Hongarije is definitief 1 miljard euro aan Europese steun kwijtgeraakt vanwege schendingen van de rechtsstaat. Dat heeft een woordvoerder van de Europese Commissie aan het Duitse persbureau DPA bevestigd. Hongarije kon tot uiterlijk eind 2024 maatregelen treffen om het steunbedrag alsnog te krijgen, maar heeft daar vanaf gezien.
Het geld, dat bedoeld was voor de ondersteuning voor economisch zwakkere regio’s, was al sinds 2022 bevroren, omdat Hongarije volgens de Europese Commissie niet aan bepaalde EU-normen voldoet en fundamentele waarden niet respecteert. Zo zou Hongarije te weinig doen tegen corruptie en belangenverstrengeling en is de rechtspraak niet onafhankelijk genoeg.
Het land kijkt inmiddels naar China voor financiële steun. De Chinese president Xi Jinping omschreef de band in mei als „zo zacht en rijk als [de Hongaarse] Tokaj-wijn”. Een maand eerder kreeg Hongarije een lening van 1 miljard euro bij Chinese staatsbanken. Ook Chinese bedrijven zijn actief in het land.
Alsnog probeert de Hongaarse premier Viktor Orbán het bevroren geld weer vrij te krijgen. In december 2022 blokkeerde Brussel in totaal ongeveer 22 miljard euro aan fondsen vanwege zorgen over de rechtsstaat. Een jaar later, december 2023, gaf de Commissie het land alsnog ongeveer 10 miljard euro. Als reactie daagde het Europese Parlement de Commissie voor de rechter.
Lees ook
Orbán krijgt harde kritiek in Europees Parlement – en doet die af als ‘linkse propaganda’