N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Drugssmokkel Strenge straffen voor de mannen die drugs verslepen in de Rotterdamse haven, dat wilden politiek en OM. Het gerechtshof denkt er anders over.
De blijdschap lijkt van korte duur. In de strijd tegen de grootschalige cocaïnesmokkel via de Rotterdamse haven nam de Eerste Kamer eind 2021 de ‘uithalerswet’ aan: genoemd naar criminelen die drugs uit zeehavencontainers halen. „OM blij met nieuwe uithalerswet”, luidde de kop bij een toelichting van het OM over de wet die „hard nodig” was. Wie in de haven betrapt werd zonder dat hij er wat te zoeken heeft, kon voortaan maximaal een jaar celstraf krijgen.
Inmiddels blijkt dat die celstraffen uitblijven. Deze week riep het Haagse gerechtshof het OM tot de orde door een in 2022 aangehouden uithaler te veroordelen tot een taakstraf van 120 uur, in plaats van de geëiste onvoorwaardelijke celstraf van 21 weken.
Dit terwijl het OM alles uit de kast haalde om de ernst van de situatie te onderstrepen. Het voegde een speciaal „sfeer-procesverbaal” aan het strafdossier toe over de uithalersproblematiek waarin benadrukt werd dat jaarlijks honderden uithalers gearresteerd worden.
De advocaat-generaal (de vertegenwoordiger van het OM in hoger beroep) deed zelfs „een klemmend beroep” op het hof om een celstraf en een gebiedsverbod op te leggen. Daarbij wees de advocaat-generaal op het belang van een strenge aanpak van uithalers en stelde dat „een sterk afschrikkend strafbeleid van first offenders een belangrijk onderdeel daarvan is”.
Europese cocaïnehandel
De Rotterdamse haven geldt al jaren als een van de belangrijkste toevoerpoorten voor de Europese cocaïnehandel. Dat is terug te zien in de inbeslagnamecijfers: een graadmeter voor de totale hoeveelheid cocaïne die gesmokkeld wordt. Terwijl in 2018 een kleine 19.000 kilo cocaïne in beslag werd genomen, was dat in 2021 ruim 70.000 kilo. Toen het vorig jaar ‘slechts’ 47.000 kilo betrof leek dat goed nieuws, maar inmiddels suggereren halfjaarcijfers dat het een eenmalige ‘dip’ lijkt. In augustus werd in één lading 8.064 kilo cocaïne aangetroffen: de grootste vondst ooit in Nederland.
Uithalers fungeren als voetsoldaten bij een van de belangrijkste smokkelmethodes in de Rotterdamse haven. Zij betreden (doorgaans) in groepsverband het haventerrein en verplaatsen cocaïne die in een container uit Latijns-Amerika is binnengekomen – en wacht op douanecontrole – naar een ‘veilige’ container die vervolgens ongecontroleerd het haventerrein kan verlaten.
Lees ook: De meeste cocaïne komt al jaren via Ecuador naar Nederland
Het zijn vooral mannen tussen de 18 en 30 jaar uit Rotterdam en omstreken, stelde het OM in januari. Ze komen vaak uit kwetsbare gezinnen, bijvoorbeeld met schuldenproblematiek of met criminele familieleden. „Maar er zijn ook jongeren die denken snel geld te kunnen verdienen en niet de gevolgen van hun keuzes overzien.”
Uithalers verdienen gemakkelijk duizenden euro’s met een klus. Er zijn, afhankelijk van de hiërarchie in de groep uithalers en de hoeveelheid cocaïne, ook uitschieters naar boven. Officier van justitie Nicole Coenen gaf vorig jaar in OM-magazine Opportuun het voorbeeld van een 18-jarige uithaler die naar eigen zeggen voor 35 kilo cocaïne uithalen 70.000 euro betaald kreeg.
‘Gratis taxi naar huis’
Tot januari 2022 kregen uithalers, mits ze zonder drugs werden betrapt, enkel een boete van 95 euro voor het onbevoegd betreden van het haventerrein. In politie- en justitiekringen werd die sanctie laatdunkend omschreven als de ‘gratis taxi naar huis’, refererend aan de rit van vijftig kilometer van de Maasvlakte naar het centrum van Rotterdam.
De nieuwe uithalerswet moest uithalers afschrikken, maar inmiddels blijkt dat vooral het gerechtshof er helemaal niet happig op is om de wet streng toe te passen bij first offenders: uithalers die voor het eerst worden gesnapt. Volgens de politie is driekwart van alle opgepakte uithalers zo’n first offender.
Lees ook: De drugsuithalers hebben nu bijna vrij spel in de Rotterdamse haven
„Toen de uithalerswet net van kracht was, volgde de rechtbank Rotterdam het OM en legde gevangenisstraffen op. Maar dat is door het gerechtshof Den Haag teruggedraaid. Het hof hanteert sinds juni 2022 als uitgangspunt bij een first offender dat er een taakstraf van 90 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden wordt opgelegd”, ziet de Rotterdamse advocate Desiree de Jonge die meerdere uithalers bijstond.
Desondanks publiceerde het college van procureurs-generaal onlangs een richtlijn die officieren van justitie voorschrijft om voor first offenders vier maanden celstraf en een gebiedsverbod te eisen. Het gerechtshof liet deze week zien zich niets van die richtlijn aan te trekken: die is niet „meer dan een richtsnoer voor de strafeis” van het OM zelf.
Het gerechtshof benadrukt in het arrest vast te houden aan de eerder bij twee themazittingen gevolgde lijn om een taakstraf en voorwaardelijke celstraf op te leggen. Er is „geen aanleiding” om van die eerder gekozen strafmaat terug te komen en dat zou ook niet in het belang van de rechtszekerheid zijn.
Daarmee is volgens De Jonge niet gezegd dat het gerechtshof nooit celstraffen zal opleggen. Maar dan dient er wel iets wezenlijks te veranderen: ofwel in de maatschappelijke context – bijvoorbeeld als blijkt dat er veel meer uithalers worden gearresteerd en de straffen geen afschrikkende werking hebben – ofwel als het van hogerhand wordt opgelegd. „Het valt mij en ook het gerechtshof op dat het OM tegen eerdere arresten geen cassatie heeft ingesteld. Als je het zo principieel oneens bent met de strafmaat, dan ligt het voor de hand om daarover bij de Hoge Raad te klagen.”