Zoveel woede, de boze brieven, scheldtelefonades: Jacques Frenken had het nooit verwacht. Hij had zijn kunst helemaal niet godslasterend bedoeld. Integendeel. Pop Art was voor hem een manier om de kerkelijke boodschappen weer actueel te maken, te versterken. Dus, omdat Jezus tweeduizend jaar geleden een mikpunt was geweest, beschilderde hij een kruisbeeld als schietschijf (Target, 1966). En door Sint Antonius te omringen met gek samengestelde monsters gaf hij diens bezoeking weer – een aloud religieus thema, nu dan met poppenoogjes erop.
Verschillende van Frenkens vroom bedoelde, maar slecht begrepen beelden zijn te zien in OMG! Relipop in Museum Krona, een tentoonstelling over Pop Art en religie. Pop Art kwam in de jaren zestig op, en reageerde enthousiast op populaire beeldculturen – iets waar de kerkelijke ook nog toe behoorde. Tegelijk had die kerk met leegloop te kampen en Pop Art als pr-offensief ging velen te ver. En dat merkte Frenken.
Hij woonde in Den Bosch en zag oude heiligenbeelden bij het grof vuil staan, nam ze mee naar het atelier. Assemblages van objets trouvés waren gangbaar in die Pop Art-tijd. Dus ja, dan zaagde hij bij een Christusbeeld het hoofd eraf, voor nieuwe samenstellingen. Het ziet er bruut uit op de filmbeelden in het museum, waarin hij verbaasd vertelt over de commotie. Katholiek opgevoed wilde hij moderne devotiebeelden maken, om voor te knielen. In plaats daarvan pakte een tentoonstellingsbezoeker een schoen met naaldhak, en gooide die naar een beeld. Mis, gelukkig.
Het ging om afreageren én om extase – op zich ook een religieus gegeven, maar daarvoor moest er wel wat kapot
Dat relipop een aanval is, lijkt Museum Krona zelf ook te impliceren. Althans, zo is de openingszaal ingericht. Uit 1990 dateert Sint Stephanus I van Wim Delvoye: een voetbaldoel op ware grootte met de heilige in het midden – maar, alles is van glas-in-lood. Eén doelpunt en de heilige ligt in scherven. Daarbij draait een film van Niki de Saint Phalle. Zij stelde in 1961 schilderijen met of zonder religieuze thematiek als altaarstukken op, om er verfkogels op af te vuren. Het ging om afreageren én om extase – op zich ook een religieus gegeven, maar daarvoor moest er wel wat kapot.
Ontheiliging
Dat Pop Art ontheiligde, dat was bekend: het was dé stroming die de notie van high art onderuit haalde. Ook dat laat Krona zien. Dat Monet ooit met veel atmosferische toetsen de kathedraal van Rouen had geschilderd – Pop Artist Roy Lichtenstein deed dit over. Ook hij gaf die kerk met stippen weer, maar dan een vlak raster als van een uitvergrote foto (1969). Eduardo Paolozzi schilderde in 1970 een Jesus Colour by Numbers, een kleurplaat-Jezus. En Andy Warhol zeefdrukte een reclame voor een Christusbeeld, only 9,98 dollars.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131037693-28384d.jpg|https://images.nrc.nl/TiDGZplTtGxNntZtrhWbNyyjR1c=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131037693-28384d.jpg|https://images.nrc.nl/DfJQt-cDRVyN48VwgakCz3z5IxE=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131037693-28384d.jpg)
Collectie museum Voorlinden, Wassenaar
Vanaf de jaren tachtig ging de ontheiliging door dankzij postmodernen zoals Rob Scholte, met een chagrijnig Christuskind als uitvergrote tijdschriftomslag – opnieuw werd religie gereduceerd tot een plaatjeswereld, iets wat je in de winkel koopt. Arme kerk.
Al die schreeuwerigheid past niet echt bij het museum. Museum Krona ligt in het Brabantse Uden in alle rust verstopt achter de kloostermuren van het oude Birgittinessenklooster, een nog altijd actieve orde. In een oude kruidentuin groeien akkerklokjes, veldzuring en het vijfdelig kaasjeskruid. Binnen heeft het museum middeleeuwse beelden en een schatkamer waar reliekhouders en zilveren gotische kelken oplichten zodra je de ruimte betreedt. Daarnaast biedt het al jaren doordachte tentoonstellingen waarin oude en eigentijdse kunst via spirituele thema’s verknoopt raken. Vaak zijn het allerlei religies, maar Pop Art moest het vooral hebben van het christendom.
Dat christendom verkeerde intussen door de secularisatie dusdanig in crisis dat Rome een besluit nam. Paus Johannes XXIII organiseerde van 1962 tot 1965 het Tweede Vaticaanse Concilie: een koerswijziging om de kerk modern te maken. Het wilde contact met mensen en Latijn werd vervangen door volkstalen.
Maar Pop Art, dat was toch een ander soort modern. Hans Truijen ontwierp in 1968 glas-in-loodramen, met tussen de gotische loodlijnen fotodetails die uit een tijdschrift of krant lijken te zijn geknipt. Maar de kerk ging voor een sobere moderniteit, strak, wit, wat ver van Pop Art afstond. Truijens ramen: die bleven bij een ontwerp.
Openbaring van soepblikken
Tegelijk had de kerk wel degelijk een lange traditie van het omarmen van het wereldse. Kijk eens naar gotische kerkbouw, vol wereldse referenties. Of denk aan bierbrouwen, carnaval. En nog steeds: hoeveel katholieke kapellen hebben wel niet kunststof Mariabeelden waarvan je denkt: dat is een wel heel synthetische jurk.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131037789-9c3a6e.jpg|https://images.nrc.nl/ti80rnFmQ-k03eU8nGBpNlH9mC8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131037789-9c3a6e.jpg|https://images.nrc.nl/H5DFERGi5b3U_si5sVOIBP-KGHw=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131037789-9c3a6e.jpg)
Beeld Niki Charitable Art Foundation/ Pictoright Amsterdam 2025
Want moderniteit is bepaald niet eenduidig. Dat merkte ook de Californische non Corita Kent. In 1962 had ze Warhols soepblikken gezien, en ervoer die als een openbaring: zo kon je dus in kunst alle werelden combineren – de aardse en de hemelse. Dat ging ze doen. Ze gaf kunstlessen bij de orde van The Immaculate Heart en ging affiches zeefdrukken. Songteksten vervloeiden met supermarktslogans en bijbelteksten, de Paus met de woorden ‘let the sun shine’ – kerk of musical, who cares.
Ook trok ze kunst het publieke domein in door processies te organiseren. Filmbeelden in Krona tonen een enorme pop-parade tijdens Mary’s Day in 1964. Tientallen nonnen en seculieren, met bloemen in het haar, dragen kleurrijke dozen vol slogans – Friendship. Love. Relax. Sale – richting een liturgische dienst, ook gewoon op straat.
Ze was een sensatie. In 1966 riep de LA Times haar uit tot Woman of the Year, in 1967 stond ze als de moderne non op de cover van Newsweek. Er verschenen stoere foto’s van haar in habijt, bezig met zeefdrukken. Intussen werd haar kunst steeds politieker, zo sprak ze zich stevig uit tegen de Vietnamoorlog. En op zich paste dit bij het Tweede Vaticaanse Concilie, dat had beloofd ruimte te bieden voor seculiere waarden rond recht en vrede.
Maar zo zag niet iedereen het. Dat begon al toen ze in 1964 in een kunstwerk Maria had vergeleken met de ‘juiciest tomato of all’ (een andere tomaat hangt in Krona). De aartsbisschop van Los Angeles, kardinaal James McIntyre, trok dat niet. Kritiek hield aan, ze kreeg een burn-out, in 1970 verliet ze de orde. Haar invloed bleef. Tot haar fans behoorden filmmaker Hitchcock, muzikant John Cage en ontwerpers Ray en Charles Eames. Maar omdat ze zo’n ongebruikelijke figuur was – een non – ontbrak ze lange tijd in de kunstgeschiedenisboekjes. Gelukkig is Kent intussen gerehabiliteerd en krijgt ze ook in Krona aandacht.
Best ingewikkeld dus, die relipop. Frenken stopte in 1969 met zijn assemblages, door alle kritiek. Kent verliet de orde. En Warhol is misschien verkeerd begrepen. Na zijn dood bleek hij vroom katholiek te zijn geweest. Wat betekent dat? Ging het hem echt alleen om de buitenkant, zoals dat Pop Art betaamde? Of zocht hij toch God in de advertentie voor een plastic Jezus?
Warhol pakte meerdere religieuze thema’s op. In grafische contouren had hij, ruim honderd maal, het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci vereenvoudigd. Dat ontketende een samplecultuur die nog altijd voortduurt. Popey, Southpark, de tv-serie van Dr. House, hele voetbalteams: allemaal deden ze wel eens Da Vinci’s compositie na. Vaak als geintje, soms maatschappijkritisch. Want waarom is Jezus altijd een witte man? En dus kwamen er versies waarin hij zwart is, een vrouw, of iemand met Down-syndroom.
Omdat deze schildering zo beroemd is, werkt de kwinkslag: het Laatste Avondmaal wordt hier ontheiligd, en dat is toch het venijn van Pop Art – misschien niet als aanval bedoeld, pakt het wel zo uit. Deze parodieën vullen een halve zaal, met een videoloop van Avondmaal-varianten die meme na meme over het internet zweven. Eindeloos vermenigvuldigd, zoals Jezus deed met de vissen en de broden. Zo bezien heeft het Tweede Vaticaans Concilie hierin succes geoogst, al ging de heiligheid er behoorlijk vanaf. In deze expositie is God overal, in flashier gedaanten dan Hij zelf ooit zou hebben geschapen.
