Het Hooggerechtshof in Georgia heeft maandag de strenge abortuswetgeving in de Amerikaanse staat hersteld, minder dan een week nadat deze ongrondwettelijk was verklaard door een lagere rechtbank. Op een later moment zal het statelijke hooggerechtshof zich definitief uitspreken over de beslissing van die lagere rechtbank.
Volgens de rechtbank in Fulton County kwam het abortusverbod voor zwangerschappen na zes weken neer op “staatsbemoeienis” en werd het grondrecht “voor een vrouw om controle te hebben over haar eigen lichaam” met het verbod geschonden. Dankzij de beslissing was het in Georgia in totaal dus zes dagen mogelijk om abortussen tot 22 weken zwangerschap uit te voeren.
Nadat in 2022 het Amerikaanse Hooggerechtshof het federale grondwettelijke recht op abortus verwierp door de beroemde uitspraak in de zaak Roe v Wade ongedaan te maken, volgden op statelijk niveau tal van zaken over het al dan niet toestaan van abortus. In Georgia sprak het Hooggerechtshof zich al twee keer uit om abortus na zes weken zwangerschap te verbieden.
In aanloop naar de presidentsverkiezingen volgende maand is het recht op abortus een van de belangrijkste thema’s, met name voor de Democratische presidentskandidaat Kamala Harris. In Georgia zijn sinds 2022 zeker twee vrouwen om het leven gekomen omdat ze geen toegang kregen tot abortus tijdens een medische noodsituatie.