Houdt Ricky Gervais zich wel aan zijn eigen regels voor het beledigen van mensen?

Recensie

Theater

Comedy In ‘Armageddon’, zijn nieuwe comedyshow, doet Ricky Gervais opnieuw zijn best te provoceren. Voor zijn beledigingen heeft hij zijn eigen regels opgesteld, zonder zich er per se aan te houden.

Ricky Gervais: „Het probleem is dat mensen het onderwerp verwarren met het doelwit.”
Ricky Gervais: „Het probleem is dat mensen het onderwerp verwarren met het doelwit.”

Foto Nathan Congleton/ NBC/ NBCU Photo Bank

„Ze zijn bang voor woorden”, stelt Ricky Gervais in Armageddon. In zijn nieuwe comedyshow, zijn negende, die na een wereldtournee volgend jaar op Netflix eindigt, neemt hij daarom het woke-denken op de korrel. Dat denken staat voor hem gelijk aan overgevoelig en snel beledigd zijn.

Allereerst vertelt de 61-jarige Britse komiek dat er veel ophef was over zijn vorig jaar op Netflix verschenen ‘comedyspecial’ Supernature. „Er werd gezegd dat je die dingen niet kan zeggen. Dat kan wel. I did.” Het maakte Supernature „de bestbekeken special van het jaar”. Grinnikend en triomfantelijk: „Dus ik heb mijn lesje geleerd.”

Toch wil Gervais graag goed begrepen worden. Anders gezegd, hij wil graag de ruimte creëren om zijn beledigende grappen te kunnen maken. Die ruimte ziet hij in humor. Zowel in Humanity (2018, ook op Netflix) als in Supernature geeft hij humorcollege. „Ik ben een bedachtzame comedian”, zegt hij, en ik wil dat mijn doelwitten „eerlijk” zijn. Het probleem is dat mensen „het onderwerp verwarren met het doelwit”. Vanwege dat onderscheid kun je grappen maken over aids, kanker en de holocaust: het hangt af van het doel van de grap.

Tegenwoordig zijn mensen beledigd omdat grappen gaan over een onderwerp waar zij om geven, aldus Gervais. „Het gaat over persoonlijke gevoelens.” Waarmee hij hint op de jongste generatie en specifiek de transgenderbeweging. Mensen waren boos omdat hij de vroegere naam van transgender Caitlyn Jenner had uitgesproken. Maar ik ben niet transfobisch, verklaart Gervais in Humanity. Zijn opmerking „ging niet over dat deel van haar bestaan”: de transitie op zich. Waarna hij omstandig praat over haar vroegere leven als succesvol atleet, terwijl hij zo vaak mogelijk zegt: „Bruce Jenner, zoals ze toen heette, ik heb het dus over jaren geleden.”

Eerlijk doelwit

Hoe scheid je in dit geval onderwerp en doelwit? Is het klassieke satire die een spiegel voorhoudt? Bespot hij een denkwijze? Daar lijkt het niet op. Het doelwit is toch eerder de angst voor woorden en daarmee ook de mensen met die angst: transgenders die zogeheten ‘deadnaming’ pijnlijk, gevaarlijk en afwijzend kunnen vinden? En dan is de vraag: is een gestigmatiseerde, gemarginaliseerde groep een ‘eerlijk’ doelwit?

Ook Supernature, dat grotendeels dezelfde lijnen als Humanity volgt, opent met college: een lesje ironie. „Dan zeg ik iets wat ik niet echt meen voor het komisch effect en jullie lachen om het foute, omdat jullie weten wat het goede is. Ik bespot dus een houding.” Wat hij direct demonstreert door tot tweemaal toe te suggereren dat hij geen grappige vrouwen kent. „Zien jullie wat ik deed?”

Het is een opmaatje naar opnieuw een grap over transgenders, via het onderscheid tussen ouderwetse vrouwen, „dinosauriërs”, die met een baarmoeder, en de nieuwe, die „met baarden en penissen”. Waarbij hij slim het woord neemt namens de transgenders en in een dialoogje de „ouderwetse” vrouwen met hun bezwaren tegenspreekt en ‘foute termen’ corrigeert. „Ben je bang dat hij je verkracht op het damestoilet?” „Dat zíj je verkracht! Fucking TERF-hoer!” (TERF staat voor ‘trans-exclusionary radical feminist’).

De positiewisseling maakt het een slimme grap. Al benadrukt hij, door zijn lachen niet in te houden, hoe belachelijk hij het idee van „nieuwe vrouwen” acht. En dat hij hier alleen een houding bespot, is moeilijk vol te houden.

In Armageddon hanteert Gervais dezelfde formule. Zijn openingsstatement die hem moet vrijwaren van kritiek is vrijblijvender: hij heeft soms afschuwelijke gedachten, die hij soms uitspreekt, maar „je kan je gedachten niet kiezen”. Zijn gretigheid om te provoceren blijkt uit de onderwerpkeuze voor zijn grappen: mensen met een beperking, kleine mensen, transgenders, baby’s in Afrika, mensen met een fobie, pedofielen, Chinezen, asielzoekers, daklozen, moslims.


Lees ook het interview met Ricky Gervais

Fictie

De meeste van die grappen zijn alleen maar grof en volgen gebaande paden. Waarbij je onmogelijk in alle gevallen kunt volhouden dat hij zich houdt aan zijn eigen regels. Zoals wanneer hij „bewijst” dat hij woke is. „Ik hou van illegale immigranten. Soms rijd ik naar Dover.” (voor wie de clou ontgaat: alleen om te kijken).

Gervais zegt dat hij de wereld niet begrijpt, en alleen maar nieuwe woedende menigtes en nieuwe dogma’s uit naam van progressiviteit ontwaart. Maar hij is niet zo „bedachtzaam” dat hij zich verdiept in het dogma waar hij over valt. Voor Gervais is taal passief: woorden zijn slechts een reflectie van de werkelijkheid. Het idee dat taal een actieve rol kan hebben, een werktuig waarmee je vorm kan geven aan de werkelijkheid, is hem vreemd. Door dat gebrek aan analyse, de onwil om verder te denken, blijft zijn kritiek op woke-denken aan de oppervlakte.

Gervais zoekt liever nog een andere, klassiekere vorm van verdediging: het feit dat wat hij zegt „fictie” is. Na grappen over Timmy, een jongen zonder armen en benen, loopt hij vooruit op geschokte reacties door te laten zien dat hij kan doen wat hij wil met dat beeld van de fictieve Tommy. Vervolgens schetst hij een portret van het jongetje als verkrachter en racist. Snerend: „Dat is de Timmy waar jullie zo van houden.” Het is Gervais in optima forma: misschien niet altijd zo bedachtzaam, wel zo gewiekst als de hel.

Als hij minder dwangmatig zijn best doet om te shockeren, hoor je ook hoe slim en vakkundig hij zijn grappen opzet en uitbouwt. Het best geslaagd zijn de grappen waar hij een originele wending heeft bedacht en uitkomt op een tegenovergestelde positie. Zoals de grap over culturele toe-eigening. Vroeger was het mengen van culturen positief, zegt hij, nu krijg je als witte vrouw kritiek als je dreadlocks hebt. „Maar zwarte mensen gebruiken veelvuldig het n-woord, toch? Dat hebben wij uitgevonden!”

Een terugkerend voorbehoud bij sommige grappen, zoals over moslims, is dat ze de special niet zullen halen. Maar dat zegt hij zelfs nog in de specials zoals ze op Netflix staan. Gervais is wie hij is, een gevatte comedian die gretig over grenzen gaat – over die van anderen en die van hemzelf.


Theater Bekijk een overzicht van onze recensies over theater