Hoogwater verrijkt én vervuilt de natuur

En wéér viel er heel veel regen, deze week. De uiterwaarden van de IJssel lopen snel onder water, gevoed door de nog stijgende Rijn. Ook in het dal van de Overijsselse Vecht staan hele velden blank. Dat is fijn voor de boeren: het grote neerslagtekort in Oost-Nederland is aardig aangevuld. En het is fijn voor de natuur, meldde de NOS deze week: de overstromingen brengen kalkrijk water op het land, wat zorgt voor een unieke flora.

Maar hoe zit dat elders in het land? Brengen de rivieren niet juist vervuiling mee – en werkt al dat water niet verstikkend voor de bodem en plantenwortels?

Duits kalk voor steenanjer

„De Vecht is een bijzonder geval”, vertelt Martine van der Ploeg, hoogleraar hydrologie en kwantitatief waterbeheer aan Wageningen University. „Het Vechtwater stroomt in Duitsland door kalkrijk gesteente en neemt daarbij veel kalk op. Die kalk wordt bij ons weer afgezet op de zandgronden, die slecht zijn gebufferd tegen verzuring.” Zo zorgt de Duitse kalk in Oost-Nederland voor unieke omstandigheden waar heel specifieke planten bij gedijen, zoals steenanjer en geel walstro.

„In Limburg zie je iets soortgelijks, maar verder verschilt de impact van overstromingen erg van plek tot plek”, stelt Van der Ploeg. „Het hangt er helemaal vanaf wat de bodemsamenstelling is, hoe de grondwaterstromen lopen en welke natuur er voorkomt. En vooral: hoe schoon dat rivierwater is.”

Van der Ploeg geeft een klein college hydrologie. Veel regenwater loopt vrij snel via sloten en rivieren naar zee, vertelt ze. Maar deels zakt het de bodem in, waar het zich voegt bij het grondwater. Dat grondwater blijft lang in de bodem en komt vaak elders weer naar boven, onder druk van het water dat in hoger gelegen gebieden de bodem in zakt.

Natuur in Nederland krijgt zijn water dus op verschillende manieren. Op sommige plekken wordt het alleen gevoed door regenwater, namelijk in hoogvenen. Op andere plekken vooral door grondwater, bijvoorbeeld aan de voet van zandruggen. Ook veel bossen zijn grondwatergevoed. In Laag Nederland, in moerassen en langs de grote rivieren overheerst het oppervlaktewater.

Vervuiling door meststoffen

„Dat water is in Nederland vaak sterk vervuild”, vertelt Van der Ploeg. „Met name door meststoffen uit de landbouw. Een groot deel daarvan spoelt met de regen al snel van het land af en komt via sloten in de rivieren terecht.”

Als de rivieren buiten hun oevers treden, brengen ze die meststoffen de natuur in. Gunstig is dat niet. Snelgroeiende soorten, zoals braam en brandnetel, gaan dan soorten verdringen die juist gedijen op voedselarmere grond; de biodiversiteit neemt af.

Ook andere vervuiling speelt mee. De waterkwaliteit is weliswaar sterk verbeterd sinds de beruchte giflozingen van de vorige eeuw, maar nog altijd scoort ons oppervlaktewater „een dikke onvoldoende”, zo meldde Wageningen University eerder dit jaar: we voldoen nog lang niet aan de Europese Kaderrichtlijn Water. „Naast bekende vervuiling zien we ook veel nieuwe stoffen, waaronder microplastics, PFAS en medicijnen”, vertelt Van der Ploeg. „De effecten daarvan op de natuur kennen we nog onvoldoende.”

Hoe de balans uitpakt, verschilt dus van plek tot plek, concludeert ze. En het verstikkende effect van water op het land? „Dat valt wel mee”, zegt ze. „Zo lang staat het land niet onder water. Daar kunnen natuurgebieden prima tegen.”

Dat zegt ook Ab Grootjans, emeritus hoogleraar ecohydrologie in Groningen. Woensdag inspecteerde hij de overstromingen van de Drentsche Aa. „Ik heb nog nooit zoiets gezien”, vertelt hij enthousiast. „Dit was echt spectaculair.”


Lees ook
Grenzen aan Nederlands watersysteem bereikt

Extreem hoge waterstand in de Waal door smeltwater uit Duitsland, februari 2021.

Te veel voedingsstoffen in oppervlaktewater

Ook hij benadrukt: we kunnen niet eenduidig zeggen of overstromingen goed zijn voor de natuur. „De cruciale vraag is: is dat water schoon?”, zegt hij. „Het grondwater – dát is schoon. Het komt van heel diep en heeft soms wel 5.000 jaar in de bodem gezeten. Op veel plekken wordt dat nu naar de oppervlakte gedrukt doordat hogere gebieden onder water staan.”

Dat schone water op het land heeft alleen maar gunstige effecten op de natuur. Maar op andere plekken stroomt er oppervlaktewater over de velden. „Nu is dat schoner dan in het voorjaar”, denkt Grootjans, „omdat de boeren ’s winters hun land niet bemesten. Maar er zitten nog altijd veel te veel voedingsstoffen in.”

De kern, volgens Grootjans, is dat we moeten proberen de toevoer van grondwater zo veel mogelijk te versterken. „Dus geen grondwater onttrekken via diepe draineringssloten of voor de drinkwatervoorziening. We moeten die natuurlijke watercyclus zo veel mogelijk herstellen. En de kwaliteit van het oppervlaktewater. Het is eigenlijk heel simpel.”