Smullend van vers bereide schildpaddensoep keek de Chinese bendeleider Huang Zhiyang vanuit zijn keuken uit op een tiental flats, waar honderden werkers achter tralieramen gedwongen werden mensen over de hele wereld op te lichten. Zijn goede vriendin Alice Guo (34), de burgemeester van het Filippijnse stadje Bamban, had hem in 2022 alle vergunningen verleend voor de bouw van het ‘casinocomplex’. Regelmatig kwam ze langs in haar Cadillac. Vanuit de flats moet geschreeuw van pijn en wanhoop hebben geklonken.
In februari 2024 slaagde een van de ‘cyberslaven’, een Vietnamese man, erin uit Bamban te ontkomen. Hij was onder valse voorwendselen naar de Filippijnen gelokt en op de compound te werk gesteld. Een Filippijnse boer ving hem na zijn ontsnapping op en lichtte de autoriteiten in. Een maand later viel de Filippijnse presidentiële eenheid tegen de georganiseerde misdaad (PAOCC) de compound binnen. Ruim negenhonderd cyberslaven werden bevrijd. Burgemeester Guo bleek een leefstijl te hebben die een burgemeester zich nooit zou kunnen veroorloven – naast dure auto’s bezat ze een privé-helikopter. Bendeleider Zhiyang wist te ontkomen.
Onder de Filippijnse president Rodrigo Duterte (2016-2022) kregen honderden veelal Chinese casinocompounds toestemming zich in de Filippijnen te vestigen. Deze zogenoemde POGO’s (Philippine Offshore Gaming Operators), vaak meerdere gebouwen met ook hotels en entertainment, zouden goed zijn voor de economische groei. Maar aan het einde van Duterte’s regeerperiode waren de geruchten over criminele praktijken in deze compounds zo sterk, dat zijn opvolger Ferdinand Marcos ingreep.
„Er kwamen berichten over ontvoeringen, marteling en moord”, zegt Gilberto Cruz, hoofd van de PAOCC. Ambassades van omringende landen werden benaderd door landgenoten die vastzaten in de compounds en werden gedwongen tot digitale oplichting. In mei 2023 ondernam de antimisdaadeenheid PAOCC een eerste bevrijdingsactie. „De gokhallen bleken in werkelijkheid broeinesten van marteling, ontvoering, mensenhandel en witwaspraktijken”, vertelt Cruz. „Ze moesten als legale casino’s de economie ten goede komen, maar ze brachten rampspoed, angst en dood.” In november 2024 verbood president Marcos de POGO’s en gaf hij opdracht ze allemaal te ontmantelen.
Universiteitscampus
Het bestaan van criminele centra voor cyberoplichting, gerund door Aziatische – vooral Chinese – bendes met medeweten van lokale autoriteiten, kwam vlak na de coronacrisis voor het eerst aan het licht in Cambodja. Met de belofte van vaak niet-bestaande banen lokken de bendes honderdduizenden Aziaten en Afrikanen naar Laos, Myanmar, Cambodja, Thailand of de Filippijnen. Bij aankomst worden ze met busjes naar een flatgebouw gebracht. Hun paspoort wordt afgepakt en ze worden bedreigd en geboeid. Voor ze het weten zitten ze maanden, soms zelfs jaren vast als cyberslaaf. Volgens de VN-organisatie tegen Drugs en Criminaliteit (UNODC) verdienen de bendes er zo’n 40 miljard dollar per jaar mee.
Het ontmantelde complex aan de rand van het Filippijnse stadje Bamban oogt op het eerste gezicht als een universiteitscampus. Op het ommuurde terrein staan 36 moderne, witte gebouwen, waaronder zo’n tien kantoorflats, zes villa’s en een restaurant. „Toen we met onze voertuigen het terrein opreden, renden honderden werkers in paniek weg en klommen over de muren”, vertelt PAOCC-medewerker Marvin de la Paz, die NRC rondleidt. We lopen naar een van de flats. Voor alle ramen zitten tralies.
Foto AFP
In het gebouw bevinden zich tientallen klaslokaal-achtige ruimtes waar honderden werkers achter een computer en een rij telefoons zaten. Kabels hangen los aan het plafond. De oplichting gebeurde via datingapps en investerings- en bitcoinapps. Het meeste materiaal is meegenomen als bewijs, maar op de vloer liggen nog plastic zakjes met simkaarten, (valse) paspoorten en pillen – waarschijnlijk gebruikt om wakker te blijven.
Her en der liggen notitieblokjes met rijen telefoonnummers, namen en aantekeningen in het Chinees en Engels. Zoals hulpzinnetjes die de oplichter kan gebruiken om casual te klinken: ‘Hello dear, I’ll call you later.’ Of: ‘If you wanna learn about crypto, there’s a chance, we can gain a lot tonight.’ En ‘Sometimes I wander around Edinburgh when weather is nice.’
Aan de muur hangen waarschuwingen. Op het verlaten van de compound zonder toestemming stonden zware straffen. „Ook als de werkers hun oplichtingsquota niet haalden, kregen ze straf”, vertelt De la Paz. „Ze werden vastgeketend aan hun bed, met honkbalknuppels geslagen of kregen elektrische shocks.” Hij laat op zijn telefoon een martelvideo zien, een van de vele die de antimisdaad-eenheid heeft verzameld. Op andere verdiepingen zijn slaapruimtes: kleine kamers met stapelbedden, wasbak en toilet. Er liggen achtergelaten kleren en toiletartikelen.
Botbreuken
De Filippijnse Annelisa Villan (40) blijft liever buiten wachten. Hoewel ze er sterk uitziet – ze was ooit bodyguard – is de confrontatie met een plek waar oplichting plaatsvond haar te veel. Drie jaar geleden is ze bevrijd uit een compound in Myanmar, nu helpt ze als ervaringsdeskundige bij de opvang van cyberslaven.
„Op een dag belde mijn zus”, vertelt Villan. „Ze had een baan voor me in Thailand, computerwerk.” Na aankomst in Bangkok werd Villan naar Myanmar gereden. Eenmaal in de oplichtingscompound kon ze niet meer weg. „Ik was niet goed in het werk. Ik wilde al die mensen helemaal niet oplichten.” Ze haalde haar targets niet en werd gemarteld. „Ze hingen me op aan mijn armen en sloegen mijn botten stuk. Ik bad tot Jezus en zei: alstublieft Heer, red mij.” Negen maanden zat ze vast. Bij haar bevrijding had ze botbreuken en open hoofdwonden.
Op papieren staan hulpzinnetjes die de oplichter kan gebruiken om casual te klinken: ‘Sometimes I wander around Edinburgh when weather is nice’
Haar zus heeft ze nooit meer gezien, vermoedelijk had een Chinese bende ook haar in de tang. „Mijn collega’s zijn nu mijn familie. Ze zorgen voor me.” Twee agenten die zien dat ze het moeilijk heeft geven haar een knuffel.
Villan is met De la Paz meegekomen naar Bamban om uitleg te geven aan de gepensioneerde Amerikaanse officier van justitie Erin West. Met haar organisatie Operation Shamrock probeert zij vat te krijgen op grootschalige cyberoplichting. „Ik spreek elke dag slachtoffers”, vertelt West. „Ze vertrouwden hun online partner, werden verliefd, verkochten soms zelfs hun huis voor hen. Hun leven is ingestort. En dan doen ze melding bij de FBI en gebeurt er niks.” Ze is ervan overtuigd dat de Chinese overheid betrokken is bij deze criminele business. „Ik zou er veel voor geven als ik de ‘smoking gun’ vond die dat kan bewijzen.”

Foto Ezra Acayan/Getty Images
De la Paz opent de villa waar de Chinese bendeleider Zhiyang verbleef. Vanuit de luxe keuken, uitgerust met de nieuwste apparaten, wijst hij naar een bassin op de binnenplaats. „Daar werden de schildpadden gekweekt” – het lievelingsmaal van de bendeleider. „Chinezen eten graag schildpad, omdat die symbool staan voor een lang leven”, weet de Chinese tolk aan zijn zijde. Erin West trekt een lade open van een antiek Chinees kastje voor medicinale kruiden. In een kast staan gegraveerde glaasjes en een fles likeur.
Zhiyang is ontsnapt via de wijnkelder. De la Paz doet zijn zaklamp aan, wrikt een deur open en schijnt een betonnen gang in. „De tunnel leidt naar de andere villa. Zhiyang heeft daar zijn auto gepakt en is via een tweede uitgang het terrein afgereden.” De ontsnapping van Zhiyang had kunnen worden voorkomen, maar het arrestatieteam kreeg geen toestemming de villa’s te betreden. Ze mochten alleen de flats binnenvallen.
Vismarkt
Bamban is een slaperig stadje met tachtigduizend inwoners. De torenhoge blokkendozen van het oplichtingscomplex zijn vanaf de hoofdweg goed te zien. Hoe kan het dat niemand er vragen over stelde? „Ik dacht dat het een ziekenhuis was”, vertelt Clarissa Mendoza (48), inwoner van een nabijgelegen dorp, in een eettent niet ver van de compound. „In ieder geval een overheidsgebouw”, zegt haar echtgenoot Jonathan (51).
Dat is geen rare gedachte. Het stadhuis van Bamban, eveneens een blakend wit, modern gebouw, ligt zo dicht naast de compound dat het erbij lijkt te horen. Op de eerste verdieping hangt een zestal medewerkers rond bij het kantoor van de gearresteerde burgemeester Alice Guo. Ze willen niet met hun naam in NRC. Het is duidelijk dat ze Guo haar vermeende criminele activiteiten niet nadragen. „We missen haar!”, roept een van hen, net als Guo een vlotte dertiger. De vrouwen giebelen. Een naaste medewerker van Guo, Erdy Timbang, doet binnenkort mee aan de burgemeestersverkiezingen. Ze hopen dat hij wint.
Achter een deur in de wijnkelder leidt een betonnen gang naar een andere villa. Zo konden leidinggevenden ontsnappen toen de politie kwam
Ook op een vismarkt tien minuten verderop, waar in houten kramen vissen liggen te spartelen, blijkt Guo onverminderd populair. „Ze was zo’n goede burgemeester”, zeggen verkopers Mila Manalo (60) en haar zus Josephina (72). „ Ze ging bij scholen langs om te vragen wat ze nodig hadden. Ze hielp mensen financieel uit de brand. We zijn haar heel dankbaar. We houden van haar.” Hun collega’s Albin en Sherin Toleado, beiden dertig, vallen in: „We kennen haar persoonlijk, ze is de peettante van onze drie kinderen.” Sherin: „Ze is ongelofelijk aardig. Bij elk huis waar een kind werd geboren, ging ze langs en deed ze een donatie. We zijn erg verdrietig dat ze weg is.”
Hebben ze iets gemerkt van de cyberslavernij? De visverkopers halen hun schouders op. „Wel over gehoord. Maar het waren buitenlanders, hè? Er werkten geen Filippijnen”, verklaart Albin. „Het gebeurde buiten onze leefwereld.”
Infiltratie
Het is duidelijk dat de bende van Huang Zhiyang in Bamban niet zijn gang had kunnen gaan zonder medeweten van Filippijnse autoriteiten. Burgemeester Guo kwam regelmatig op de compound, maar er werden nooit controles uitgevoerd.
Maar mogelijk is er meer aan de hand dan verwevenheid tussen Chinese criminelen en lokale politiek. In een parlementair onderzoek heeft de Filippijnse senator Risa Hontiveros aangetoond dat burgemeester Alice Guo niet in de Filippijnen is geboren, zoals ze beweerde, maar in China. In 2024 verklaarde een gearresteerde goksyndicaatleider dat zij een Chinese spion was. Medewerkers van Hontiveros denken dat ze vanaf het begin in opdracht van China handelde, of in de loop van haar politieke carrière door China is gerekruteerd. De zaak tegen haar loopt nog.

In de Filippijnen is het aantal arrestaties voor spionage toegenomen (afluisteren nabij overheidsgebouwen, foto’s maken van militaire terreinen met drones). In enkele gevallen betrof dit mensen die ook worden verdacht van omkoping, onder wie Chinese bendeleden verbonden aan de oplichtingscompounds en Chinese zakenmensen die wel heel ruimhartig doneerden aan Filippijnse bestuurders. Al deze incidenten lijken te wijzen op actieve inmenging van de Chinese staat, die meer invloed wil op de regio en een deel van de internationale wateren bij de Filippijnen claimt.
De Bamban-compound ligt vlak naast enkele legerbases in het district Tarlac. Ook andere casino-ondernemingen zijn opvallend strategisch gesitueerd naast een haven, een vliegveld of dichtbij belangrijke overheidsinstellingen. PAOCC-chef Cruz zegt dat „de compounds vanwege hun locatie en digitale systemen heel geschikt kunnen zijn voor informatiegaring door buitenlandse mogendheden. We onderzoeken nog in hoeverre er vanuit de oplichtingscompounds werd gespioneerd”.
In het Filippijnse parlement zijn grote zorgen over de Chinese invloed op de politiek. Waar oud-president Duterte China zag als goede vriend en handelspartner, ziet president Marcos het land als een bedreiging. Hij wil graag laten zien dat hij daadkrachtig optreedt tegen Chinese inmenging. Sinds 2023 zijn in de Filippijnen ruim vierhonderd oplichtingscompounds opgerold. Tienduizenden cyberwerkers zijn bevrijd. Lokale bestuurders zijn aangeklaagd.
Maar de verstrengeling tussen de bendes en de Filippijnse politiek is een complicerende factor, zegt Cruz. „Het is niet gemakkelijk, zeker niet als de inmenging zich uitstrekt tot in het politieapparaat en aanverwante overheidsinstanties. Je krijgt daardoor niet altijd het mandaat of de uitkomst die je zou willen.”
Dader of slachtoffer
NRC spreekt Cruz in een voormalig cyberslavernijgebouw in het centrum van de Filippijnse hoofdstad Manila, dat in november 2023 werd ontmanteld. Het zes verdiepingen hoge gebouw staat pal naast het ministerie van Buitenlandse Zaken – opnieuw een opmerkelijke locatie. Het fungeert nu als hoofdkwartier voor de antimisdaad-eenheid PAOCC. Op de begane grond is een gaarkeuken ingericht, waar mensen elke middag terecht kunnen voor een warme maaltijd.
Op de bovenste verdiepingen worden, op het moment dat NRC er is, vierhonderd bevrijde cyberwerkers vastgehouden, waaronder Vietnamezen en Chinezen die in maart 2024 in Bamban zijn aangetroffen. Op het dakterras van de vijfde verdieping is een keuken geplaatst. Tientallen mannen en vrouwen van begin twintig, staan daar op slippers in de rij voor hun avondmaal. Marvin de la Paz, die NRC ook hier rondleidt, vertelt dat het soms lastig is om te bepalen wie slachtoffer is en wie dader. „Maar de meeste cyberwerkers zijn duidelijk slachtoffer. Zodra ze hun getuigenis hebben afgelegd en alle papieren rond zijn, worden ze teruggestuurd naar hun land.”

Foto’s Ted Aljibe/AFP
Niet iedereen werkt daaraan mee. Vooral Chinese en Vietnamese burgers zijn bang dat ze bij terugkeer alsnog worden gearresteerd. Vanwege hun precaire situatie kunnen ze niet vrijuit praten met NRC.
Op de zesde verdieping zijn achter een hoog traliehek enkele honderden gevangenen verdeeld over kleine keetjes op een plat dak. Deze groep wordt verdacht van medeplichtigheid aan de cyberslavernij. „Ze voerden bijvoorbeeld martelingen uit. Of waren manager. Maar we kunnen dat niet altijd bewijzen”, vertelt De la Paz. Sommigen verblijven hier al twee jaar. Een jong Chinees stel, de vrouw is zwanger, hangt lethargisch op bed. Wasgoed hangt over een stoel. Ook bij deze groep kan de grens tussen slachtoffer en dader onduidelijk zijn, zegt De la Paz. Het is de bedoeling dat alle cyberwerkers uiteindelijk naar het land van herkomst gaan, „via deportatie of repatriëring”.
Interpol
Dan lopen veertien Indonesische jongeren het gebouw binnen. Ze vertellen dat ze door een casino-onderneming aan de rand van Manila op straat zijn gezet en vragen om hulp. Een van hen, een jonge vrouw, benadrukt dat ze geen oplichter was, maar wel een tijdje in een oplichtingsgebouw werkte. „Ik deed alleen administratie.” De jonge vrouw, die niet met haar naam in NRC wil, vertelt dat ze haar paspoort moest inleveren en schulden heeft. Ze weet zich geen raad meer, zegt ze en hoopt dat ze wordt teruggestuurd naar Indonesië.
De anti-misdaadeenheid heeft een Indonesische Interpol-agent opgeroepen, de vaste liaison. Ook deze vrouw wil niet dat haar naam in het artikel wordt vermeld. Ze heeft in een jaar tijd honderden Indonesische cyberslaven gerepatrieerd, vertelt ze. „Ze bellen ons en smeken om een bevrijdingsactie. We controleren hun verhaal, stellen hun identiteit vast en vliegen ze terug naar Indonesië. Sommigen worden berecht.” Ook het verhaal van de veertien jongeren wordt onderzocht.
De strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit is taai, zegt de Interpol-agent. De Filippijnen werken in ieder geval mee, samenwerking met landen als Cambodja, Myanmar en Laos is „complex”. Bendeleiders worden zelden gepakt. De VN-organisatie tegen Drugs en Criminaliteit meldt in zijn laatste rapport dat de digitale oplichtingssector bezig is zich uit te breiden naar Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen, zoals Nigeria en Peru.

