Alle 67 inzittenden van het vliegtuig en de militaire helikopter die woensdagavond lokale tijd zijn gecrasht bij de Amerikaanse hoofdstad Washington DC zijn waarschijnlijk overleden. Dat heeft brandweerchef John Donnelly donderdag bekendgemaakt tijdens een persconferentie. „Wij denken niet dat er overlevenden zijn van dit ongeluk. De reddingsoperatie is nu een bergingsoperatie geworden.”
In het vliegtuig van American Airlines zaten zestig passagiers en vier bemanningsleden. Het toestel kwam in botsing met een militaire helikopter waar drie militairen in zaten. Na de crash zijn het vliegtuig en de helikopter in de rivier Potomac gestort. Inmiddels zijn 27 lichamen geborgen van personen die in het vliegtuig zaten. Ook is het lichaam van één inzittende van de helikopter geborgen
Het vliegtuig was aan het dalen om te landen op vliegveld Ronald Reagan Washington National Airport. Dat vliegveld heropent donderdagochtend om 11.00 uur lokale tijd (17.00 uur Nederlandse tijd). Hoe de crash kon gebeuren is nog onduidelijk.
Presentatorduo Jan-Willem Roodbeen en Jeroen Kijk hebben donderdagavond opnieuw de Gouden RadioRing gewonnen met hun programma Jan-Willem Start Op! Het BNNVARA-programma wordt elke maandag- tot vrijdagochtend uitgezonden op Radio 2 en begon in de zomer van 2018. Het programma won dezelfde prijs ook al in 2021.
Radio 2-dj Emmely de Wilt won donderdag de prijs voor „populairste presentator”. Ze presenteert het programma Het Oor Wil Ook Wat van omroep KRO-NCRV. Al drie keer eerder was de 38-jarige genomineerd voor de prijs. Het is het negentiende jaar dat de radioprijs wordt uitgereikt.
De award voor de beste zender ging naar Radio 538 en de „beste podcast was „populairste podcast” was die van Over Mijn Lijk, het programma waarin presentator Tim Hofman jongeren volgt die ongeneeslijk ziek zijn. Hofman stond op het podium met mensen die hij in de podcast heeft gesproken en bedankte ze voor hun openheid: „Ik heb veel van jullie gevraagd. We hebben het over de dood van je kind of je partner of je eigen aanstaande dood. En zij hebben het allemaal, allemaal op tafel gegooid.” Over Mijn Lijk, de podcast, wordt gemaakt door BNNVARA en NPO1.
De door Rwanda gesteunde rebellengroep M23 heeft gezegd op te willen rukken naar Congolese hoofdstad Kinshasa. Dat melden internationale persbureaus donderdagavond. De stad ligt meer dan 1.500 kilometer van de miljoenenstad Goma in het oosten van het land, die deze week door de rebellen veroverd werd.
„We blijven in Goma, en gaan door tot in Kinshasa”, aldus Corneille Nangaa, een van de politieke leiders van M23, tijdens een persconferentie op donderdag. „Als ze ons vragen om ons terug te trekken, dan is mijn antwoord: waarnaar moeten we ons terugtrekken? We gaan nergens heen.”
De Verenigde Naties uitten donderdag al hun bezorgdheid over de opmars van de rebellen richting het zuiden. Inmiddels zouden ze de stad Bukavu naderen, zo’n tweehonderd kilometer ten zuiden van Goma. In die regio vinden volgens persbureau Reuters gevechten plaats met het Congolese leger. Monusco, de VN-vredesmacht in Congo, zegt dat er ook berichten zijn dat Rwandese troepen „in die richting [van Bukavu]” de grens oversteken, aldus een woordvoerder.
Lees ook
De Oost-Congolese stad Goma valt ten prooi aan de rebellen van M23 en Rwanda
Massaal in dienst
De Congolese president Felix Tshisekedi riep jongeren woensdag op om massaal in dienst te gaan, zodat hij ze kan inzetten voor de strijd tegen M23, de Tutsi-rebellengroep die voluit Mouvement du 23 mars heet. De president beloofde „een krachtige en gecoördineerde reactie” om de rebellen terug te dringen.
Het was de eerste keer dat Tshisekedi publiekelijk sprak sinds de inname van Goma. Donderdag had hij een ontmoeting met de Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Noël Barrot, die was afgereisd in een poging te bemiddelen in de strijd in het noordoosten van het land.
Internationale ‘stilte’
Tshisekedi haalde hard uit naar de internationale gemeenschap. Die houdt zich volgens hem afzijdig in het conflict. De internationale „stilte” tegenover de Rwandese „barbaarsheid”, noemde hij woensdagavond in zijn televisietoespraak een „belediging” voor Congo.
Persbureau AFP meldt na een inventarisatie dat bij de gevechten in de afgelopen dagen zeker honderd doden en bijna duizend gewonden zijn gevallen. De humanitaire situatie in het land lijkt almaar te verslechteren. Sinds begin januari zijn volgens de VN al meer dan een half miljoen mensen ontheemd geraakt.
Lees ook
Gedekt door slimme diplomatie kan Rwanda zijn agressieve gang gaan
Ze was jong, mooi, slim en een tikje aristocratisch. Marianne Faithfull werd de personificatie van Swinging London, toen ze in 1964 de hitparade bestormde met de Jagger & Richards-compositie ‘As Tears Go By’. Als de vriendin van Mick Jagger transformeerde ze de Rolling Stones van een hardwerkende bluesrockband tot een decadent cultuurfenomeen dat opereerde in hogere sferen. Als bekeerde junkie werd Faithfull later de Grande Dame van de Britse popmuziek, die de muziek van Brecht & Weill net zo veel recht deed als composities van Beck en Nick Cave. Ze werd 78 jaar, en stierf volgens de BBC in thuisstad Londen, omringd door haar familie.
Marianne Evelyn Gabriel Faithfull werd op 29 december 1946 in de Londense upperclasswijk Hampstead geboren als dochter van Glynn Faithfull, een majoor van de Britse inlichtingendienst, en de Hongaarse barones Eva von Sacher-Masoch. Ze was een achternicht van Leopold von Sacher Masoch, de auteur van de roman Venus im Pelz (1870) en naamgever van het masochisme.
B-kantje werd grote hit
Marianne groeide op in aristocratische sferen en ontsnapte aan haar milieu toen ze als zestienjarige folk-liedjes begon te zingen in koffiehuizen. Op haar negentiende trouwde ze met de kunstkenner John Dunbar, met wie ze zoon Nicholas kreeg. Op een feestje werd ze ontdekt door Rolling Stones-manager Andrew Loog Oldham, die haar inlijfde bij de stal van zijn Immediate-label. Oldham sloot Mick Jagger en Keith Richards op in de keuken om een lied voor haar te schrijven. ‘As Tears Go By’ was bedoeld als B-kantje, maar werd Faithfulls eerste grote hit. ‘This Little Bird’ en haar versie van The Beatles’ ‘Yesterday’ volgden.
Mick Jagger viel voor haar charmes en weekte haar los bij Dunbar, nadat ook Bob Dylan een poging had gedaan de zangeres voor zich te winnen. Faithfull werd opgenomen in de entourage van de Rolling Stones en was aanwezig bij de beruchte politie-inval in de villa van Keith Richards waar drugs werden gevonden. In de sensatiepers werd breed uitgemeten dat Faithfull daarbij slechts gehuld ging in een kleed van bont.
Jagger maakte ze attent op literaire werken als De Meester en Margarita van de Russische schrijver Michail Boelgakov, dat van doorslaggevende invloed zou zijn op de tekst van ‘Sympathy for the Devil’. Zelf schreef ze mee aan de drugssong ‘Sister Morphine’, die om haar reputatie te beschermen in eerste instantie alleen werd toegeschreven aan Jagger & Richards. „Later”, zei ze in 2014 in een interview met NRC, „werd ik de grootste junkie van het hele stel.”
Dakloos in Londen
In de film The Girl on a Motorcycle (1968) was ze de sexy, in leer gehulde tegenspeelster van Alain Delon. Jagger verdween uit haar leven en Faithfull raakte zo stuurloos dat ze twee jaar praktisch dakloos doorbracht als heroïneverslaafde in Londen. Haar stem veranderde: „Van een helder sopraantje werd het een doorleefd instrument.” Na het comebackalbum Broken English, met de hit ‘The ballad of Lucy Jordan’, ontwikkelde ze zich tot een geloofwaardig vertolker van het repertoire van Brecht & Weill. Het album Strange Weather werd geproduceerd door Hal Willner, die Faithfull liet aansluiten in de traditie van Lotte Lenya en Marlene Dietrich. In 1998 verscheen haar album met Kurt Weills Die Sieben Todsünden (The Seven Deadly Sins) begeleid door het Weens Radio Symfonieorkest. „Sfeer en cultuur van de Duitse Weimar-republiek uit de jaren twintig zitten in mijn bloed”, zei ze in NRC, „dankzij mijn moeder en haar familie. Ik vereenzelvig me vaak met Pirate Jenny uit de Dreigroschenoper.”
Als Grande Dame van de Britse popmuziek zocht ze de samenwerking met jongere producers en songschrijvers. Beck produceerde het album Kissin Time (2002) waarop ook Billy Corgan, Jarvis Cocker en Damon Albarn meededen. PJ Harvey en Nick Cave waren de drijvende krachten op Before the Poison (2005). Lou Reed, Dr. John en Mark Lanegan droegen bij aan Horses and High Heels (2011). Als fervent roker, later van de e-sigaret, liet ze zich op Give My Love to London in 2014 afbeelden in een wolk van sigarettenrook. Anna Calvi, Steve Earle en Nick Cave-producer Warren Ellis droegen bij aan de eclectische sound van het album.
Datzelfde jaar bracht de ‘Baroness of Bohemia’ een bezoek aan Amsterdam om te zingen bij de opening van een tentoonstelling van haar vriendin Marlene Dumas in het Stedelijk Museum. De pers ontving ze in bed, nadat ze in de maanden daarvoor eerst haar rug en later haar heup had gebroken. Pillen hielpen haar tegen de pijn, „mijn enige verslaving op dit moment”. Na haar album Negative Capability dat met ‘They Come at Night’ refereerde aan de terroristische aanslagen in Parijs, werd ze in april 2020 opgenomen in een Londens ziekenhuis met symptomen van het Covid-19-virus. In 2021 volgde nog ‘She Walks in Beauty’, poëzie op muziek gezet, in samenwerking met Warren Ellis.
Haar stem was in de laatste twintig jaar roestig en doorleefd, getekend door oprechte pijn en levenservaring. Niemand kon ‘Working Class Hero’ van John Lennon zingen zoals zij, ontdaan van de ironie die de auteur eraan verbond. „Dahling”, zei ze in 2014, „zul je me niet afbeelden als een zeurend oud vrouwtje dat alleen over haar kwalen kan praten? Ik beloof je dat ik er weer helemaal bovenop kom.” Als Marianne Faithfull het wilde, rockte ze harder dan de Stones.