fout gaat stokt. Liem: „We verwachten nu enorm veel van een systeem zonder te weten hoe dat zou moeten worden ingericht.”
Praten over zelfdoding kan 24/7 anoniem en gratis via 0800-0113, de landelijke hulplijn van 113 Zelfmoordpreventie, of via chat op www.113.nl.
En weer verdwijnt (deels) een cruciale pijler voor de verduurzaming van Nederland. Demissionair minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei (VVD) heeft niet langer het streven om in 2040 50 gigawatt (GW) op te wekken met windparken op zee. In een brief aan de Tweede Kamer van woensdag noemde ze de ambitie „ niet realistisch” en „niet noodzakelijk”. Doordat de industrie langzamer vergroent dan gepland, is de verwachting dat fabrieken langer draaien op fossiele brandstoffen en in 2040 de vraag naar duurzame energie vanuit de industrie lager zal zijn dan wat de bedoeling was. 30 à 40 GW in 2040 is „nu het meest realistisch om op in te zetten”, schrijft ze.
In 2022 kwam haar voorganger, Rob Jetten, met het ambitieuze plan om in 2030 voor 21 gigawatt aan windparken op de Noordzee te hebben staan (ter vergelijking: nu is er zo’n 4,7 gigawatt gerealiseerd). In 2040 moest dat 50 GW zijn en in 2050 zo’n 70 GW.
Die ambitie van Jetten werd een van de belangrijkste pijlers van de verduurzaming van de Nederlandse industrie. Want een groot deel van de opgewekte windenergie zou bijvoorbeeld gebruikt worden voor het produceren van groene waterstof. Met groene waterstof kunnen raffinaderijen of staalfabrieken en zwaar transport vergroenen. Maar ook Jetten wist destijds al niet zeker hoe haalbaar zijn planning nu eigenlijk echt was.
Drie jaar later geeft Hermans daar dus wel duidelijkheid over, dat het doel voor 2040 in ieder geval onhaalbaar is. „Enerzijds zijn de kosten voor de aanleg van windparken gestegen, onder andere door hogere prijzen voor materialen”, schrijft ze. „Anderzijds blijft de elektrificatie van onder andere de industrie achter ten opzichte van eerdere verwachtingen, wat leidt tot onzekerheid over de toekomstige vraag naar duurzame elektriciteit.”
Staatssteun
Dat de vraag naar duurzame energie vanuit de industrie onzeker is, komt mede doordat onderhandelingen met grote uitstoters als Tata Steel en Shell over staatssteun bij vergroening zijn mislukt. Het plan was dat als grote vervuilers met grote verduurzamingsplannen zouden komen, zij staatssteun zouden krijgen. Maar die zogenoemde maatwerkgesprekken liepen bij vrijwel de meeste grote uitstoters op niets uit. Daarom besloot Hermans hier eerder deze maand mee te stoppen. Tegelijkertijd besloot ze ook de CO2-heffing te schrappen. Die heffing had het gebruik van fossiele brandstoffen voor grote bedrijven steeds duurder moeten maken, en zo de vraag naar duurzame stroom moeten stimuleren. Twee andere belangrijke pijlers voor de vergroening van Nederland die deze maand in rook opgingen.
Tennet is positief over het „realisme” van minister Hermans
Nog een reden waarom Hermans minder windparken wil realiseren op zee: het optimisme over de waterstofeconomie is (in Europa) aan het verdwijnen. De hoge kosten van groene waterstof en de beperkte infrastructuur houden veel bedrijven tegen om te investeren in waterstoffabrieken. Eerder deze week maakte autofabrikant Stellantis (onder meer van Opel, Peugeot en Fiat) bekend voorlopig te stoppen met zijn ontwikkelingen binnen de waterstoftechnologie. De tegenvallende waterstofmarkt maakt de waterstofproductie met windenergie van de Noordzee „minder urgent”, valt te lezen in de brief van Hermans.
Het doel 70 GW in 2050 blijft voorlopig nog wel overeind. Maar de vraag is wel hoe haalbaar dat nog is. Het plan voor 2030 gaat nog door zoals gepland.
Kip-ei
Met dat laatste is de beheerder van het hoogspanningsnet, Tennet, in ieder geval blij. „Voor 2030 zijn we al volop bezig met het bouwen van stations voor windparken en aanleg van kabels voor de aansluiting op het hoogspanningsnet, bijvoorbeeld op de Maasvlakte en in het Sloegebied bij Borssele”, zegt een Tennet-woordvoerder. Hij is ook positief over het „realisme” van de nieuwe ambities. „Nu gaat de minister uit van 30 GW, maar de komende jaren kan worden opgeschaald tot 40GW als de vraag toch hoger blijkt te worden.” Dat is beter dan eerst vele miljarden investeren in de bouw van onderdelen en aansluitingen, die achteraf toch niet inzetbaar blijken te zijn als de vraag tegenvalt.
Met een groter aanbod van duurzame energie daalt de elektriciteitsprijs, waardoor bedrijven hier in Nederland kunnen investeren in elektrificatie
Vanuit de industrie wordt slecht gereageerd op het verlagen van de ambities. „We moeten de beschikbaarheid van duurzame energie – zoals windenergie – juist vergroten”, zegt een woordvoerder van de VNO-NCW, de grootste ondernemersorganisatie van Nederland. „Met een groter aanbod van duurzame energie daalt de elektriciteitsprijs, waardoor bedrijven hier in Nederland kunnen investeren in elektrificatie. Daarnaast vergroot meer windenergie onze energieonafhankelijkheid in geopolitiek onrustige tijden.”
Volgens de Tennet-woorvoerder gaat het hier, net als bij zoveel projecten in de energietransitie, om een kip-eiprobleem. „De industrie wil een groter aanbod, zodat duurzame energie aantrekkelijker wordt om af te nemen. Maar we zien ook dat windparkontwikkelaars moeite hebben met het verkopen van stroom, dus die bedrijven zullen ook niet zo snel meer infrastructuur gaan bouwen als de vraag naar elektriciteit niet toeneemt.” Een woordvoerder van Eneco beaamt dat. De achterblijvende vraag „zorgt er voor dat de investeringsrisico’s om offshore windparken te realiseren toenemen.”
Jan Vos, voorzitter van de Nederlandse branchevereniging voor windenergie NedZero, zegt dat de politiek te weinig heeft gedaan om de energievraag van de industrie te verduurzamen. „De CO2 heffing is verdwenen, de maatwerkgesprekken liepen op vrijwel niets uit. Daarnaast zijn belemmeringen voor de industrie om te verduurzamen niet weggenomen, zoals hoge energiekosten en de propvolle elektriciteitsnetten die alle duurzame energie niet kunnen transporten. Hermans heeft nog wel haar vinger in de dijk gestoken, maar het kabinet heeft niet gegeregeed. Dat de windenergie ambities nu moeten worden teruggeschroefd, is het gevolg.”