Humor, schoonheid en vernieuwing: balletvernieuwer William Forsythe biedt het allemaal

Recensie Theater

Holland Festival In ‘Forsythe’ bundelt Het Nationale Ballet drie ijzersterke choreografieën van balletvernieuwer William Forsythe. Kenners kunnen speuren naar citaten uit de ballethistorie, maar ook zonder voorkennis is de voorstelling een genot.

Dansers Emma Mardegan, Khayla Fitzpatrick, Kira Hilli, Nina Tonoli, Anna Ol in het ballet ‘Vertiginous Thrill of Exactitude’.
Dansers Emma Mardegan, Khayla Fitzpatrick, Kira Hilli, Nina Tonoli, Anna Ol in het ballet ‘Vertiginous Thrill of Exactitude’. Foto Altin Kaftira

Noem het gerust een liefdesverklaring aan ballet, aan balletdansers, aan de geschiedenis, de praktijk en de techniek van het ballet.

In 2016 keerde balletvernieuwer William Forsythe (73) – zeventien jaar na zijn laatste choreografie in het klassieke idioom – met Blake Works 1 terug naar zijn eerste liefde, de klassieke dans. Die gaf hij een enorme impuls met een deconstructivistische verversing van het klassieke arsenaal met combinaties, passen en poses waaraan de meeste jongere choreografen nog steeds niet kunnen tippen.

Blake Works 1, genoemd naar singer-songwriter James Blake, wordt nu voor het eerst uitgevoerd door Het Nationale Ballet. Forsythe gebruikte zeven liedjes van de Brit voor een choreografie die, zoals vaker in zijn werk, wemelt van de verwijzingen naar de grote klassiekers en het neoklassieke repertoire van George Balanchine. Dat begint al meteen, met het 22-koppige ensemble in een opstelling die, door de bleekblauwe kostuums en het strijklicht, onvermijdelijk aan de opening van Balanchines beroemde Serenade (1934) doet denken. Het was het eerste ballet dat de Rus na zijn overkomst naar de Verenigde Staten creëerde voor Amerikaanse dansstudenten. Zij waren misschien wel net zo ongevormd als Forsythe toen hij op zijn achttiende, rijkelijk laat dus en doortrokken van de Amerikaanse popcultuur, voor het eerst een balletstudio in stapte.

Citaten en verwijzingen

Die jonge Forsythe lijkt in het ballet te worden belichaamd door de kwikzilverige Joey Massarelli, die onbevangen manoeuvreert tussen collegae die met royale vegen van de arm, staccato pasjes op de plaats en andere poses herinneringen oproepen aan het grote corps de ballet uit negentiende-eeuwse werken. Twee speelse vrouwen lijken Balanchines Apollo te citeren, en als een danser zich op de vloer over haar uitgestrekte been vlijt, ligt daar onmiskenbaar een zwaan.

Analoog aan Blakes songs varieert Forsythe met tempi en sferen, in een vloeiende afwisseling van aftastende duetten en bijna perfect synchrone ensembles met veel staccato bewegingen. Het laatste deel wordt, veelzeggend, gedanst op het lied ‘f.o.r.e.v.e.r’. Terwijl het ensemble zich weer in startpositie opstelt, eindigt Blake met een ontroerend zinnetje: „I noticed how wonderful you are.”

Dansers Emma Mardegan, Victor Caixeta en Anna Ol in het ballet Vertiginous Thrill of Exactitude.
Foto Altin Kaftira

Voltreffer

Blake Works 1 vormt het slotstuk van een avond die ook al opent met een duizelingwekkende voltreffer, The Vertiginous Thrill of Exactitude (1996, op het ‘Allegro vivace’ uit Schuberts Symfonie Nr. 9).

Voor de acht betrokken dansers zal het een sensationeel werk zijn om uit te voeren: razendsnel spitzenwerk, wisselende richtingen, extreme beweeglijkheid van tors en schouders, lijnen die tot het oneindige worden opgerekt en soms bruut afgebroken, sprongen en sprongetjes die uiterste precisie vereisen. Maar ook het publiek ligt na elf minuten hijgend in de touwen – overdonderd door de rijkdom van het passenmateriaal dat in turbosnelheid voorbij trekt, doorspekt met humor en plezier. Alleen die groene schoteltutu’s van de zes vrouwen al!

En dan moet Pas/Parts (1999) nog komen, in wezen ook een liefdesverklaring, op een compositie van Forsythes semi-vaste componist Thom Willems met ijle fluittonen, elektronisch bewerkte stemmetjes, industriële herrie en een lekkere chachacha als sluitstuk. Anna Tsygankova, een nietig figuurtje in de grote, lichtgrijze ‘doos’ op het toneel, opent het bal en stuurt haar ledematen bedachtzaam door poses. Daarna is de beer Forsythe los en bestormen twee, drie, tien, uiteindelijk zestien dansers de ruimte. Alles is klassiek (ook hier citaten), maar meestal vervormd, uit het lood getrokken, losgekoppeld en opnieuw geassembleerd tot een abstracte compositie van lijnen, kleuren en volumes.

De avond wordt over de hele linie goed gedanst, met naast Massarelli en Tsygankova speciale vermelding voor Victor Caixeta, Timothy van Poucke, Kira Hilli, Floor Eimers, Edo Wijnen, Young Gyu Choi, en Jingjing Mao. Piepkleine kanttekening: misschien zou één ballet op de slappe schoen een mooie, extra afwisseling bieden.