Hulpverleners over strafbaarstelling hulp bij illegaliteit: ‘Ons werk gaat door, desnoods ondergronds’

Zorgvuldig spoelt Maryam (82) haar zilveren theepotje om. Ze komt uit Marokko, woont al vijftien jaar in Nederland en daarvan pas een week in de opvang voor mensen zonder papieren. De afgelopen jaren werkte ze bij een oudere vrouw in huis, als huishoudhulp en verzorgster. Toen Maryam daarvoor vanuit Marokko naar Nederland verhuisde, heeft ze nooit stilgestaan bij ‘papieren’. Recent overleed de vrouw. Maryam kwam op straat te staan.

De Tussenvoorziening in Utrecht biedt mensen zonder papieren, zoals Maryam, onderdak en helpt hen met de zorg die ze nodig hebben. Maryam – roze slippers, bloemetjesjurk – wijst naar haar rechterborst. Kanker. De borst is geamputeerd, ze krijgt nog bestraling en medicijnen. Wat als dat niet meer zou kunnen? Ze trekt een wenkbrauw op. „Dan zou ik het niet redden.”

Begin deze maand stemde een nipte meerderheid in de Tweede Kamer voor een PVV-voorstel om illegaal verblijf strafbaar te stellen, evenals ‘hulp’ daarbij. Als het voorstel inderdaad wordt doorgevoerd – de Eerste Kamer stemt er nog over – betekent dit dat de opvang en zorg voor Maryam niet meer zeker zijn. Want, zegt coördinator van de opvanglocatie Luuk Haagen, „daarmee verliest onze opvang haar bestaansrecht. We kunnen geen werk verrichten dat in de basis illegaal is.”

Een bewoner in de gedeelde woonkamer van de Tussenvoorziening in Utrecht. Foto Bram Petraeus

In de Tweede Kamer bestaat eigenlijk geen meerderheid voor het criminaliseren van mensen zonder papieren. Toch kon het amendement, dat onderdeel is geworden van de ‘asielnoodmaatregelenwet’, met 72 stemmen worden aangenomen vanwege blunders rond het ‘pairing’-systeem. Het was afwezige parlementariërs die tégen het PVV-voorstel waren niet gelukt hun stem weg te strepen tegen die van een voorstander.

Zeker zestig maatschappelijke organisaties, van Vluchtelingenwerk tot het Leger des Heils, spraken zich uit tegen het criminaliseren van (hulp aan) mensen zonder verblijfspapieren. De politie vreest voor stigmatisering van mensen zonder papieren, maatschappelijke onrust bij daadwerkelijke invoering van het amendement en de criminalisering van eigen agenten die hulp geven aan mensen uit deze groep. Gemeenteambtenaren worden volgens de VNG in een onmogelijke positie gebracht omdat de overheid enerzijds verplicht is basishulp te verlenen aan ongedocumenteerde mensen, en deze hulp anderzijds gecriminaliseerd dreigt te worden.

Coalitiepartij NSC en oppositiepartij SGP drongen bij demissionair minister David van Weel (Justitie/Asiel, VVD) aan op toezeggingen over het ontzien van hulpverleners. Die kon hij niet geven. Het Openbaar Ministerie is immers handhaver van het strafrecht. „De wet is de wet”, zei Van Weel. Maar hij kon zich naar eigen zeggen niet voorstellen dat het vervolgen van vrijwilligers bij de kerk of het Leger des Heils „snel aan de orde is”. Ook het vervolgen van hulpverleners zou volgens hem „geen prioriteit” hebben.

Een Joodse huisarts die nog tijdens WOII heeft gewerkt, heeft mij geleerd: wees beducht op een overheid die het verbiedt voor mensen te zorgen

Marcel Slockers
straatarts

‘Paternalistisch gesus’

„Paternalistisch gesus”, noemt straatarts Marcel Slockers die uitspraak. „Daar hebben wij als artsen helemaal niets aan.” In de jaren tachtig werkte Slockers samen met een inmiddels overleden Joodse huisarts die nog tijdens de Tweede Wereldoorlog had gewerkt. „Hij heeft mij altijd geleerd: wees beducht op een overheid die het verbiedt voor mensen te zorgen.” Hij moet denken aan zijn ongedocumenteerde 85-jarige patiënt die buiten slaapt. „Men hoeft van mij niet te verwachten dat ik hem zijn medicatie niet meer geef. Willen die Kamerleden dat hij dood op straat komt te liggen?”

Ook hoogleraar gezondheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen Brigit Toebes zegt dat de uitspraak van Van Weel weinig waard is. „Op de wet kun je terugvallen, op mondelinge gedoogafspraken minder.” In het debat zegde Van Weel wel toe de Raad van State om een advies over de strafbaarstelling te vragen.

Toebes, zelf voorheen werkzaam bij de Raad, verwacht een negatief oordeel van dat adviserende orgaan. „Dit voorstel is in strijd met mensenrechten en andere bestaande wetgeving. Iedereen, dus ook ongedocumenteerden, heeft volgens allerlei verdragen recht op zorg.” De vraag is hoeveel zo’n negatief oordeel uithaalt. De Raad oordeelde eerder ook al zeer negatief over de asielwetten van voormalig asielminister Marjolein Faber (PVV), die desondanks zonder aanpassingen bij de Tweede Kamer werden ingediend . „Afbrokkeling van onze democratische fundamenten”, vindt Toebes.

Bewoner van de Tussenvoorziening. Foto Bram Petraeus

Of het voorstel nou wel of niet wordt ingevoerd, dat het überhaupt op tafel ligt noemt Toebes een „morele afgrond”. „Ik heb de hoop dat we daarlangs balanceren en uiteindelijk terug naar onze morele uitgangspunten worden gemanoeuvreerd door onze democratische processen. Maar dan moeten we die wel respecteren.”

Jurriaan Penders, arts en voorzitter van artsenfederatie KNMG, noemt het voorstel „moreel onacceptabel” en wijst erop dat het ook indruist tegen internationale mensenrechtenverdragen. „Mensen moeten toegang hebben tot medische zorg, het niet faciliteren daarvan komt neer op een onmenselijke en vernederende behandeling.”

„We maken hiermee gezondheidsverschillen tussen mensen alleen maar groter, zegt Shakib Sana, die werkt als huisarts in Rotterdam. „Terwijl we die juist moeten verkleinen. De politiek is van alles aan het afbreken wat we met elkaar in de afgelopen decennia hebben opgebouwd.”

De artseneed gaat voor ons boven alles

Jurriaan Penders
arts en voorzitter artsenfederatie KNMG

Penders kan zich niet herinneren dat de verontwaardiging onder artsen (straatartsen, huisartsen en psychiaters) eerder zo groot is geweest. Ook artsen die in hun dagelijkse werk niet in aanraking komen met ongedocumenteerde patiënten, ervaren het als „een aantasting van hun beroepsintegriteit”, vertelt Penders. Dat het parlement akkoord is gegaan met het criminaliseren van hulp (met een maximale gevangenisstraf van zes maanden) raakt aan hun artseneed en de beroepsplicht die hieruit voortvloeit, zeggen ook tien artsen uit verschillende disciplines – spoedeisende hulp, huisartsen, kinderartsen, straatartsen, microbiologen, verloskundigen – die NRC sprak.

Artsen komen hiermee dus tussen hun artseneed en de wet te staan. De eed is niet in de wet verankerd, maar wel „enorm gezaghebbend”, zegt Toebes. „Het is een moreel dilemma”, zegt Penders. „Maar de uitkomst is niet ingewikkeld: de eed gaat voor ons boven alles.” Dat zegt ook kinderarts Albertine Baauw. „Ik sta niet achter deze wetgeving, maar wel achter mijn eed. Ik zou zélfs Geert Wilders helpen.”

Bang voor delen adres

De artsen die NRC sprak, zeggen allemaal hun eed te blijven volgen, ongeacht wetgeving. Maar, zeggen zij ook: het criminaliseren van (hulp aan) ongedocumenteerde vreemdelingen is funest voor de vertrouwensband tussen arts en patiënt. Nu al zijn zorgverleners veel bezig met uitleggen dat zij een beroepsgeheim hebben, en dat een patiënt er dus op mag vertrouwen dat hun verblijfsadres niet zal worden doorgegeven aan de autoriteiten.

De gevolgen van die vertrouwensbreuk zijn groot, zegt Lisa Vliegenthart, verloskundige bij Dokters van de Wereld, een organisatie voor ‘medische mensenrechten’ met voornamelijk patiënten zonder papieren. Zij had een patiënt die gynaecologische klachten had maar zich niet bij een dokter durfde te melden, uit angst dat die er melding van zou maken dat ze geen papieren had. Daardoor werd bij haar baarmoederhalskanker te laat geconstateerd. „Drie maanden later was ze dood.”

De gedeelde badkamer van de Tussenvoorziening. Foto Bram Petraeus

Die angst wordt nu alleen maar groter, ziet directeur van Dokters van de Wereld Jasper Kuipers. „Wij hebben spreekuren in allerlei wijkcentra en krijgen sinds de indiening van dit voorstel telkens de vraag: mag ik straks nog naar de dokter?” Een paar dagen na de indiening had hij eindelijk een huisarts gevonden voor een vrouw die al lang zonder zat. „Uiteindelijk durfde ze haar huisadres niet te geven en konden we haar niet inschrijven. Zonder dit voorstel had zij nu gewoon een huisarts gehad.”

Medische zorg mijden of uitstellen heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de patiënt, maar ook voor de samenleving als geheel. Uitgestelde zorg is duurdere zorg, zegt kinderarts Baauw. Pas zag ze nog een vierjarig, ongedocumenteerd meisje op de intensive care, met astma. Haar ouders durfden de voorgeschreven medicatie niet op te halen. „Hadden ze dat wel gedaan, dan was die ic-opname voorkomen geweest.” Los van de kosten zijn er nog de gevolgen voor de volksgezondheid, zegt microbioloog Jan Sinnige. „Infectieziekten heb je nooit alleen. Het is in het belang van de samenleving die bij iedereen te behandelen. Bacteriën kijken niet naar papieren.”

De hulpverleners van de Tussenvoorziening hebben het vertrouwen van de doelgroep wél, zegt coördinator Haagen. De drempel aan te kloppen is bij hen lager dan bij ‘officiële instanties’ zoals de huisarts. „Mensen melden zich hier, wij kunnen ze vervolgens begeleiden naar de benodigde zorg.” Zo heeft hij al meerdere bewoners met kanker naar een arts begeleid. „Het is voor mij ondenkbaar dat zo iemand straks onder een brug moet sterven aan een ziekte die behandelbaar is. En dat de maatschappij dan moet toekijken.”

Luuk Hagen in gesprek met een nieuwe hulpvrager. Foto Bram Petraeus

Bij het aanmeldloket van de Tussenvoorziening (en vier andere maatschappelijke stichtingen voor mensen zonder papieren) melden zich dagelijks mensen op zoek naar hulp. Soms is dat eten, soms een bed (dan komen ze, mits ze aan de criteria voldoen, op de lange wachtlijst van de opvang), en soms medische zorg. Deze donderdag meldt een man uit Noord-Afrika zich. Waar hij vannacht heeft geslapen? Hij lacht beschaamd. „Tegenover het station, net als de nacht daarvoor.” Hij heeft wel kennissen bij wie hij kan aankloppen, maar hij durft en wil niet. Hij heeft al een tijdje last van zijn gebit, maar heeft geen tandarts kunnen vinden voor behandeling. „Ik wil niet dat ze mij zo zien, met een gebit vol uitgevallen tanden.”

Geen woorden, wel tranen

Ons werk gaat hoe dan ook door, zegt Merlijn Verstraeten, teamleider van het aanmeldloket (via Vluchtelingenwerk). „Desnoods ondergronds.” Of het PVV-voorstel haar raakt? Ze heeft geen woorden, wel tranen. „Sorry”, is het enige wat ze zegt.

De opvang bestaat naast de gedeelde slaapkamers op de bovenverdieping uit een kleine woonkamer met twee banken en een tafelvoetbaltafel, een tuintje dat tevens dienst doet als fietsenrek en een keuken – het ‘kloppend hart’ van de opvang, waar volgens Haagen „wel twintig keer per dag” gekookt wordt. Op het aanrecht staat een rijstkoker gevuld met vers gekookte gele rijst.

Er wonen twintig mensen, tien mannen en tien vrouwen in de opvanglocatie. Foto Bram Petraeus

Er wonen twintig mensen, tien mannen en tien vrouwen. Sommigen blijven een paar weken, anderen een paar jaar. Een asielprocedure kan jaren duren, zegt Haagen. Al die tijd is iemand dan ‘ongedocumenteerd’. Dat betekent niet dat diegene geen recht heeft hier te zijn – het duurt gewoon heel lang voordat dat recht wordt toegekend. Bijna tweederde van de mensen die hulp krijgen van deze locatie van de Tussenvoorziening krijgt uiteindelijk een vergunning, stelt de coördinator. „Mensen die roepen dat alle ‘illegalen’ het land uit moeten, hebben dus verkeerde informatie.”

Of ze goed geslapen heeft, vraagt hij aan de 82-jarige Maryam. Ja, zegt ze, alleen een beetje moeite met de trappen. Zodra beneden een bed vrij komt, is dat voor haar, zegt Haagen toe. „Shokran”, antwoordt ze glimlachend, bedankt. Haar blinkende Marokkaanse theepotje zet ze in de hoek van het aanrecht.