Huisartsenketen Co-Med incasseert veel patiëntvergoedingen, maar werknemers moeten smeken om hun loon

Een doktersassistent is de poortwachter van een huisartsenpraktijk. De eerste die de telefoon opneemt, die luistert, vragen stelt en dan razendsnel beslissingen neemt.

Een kind met een wrat? Kan wel even wachten. Vlekjes? Dan is de assistent alert. Benauwd? Meteen naar de praktijk komen.

Een assistent zorgt dat de praktijk soepel draait. Dat de wachtkamer niet overloopt. Dat bezorgde patiënten hun uitslagen krijgen. Dat artsen hun kostbare tijd aan de juiste patiënten besteden.

Dát is wat haar drijft, vertelt een 47-jarige doktersassistente, die de afgelopen maanden in verschillende praktijken van de commerciële huisartsenketen Co-Med heeft gewerkt. Zorgen voor mensen. En dat is geen lichtzinnige taak. „Het zal je moeder zijn die plotseling hulp nodig heeft.”

Maar eenmaal achter de balie bij Co-Med begint het te knagen. Draait het hier wel om zorg, vraagt ze zich af. En: wordt háár werk wel op waarde geschat?

De 47-jarige vrouw wil haar verhaal vertellen, maar haar naam mag niet in de krant. Gêne speelt een rol, maar ook het feit dat ze de consequenties niet goed kan overzien. De gebeurtenissen van de afgelopen maanden waren zo ongrijpbaar dat ze de reactie van de directie van Co-Med ook nu niet durft te voorspellen. En ze heeft nu eenmaal een flinke som geld van het bedrijf tegoed.

De praktijken waar ze werkzaam was, waren een chaos, vertelt ze. Huisartsen kwamen niet of veel te laat opdagen. En terwijl zij patiënten aan het lijntje hield – „morgen is er echt een dokter” – hield de leiding háár aan het lijntje. Ze moest smeken om haar geld.

Haar verhaal is het verhaal van veel meer Co-Med-medewerkers. NRC onderzocht hoe Co-Med met zijn personeel omgaat. We spraken huisartsen, advocaten en (oud-)medewerkers van Co-Med en kregen inzage in contracten en app- en mailverkeer. Co-Med blijkt een werkgever die het ene gat met het andere vult, die te laat betaalt, niet betaalt, en medewerkers onderbracht bij een bedrijfsonderdeel dat al op omvallen stond.

In het voorjaar van 2023 kocht Co-Med een huisartsenpraktijk aan de Esperantostraat in Den Haag. Huisarts Diego Keijzer had de praktijk vijf jaar eerder geopend, omdat zijn andere vestiging, even verderop, uit zijn voegen barst. „Er zijn veel mensen in die buurt die een huisarts nodig hebben, maar er geen kunnen vinden”, zegt hij. Twee praktijken runnen ging hem aanvankelijk goed af, maar in een zomer waarin de druk zo hoog was dat hij geen vrij meer kon nemen, besloot hij een opvolger te zoeken voor de Esperantostraat. „Ik heb van alles geprobeerd, maar het lukte me niet iemand te vinden.” Begin vorig jaar stapte Keijzer naar Co-Med.

In het voorjaar van 2023 was de deal rond, in mei volgde de overdracht. „Ik heb een volwaardige praktijk afgeleverd”, vertelt Keijzer nu. „Het team van doktersassistenten was compleet, er waren praktijkondersteuners en een huisarts voor drie dagen in de week.” Zelf zou Diego Keijzer tot de zomer de vrijdagen op zich nemen. „Het enige dat Co-Med hoefde te doen, was een waarnemer voor de woensdagen regelen.”

Maar het liep anders.

Nooit een arts aanwezig

Binnen enkele weken was iedereen vertrokken, naar ander werk of ziek thuis, vertelt Keijzer. Hij moet gissen naar de reden. Zelf liep hij tegen een concreet probleem aan. Geen enkele factuur van Keijzer werd op tijd betaald. „Je stuurt een factuur, een herinnering, een aanmaning. Je belt, je mailt. Er heerst complete radiostilte.” Uiteindelijk huurde de huisarts een incassobureau in om de betalingen te incasseren.

De 47-jarige doktersassistente begint in de praktijk aan de Esperantostraat als dokter Keijzer net vertrokken is. Zij zit in de zomer van 2023 twee weken lang achter de balie. Alleen.

Er is al die dagen vrijwel nooit een arts aanwezig, bevestigen verschillende bronnen die in het pand werkzaam zijn. Maar de agenda staat wel vol met afspraken. „Stel dat er echt een noodsituatie is”, zegt de assistente. „Dat diagnoses gemist worden?” Ze voelt zich verantwoordelijk, én wanhopig in haar eentje. Met de dag nemen de zenuwen toe. „Ik voelde me steeds onveiliger.”

In het pand zit ook een verpleeghuis en er zijn woningen voor ouderen. Veel van die mensen staan ingeschreven bij de praktijk. Ook die druppelen naar beneden en verschijnen bij de assistente aan de balie. „Mensen kwamen in hun rolstoel naar beneden gereden. Ze hadden pijn, dikke benen. Ze wilden de dokter zien.” De assistente vertelt hun wat Co-Med háár verteld heeft: dat er morgen, of volgende week weer een dokter is. „Het was zo gek, alsof het nu pas tot me doordringt. Er kwam natuurlijk niemand.”

Hoe langer de situatie voortduurt, hoe bozer patiënten worden. Schelden, dreigen. De assistente draait na twee weken de deur op slot. Op de deur komt later een briefje. De praktijk is ‘wegens vakantie’ wekenlang gesloten.

Vanaf eind september gaat die deur helemaal niet meer open. Patiënten worden doorverwezen naar een Co-Med-praktijk aan de andere kant van Den Haag. De assistente kent de populatie van de Esperantostraat inmiddels vrij goed: veel ouderen, migranten, mensen met lage inkomens – véél kwetsbaren. „Daar gingen ze, op hun scootmobieltjes. Ze moesten wel een uur rijden om de stad door te komen.”

Co-Med betreurt de situatie in Den Haag, laat een woordvoerder weten. „Wij vinden het erg jammer en triest dat wij voor de patiënten aan de Esperantostraat niet de zorg konden leveren die wij voor ogen hadden. Wij hadden deze stap niet gezet als we hadden geweten dat dit de uitkomst zou zijn.”

Co-Med sluit veel vaker locaties van huisartsen nadat ze zijn overgenomen. Dat gebeurt onder de vlag van krachtenbundeling, kostenbesparing en bijvoorbeeld meer efficiency. Op die manier werden zowel in Enschede als Breda drie praktijken samengevoegd.

Het sluiten gebeurt ook ‘noodgedwongen’ omdat Co-Med er niet in slaagt vestigingen voldoende te bemensen. Het is moeilijk om geïnteresseerde huisartsen te vinden. Om die reden werden de afgelopen jaren locaties opgeheven in Den Helder, in Emmen, in het Brabantse Reusel.

Een huisartsenpraktijk van Co-Med in Reusel sloot vorig jaar zo abrupt dat patiënten aan een gesloten poort stonden.
ANP / Hollandse Hoogte / GinoPress

Deze lente ging de praktijk in het Noord-Hollandse Anna Paulowna van de ene op de andere dag dicht. Net als in Den Haag en Reusel werden patiënten bij de voordeur verrast door inderhaast opgehangen briefjes met summiere informatie. Categorie: wegens omstandigheden gesloten.

In Anna Paulowna moeten patiënten nu naar de vestiging in Breezand, een dorp vijf kilometer verderop. Veel keuze hebben ze niet, de andere huisarts in hun dorp zit vol, patiënten kunnen zich er niet meer inschrijven.

Co-Med nam sinds 2020 zeker dertig praktijken over. Daarvan zijn nu nog elf locaties in de lucht. De patiënten zijn gebleven: ruim vijftigduizend.

Om die patiënten draait het in Co-Meds bedrijfsmodel. Patiënten betekenen gegarandeerde inkomsten. Alle huisartsen in Nederland krijgen elk kwartaal van zorgverzekeraars een vergoeding per ingeschreven patiënt. Dat bedrag varieert tussen de 20 en 55 euro per patiënt, al naar gelang diens leeftijd. Voor achterstandswijken geldt een opslag van 6,25 euro per patiënt.

Co-Med is juist actief in vergrijsde gebieden van Nederland, en dikwijls in postcodegebieden met een financiële opslag. Dit houdt in dat er iedere drie maanden al snel anderhalf miljoen euro bij Co-Med binnenstroomt. Daar bovenop krijgen huisartsen betaald per consult, per visite, vaccinatie en verrichting. En verzekeraars financieren de praktijkondersteuners van huisartsen.

Kortom, wanneer Co-Med een praktijk met 3.000 patiënten overneemt, verzekert de keten zich van een geldstroom van ruwweg een ton. Elk kwartaal weer.

Dat de leiding van Co-Med denkt in termen van patiënten ‘kopen’, bleek eerder dit jaar op een rechtszitting. Drie huisartsen in Breda hadden hun praktijken maanden eerder aan de keten verkocht. De afspraak was dat Co-Med hun panden zou huren, en dat de artsen nog enkele maanden spreekuur zouden draaien.

Maar vrijwel direct na de overname ontstond er een conflict. De salarissen van de huisartsen werden niet uitbetaald, evenmin als een deel van de huursom. De huisartsen stapten naar de rechter. Co-Med, op zijn beurt, eiste van de artsen een schadevergoeding: zij hadden „zonder toestemming” een afscheidsbrief naar patiënten verstuurd. De dokters hadden het adressenbestand nooit mogen gebruiken, voerde Co-Med directeur Guy Vroemen aan in de rechtbank. Want „de patiënten zijn nu van Co-Med, niet van de artsen”. Huisarts Rob Stoopendaal, afzender van de afscheidsbrief, zei dat hij zelf in de wijk woonde: „Wij komen patiënten op straat tegen. Dan voelt het heel vervelend als je geen afscheid kunt nemen.”

De cijfers die Co-Med deze week deponeerde, tonen een lucratieve onderneming. In 2023 maakte het bedrijf op iedere 100 euro omzet 15 euro winst. Een winst van in totaal 2 miljoen euro, 60 procent hoger dan het jaar ervoor. Andere huisartsen in Nederland behalen ook wel eens een positief resultaat, maar dit soort winstgevendheid krijgen ‘gewone’ praktijken niet voor elkaar. De landelijke huisartsenvereniging strijdt in de rechtbank al jaren voor hogere vergoedingen. Huisartsen hebben de laatste jaren veel meer taken gekregen: overgenomen van de duurdere ziekenhuizen. Maar daar staat te weinig beloning tegenover, vindt de beroepsorganisatie. Het geldt als een van de verklaringen voor het grote gebrek aan huisartsen die een praktijk ambiëren, een praktijk die allerlei wettelijke verplichtingen geeft. Artsen worden liever ingehuurd als waarnemer.

Over de geldstromen in de huisartsenzorg zei zorgeconoom Xander Koolman vorig jaar tegen NRC : „Als je het niet zo nauw neemt met de bereikbaarheid dan is het gemakkelijk om hier miljoenen aan winst uit te trekken”.

Het is onduidelijk in hoeverre al winst aan de belangrijkste aandeelhouder is uitgekeerd. Dat is de vennootschap van directeur Vroemen die in België staat ingeschreven.

Wanbetalers

Lucratief of niet, een aantal inhuurkrachten bij Co-Med wordt structureel te laat of helemaal niet uitbetaald voor hun werkzaamheden. Het gaat om doktersassistenten, medewerkers uit het overkoepelende callcenter, en ook een enkele arts loopt tegen uitbetalingsproblemen aan.

Zij sturen hun werkgever aanmaningen, ze mailen en bellen. Maar de medewerkers op het hoofdkantoor in Maastricht nemen de telefoon vrijwel nooit op, vertellen ze. Uit app-berichten en mailverkeer wordt duidelijk dat ook managers zelf soms in het duister tasten. Zij sturen de zorgmedewerkers aan, maar weten niet of en zo ja, wanneer een inhuurkracht betaald wordt.

Waarom er niet betaald wordt?

Omdat het geld er niet is – althans: dat is wat gedupeerden te horen krijgen.

Co-Med laat medewerkers weten dat het bedrijf wacht op „inschrijfgelden”, van de verzekeraar. Of – zo appt een manager aan een doktersassistent – dat betalen pas kan zodra de „declaratiegelden van de griepvaccinaties” zijn gestort: voor het geven van griepprikken krijgen huisartsenpraktijken betaald via de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie.

En áls er dan geld binnenkomt, lijkt dat niet voldoende om álle achterstanden in te lossen. Medewerkers ontvangen ‘deelbetalingen’, die later weer voor misverstanden zorgen. Heeft iemand nu wel of geen geld uitgekeerd gekregen? En voor welke maand?

Een werknemer van Co-Med die anoniem wil blijven, vertelt dat achter de schermen soms tot op factuurniveau afgewogen wordt, wie wel en wie (nog) geen salaris krijgen. Zo kon het gebeuren dat twee werknemers een werkkamer deelden, maar slechts één van hen loon ontving voor zijn werkzaamheden.

Diego Keijzer, de huisarts die zijn praktijk in Den Haag aan Co-Med verkocht, verwondert zich over de liquiditeitsproblemen. „De verzekeraar betaalt de inschrijftarieven eigenlijk áltijd. Iedere drie maanden komt er bij de praktijken geld binnen. Hoe kan het dan dat Co-Med niets heeft?”

Eerder dit jaar verklaarde CEO Guy Vroemen ter rechtszitting dat hij hun uit irritatie niet betaalde, terwijl hij wist dat ze recht hadden op geld. De rechter zei toen: „Ik hoor geen goede verklaring bij u waarom er vaak niet betaald is.”

Twee gedupeerde medewerkers leggen uit hoe stressvol de situatie is. Ze voelen zich machteloos. Spaarpotjes raken leeg en de belastingaangifte kan ook niet eindeloos wachten. Als ze dat aan hun Co-Med-contacten melden, reageren die óf begripvol, of helemaal niet. „Ontzettend naar”, schrijft een manager terug, en: „Ik zou willen dat ik iets anders voor je kan doen maar ben beperkt in de mogelijkheden”. Het patroon, zegt een assistent die in Amsterdam werkzaam was, is dat schuldeisers aan het lijntje worden gehouden: „We betalen je volgende maand, zeiden ze steeds. Maar we wáren al drie maanden verder.”

Sommige medewerkers schakelen een incassobureau in, of stappen op. Co-Med heeft steeds meer moeite om de bezetting van de praktijken rond te krijgen. In appgroepen voor zelfstandig werkende doktersassistenten wordt het bedrijf als werkgever inmiddels afgeraden. Artsen bedanken meestal voor het aanbod.

Een Co-Med Praktijk in Amsterdam.
Foto Joris van Gennip / ANP

Curieuze contracten

In maart dit jaar liep de onvrede over het uitblijven van betalingen zo hoog op, dat een van de gedupeerden, een detacheringsbureau, naar de rechter stapte. Dat resulteerde in het faillissement van één bedrijfsonderdeel, het callcenter van Co-Med.

Co-Med hield al langer rekening met dat scenario, zo blijkt uit het Handelsregister. Het bedrijf paste voor de zitting de handelsnaam van het callcenter aan: Co-Med werd geschrapt.

Niet alleen callcenter-medewerkers werden door het faillissement geraakt. Ook assistenten moesten hun facturen indienen bij het failliete callcenter. Zij zeggen: wij werkten daar helemaal niet. Zij vinden dat ze uit de winstgevende zorgtak betaald moeten worden. De curator is dat nu aan het uitzoeken.

Een contract, in bezit van NRC, bevestigt deze lezing. De opdrachtgever – zo staat beschreven in de overeenkomst – is de Co-Med Zorg BV, maar alle rekeningen moeten naar het callcenter gestuurd worden. Het contract is opvallend slordig: met spelfouten, met een KvK-nummer dat niet correspondeert met de opdrachtgevende vennootschap.

De standaardovereenkomst die Co-Med gebruikt, is uitgebreid met een trits exotische eisen. Alleen tussen de eerste en de vierde van de maand mogen medewerkers facturen aan Co-Med versturen, en niet meer dan één factuur per maand. De eisen blijken dwingend: huisartsen in Breda werden niet betaald, onder meer omdat de facturen niet in het juiste formaat (als pdf) waren ingediend.

Incassobureau Cash & Credit Collectors staat gedupeerden bij, en sommeerde Co-Med deze week alsnog enkele benadeelde doktersassistenten te betalen. Gebeurt dat niet, zegt incassant Fred Louwerens, dan stapt hij opnieuw naar de rechter om een faillissement aan te vragen. „Als dit de manier is om betaald te worden, dan is dat verdrietig. Maar dan moet het maar zo.”

Tips? [email protected]