Hoelang kan de Israëlische economie een strijd aan op meerdere fronten?

Zo kan het niet langer, schreef Shachar Turjeman, de voorzitter van de Israëlische federatie van Kamers van Koophandel, begin vorige week in een brief aan de minister van Economie en Industrie. Als de noodtoestand aanhoudt, die werd ingesteld na het begin van de oorlog met Iran en aanzienlijke beperkingen voor de economie met zich meebrengt, kunnen bedrijven volgens Turjeman niet anders dan hun werknemers met onbetaald verlof sturen of zelfs ontslaan. „De economie is sterk, maar heeft zekerheid, back-up en voorwaarden nodig om te kunnen blijven functioneren, zelfs in een noodsituatie”, schreef Turjeman.

Volgens de Israëlische minister van Financiën, Bezalel Smotrich van de extreemrechtse Nationale Religieuze Partij, hoeven Israëliërs zich geen zorgen te maken over de economische situatie. Het ministerie van Financiën werkt „al maanden aan de voorbereiding van elk scenario aan het front en aan het thuisfront”, schreef hij vorige week op X.

Het is de vraag in hoeverre dat klopt. In de begroting voor 2025, met 756 miljard shekel (zo’n 191 miljard euro) de grootste ooit en 21 procent groter dan vorig jaar, zijn de kosten van de oorlog in Iran niet meegenomen. Ondertussen staat de Israëlische economie al sinds het begin van de oorlog met Gaza onder grote druk: de arbeidsmarkt is verstoord door het wegvallen van werk in onder meer toerisme en landbouw en het oproepen van 300.000 reservisten, de drie grootste kredietbeoordelaars hebben Israël vorig jaar afgewaardeerd en de OESO waarschuwde afgelopen april dat de hoge kosten voor levensonderhoud de Israëlische welvaart aantasten.

Hoewel er dinsdag een bestand tussen Israël en Iran werd aangekondigd, blijft onduidelijk of de oorlog daadwerkelijk stopt: al snel na de aankondiging beschuldigde Israël Teheran ervan de wapenstilstand te hebben geschonden. Kan Israël deze oorlog met Iran financieel wel aan?

‘Complexe operatie’

Sinds Israël de aanvallen op Iran begon en Teheran raketten terugvuurde, is de economische activiteit in Israël aanzienlijk vertraagd, mailt Alon Eizenberg. Hij is hoogleraar en bekleedt de William Haber-leerstoel voor economie aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. „Mensen hebben instructies gekregen om in de buurt van schuilplaatsen te blijven en scholen zijn gesloten. De meeste bedrijven zijn gesloten of opereren op zeer beperkte schaal.”

Vertegenwoordigers van verschillende sectoren zijn volgens Eizenberg al een lobby begonnen voor steunmaatregelen zoals in de coronaperiode. Hij schat hun kansen laag in: „Aangezien we pas een ruime week in de huidige situatie zitten, is het niet waarschijnlijk dat dergelijke steun op dit moment zal worden geïmplementeerd.” Dat neemt niet weg dat de impact van de beperkingen enorm is. Donderdag mochten mensen met niet-essentiële beroepen weliswaar weer terug naar hun werk, maar zolang de scholen gesloten zijn en (werkende) ouders hun kinderen thuis moeten opvangen, blijft de economische activiteit laag.

Als het Israëlische leger voor altijd in Gaza blijft, zoals Netanyahu regelmatig zegt, is dat heel gevaarlijk voor de economie

Zvi Eckstein
ex-vicepresident Israëlische centrale bank

Daar komt de sluiting van de luchthaven nog bovenop, zegt Eizenberg. 98 procent van het Israëlische importvolume komt binnen via zeetransport, maar luchttransport is goed voor een derde van de importwaarde. „Dat is dus heel belangrijk voor de economie.”

Hij vergelijkt de huidige situatie van de Israëlische economie met een patiënt die een complexe operatie ondergaat. „Hoewel de operatie riskant is, kan deze – indien succesvol – leiden tot een aanzienlijke verbetering van de langetermijnresultaten van de patiënt.”

De cijfers rondom de complexiteit van die ‘operatie’ liegen er niet om. De Israëlische defensie-uitgaven stegen vorig jaar met 65 procent, waarmee defensie 8,8 procent van het bruto binnenlands product uitmaakt. Alleen Oekraïne geeft een hoger percentage van het bbp uit aan het leger. Ondertussen bedroeg het begrotingstekort in 2024 9,5 procent van het bbp, steeg de staatsschuld naar 68 procent en is de groei gestagneerd. Ter vergelijking: volgens de regels binnen de Europese Unie mag het begrotingstekort van een lidstaat niet groter zijn dan 3 procent van het bbp en de staatsschuld niet groter dan 60 procent van het bbp.

Twee scenario’s

„De staatsschuld zou dit jaar zelfs op kunnen lopen tot 75 procent van het bbp”, zegt econoom Zvi Eckstein via een videoverbinding. Maar of dat punt ook echt bereikt wordt en of Israël bij machte is die schuld in de toekomst af te betalen, hangt volgens de voormalig vicepresident van de Israëlische Centrale Bank en hoofd van het Aaron Instituut voor Economisch Beleid vooral af van hoelang de oorlog met Iran duurt. „Premier Benjamin Netanyahu kondigde aan dat de oorlog met Iran twee weken zou duren.” Als het bestand standhoudt krijgt hij gelijk, maar dat is nog allesbehalve zeker.

Er zijn twee scenario’s, zegt Eckstein, die de kosten van een eventuele oorlog met Iran in april nog doorrekende. In het eerste scenario komt er op korte termijn een blijvende en stabiele wapenstilstand met Iran. Uitgaande van vier aanvalsrondes met ieder tweehonderd raketten – aannames die Eckstein baseerde op gesprekken met militairen, maar die anders kunnen uitvallen (eind vorige week had Israël 250 raketten afgevuurd) – schat Eckstein de directe defensiekosten op 40 miljard shekel (ruim 10 miljard euro). Daarbij komt nog 10 miljard shekel aan schade aan woningen en infrastructuur, en 20 miljard vanwege de aanhoudende oorlog in Gaza. Het totaal van 70 miljard shekel zou de defensie-uitgaven als percentage van het bbp naar bijna 10 procent doen stijgen.

„Dat is een hoog percentage en moet gefinancierd worden door meer te lenen, maar het kan werken”, zegt Eckstein. Als de overheid na de wapenstilstand pro-growth policies implementeert – beleid dat de Israëlische bevolking stimuleert te werken, inclusief de ultraorthodoxe en de Arabische populatie die een lage arbeidsparticipatie hebben en door de huidige regering niet worden gestimuleerd aan het werk te gaan – en investeert in (beroeps)onderwijs, kan er een productiviteitsgroei van meer dan een procent komen, zegt Eckstein.

Dat wordt mede mogelijk gemaakt door de groeiende populatie van Israël. „We hebben berekend dat het in deze situatie mogelijk is om een economische groei van 3,5 procent te bereiken. Als we de defensie-uitgaven dan terugbrengen naar 5 procent van het bbp en we investeren bijvoorbeeld in transport en huisvesting, zijn we in staat de schuld af te betalen en hebben we geen hulp nodig.”

In het tweede scenario komt er voorlopig geen einde aan de oorlog met Iran, en blijft Israël ook oorlog voeren in Gaza. „Als het Israëlische leger voor altijd in Gaza blijft, zoals Netanyahu regelmatig zegt, is dat heel gevaarlijk voor de economie. We hebben dan te maken met hoge defensie-uitgaven, misschien wel boven de 10 procent van het bbp, en mogelijke sancties vanuit Europa. De pro-growth policies werken niet als de uitgaven zo hoog blijven. In dat geval zal de staatsschuld blijven stijgen en dreigt een braindrain uit Israël.”

Hightechsector

Hoe de economische situatie zich ontwikkelt, hangt dus sterk af van of het bestand overeind blijft – het verloop van de oorlog laat zich lastig voorspellen. Wel is het belangrijk om de verschillen tussen de Israëlische en veel Europese economieën te begrijpen, zegt Eckstein, die de Nederlandse, Zweedse en Oostenrijkse economie regelmatig als benchmark gebruikt voor vergelijkingen.

Ten eerste heeft Israël een succesvolle en omvangrijke hightechsector, goed voor 20 procent van het bbp, 25 procent van de belastinginkomsten, 10 procent van de beroepsbevolking en meer dan de helft van de export. „Dat is onvergelijkbaar met Europa, waar tech vaak 5 of 6 procent van het bbp uitmaakt.” De gehele dienstensector, die 70 procent van het bbp vormt, maakt dat veel werk vanuit huis gedaan kan worden en dus door kan blijven gaan in oorlogstijd, vult Eizenberg aan.

Pensioenbeleggers en andere investeerders lijken vertrouwen te hebben in de Israëlische operaties tegen Iran

Een tweede verschil is de pensioensector, zegt Eckstein. Werknemers en werkgevers dragen hier allebei verplicht 17 procent aan bij, en dat geld wordt lokaal en internationaal geïnvesteerd. „Door die investeringen van pensioenfondsen is veel van Israëls schuld lokaal en zijn de kosten van de leningen redelijk.”

Hoewel de oorlog met Iran voor een economisch instabiele situatie kan zorgen, toonden pensioenbeleggers en andere investeerders juist vertrouwen in de Israëlische operatie. De afgelopen dagen steeg Israëlische aandelenmarkt en daalde de koers van de shekel ten opzichte van de dollar. „Dit zijn bemoedigende trends, maar het is nog vroeg”, zegt Eizenberg. „Op termijn moeten we vooral letten op de obligatierendementen.”

Volgens Eizenberg doet de Israëlische regering economisch het juiste door – op enkele belastingverhogingen na, zoals het btw-tarief eerder dit jaar – schulden aan te gaan om de oorlog te financieren. „Dit is wat je doet in tijden van crisis, en de veerkracht van de Israëlische economie is daar een goed voorbeeld van. Vanwege de hoge staatsschuld moeten we voorzichtig zijn, maar ik blijf van mening dat grote bezuinigingen of nieuwe belastingen op dit moment een vergissing zouden zijn.”

Ook Eckstein heeft er vertrouwen in dat de Israelische economie de schuldenlast aankan, mits de regering actie onderneemt. „De defensie-uitgaven zijn de grote zwakte van de Israëlische economie. We hebben het juiste beleid nodig en de juiste mensen die het uitvoeren.”


Lees ook

Lees ookOorlog zal Israël ‘duurzaam verzwakken’, volgens Moody’s. Kan het land een strijd op meerdere fronten economisch aan?

De centrale bank van Israël,  West-Jeruzalem. Foto Eddie Gerald